214
B Uitgaande stukken.
1. De behandeling.
2. De inschrijving.
3. Controle op de stukken en op hunne beantwoording.
IV. WIJZE VAN DOSSIERVORMING, DOSSIERORDENING EN
«CLASSIFICATIE, ZOOALS DEZE OP DE AFDEEL1NGEN
WORDEN VERZORGD.
1. Dossiervorming.
2. De ordening der dossiers.
3. Verwijzingen.
4. Inventaris.
5. Vernietiging.
V. RICHTLIJNEN VOOR DE CENTRALE ARCHIEFVERZORGING.
1. Indicateur.
2. Inventaris.
3. Vernietiging van stukken.
4. Archief
VI. AANWIJZINGEN VOOR DE REGISTRATUURAMBTENAREN EN
ALGEMEENE REGELS VOOR DE ARCHIEFVERZORGING OP
DE SECRETAR1E-AFDEELINGEN.
VII. ALGEMEENE AANWIJZING VOOR DE ADMINISTRATIE.
VIII. AANWIJZINGEN VOOR DE EXPEDITIE.
Rotterdam. J. H. VAN WOERKOM.
Boekbesprekingen.
W. H. van Ulsen. De verzorging van de archieven der water
schappen. Alphen aan den Rijn, N. Samson N.V., 1943.
Met een variant op Colenbranders bekende uiting: wij moeten,
met onze geschiedschrijving, de 19e eeuw in, zou men kunnen zeggen:
wij moeten, met onze archiefverzorging, de 20e eeuw in. Voor de
rijksarchieven moge dit vooralsnog minder dringen, t. a.v. gemeente
en waterschapsarchieven geraken wij, met onze bemoeiingen, volop
in den jongsten tijd, hetgeen zijn problemen meebrengt zoowel wat
betreft den archiefdienst ais de administratie.
215
Hoewel niet kan worden beweerd, dat de verzorging der ge
meente-archieven hier te lande aan alle eischen voldoet hoeveel
gemeenten met een belangrijk oud-archief hebben b.v. geen eigen,
of zelfs maar een gemeenschappelijken, archivaris? wat betreft
de waterschappen is de toestand nog veel minder bevredigend. Enkele
der grootere waterschappen mogen een goede uitzondering vormen,
meerdere zijn nog in gebreke, en van de vele honderden kleinere polders
Zeeland alleen telt er ruim 300! genieten de meeste geen
andere zorg dan die de overbelaste, of onder-geoutilleerde, inspecties
daaraan kunnen verleenen. Een schat van gegevens voor de nog vrijwel
onontgonnen geschiedenis van onzen waterstaat het denkbeeld van
Bakhuizen van den Brink! is daardoor volkomen dood kapitaal. Maar
ook het heden stelt aan de waterschapsbesturen zijn eischen. De steeds
zich uitbreidende administratie, vooral der grootere waterschappen,
heeft ook hier het vraagstuk der nieuwere archieven urgent gemaakt.
De Unie van Waterschapsbonden, voor eenige jaren opgericht, heeft in
het belang daarvan naar analogie van dat der Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten het Registratuurbureau opgericht, waardoor
het mogelijk wordt dat de waterschappen zich bedienen van een
uniforme administratie en van een uniform systeem van ordening
hunner archieven. Tevens heeft zij, het belang erkennend van behoorlijk
geschoold personeel, in 1942 het examen tot verkrijging van bet
Uniediploma voor waterschapsadministratie in het leven geroepen,
waarbij o.a. de archiefverzorging als examenvak is opgenomen. Ten
behoeve van de candidaten voor dit examen heeft het bestuur der
Unie een aantal handleidingen op stapel gezet; als eerste daarvan
verscheen de leidraad, waarvan de titel hierboven staat. Het karakter van
handboek voor de praktijk deed het intusschen, zooals de schr., chef van
den administratieven dienst van het Hoogheemraadschap Delfland en
secretaris van het Registratuurbureau opmerkt, een uitgebreider gebied
dan de examenstof bestrijken.
Het eerste hoofdstuk behandelt het begrip archief en de be-
teekenis der archieven, de Archiefwet en de verzorging der oude
archieven en brengt, uiteraard, voor ons, archivisten, niets nieuws; ook
de inhoud van het laatste, aan de materieele verzorging der archieven
(papier en inkt, archief-materiaal en bewaarplaatsen) gewijd, zal den
meesten onzer wel vertrouwd zijn. Echter wil ik even de aandacht
vragen voor hetgeen de schr. over de scheiding van oud- en nieuw-
archief opmerkt. Juister dan t.a.v. de gemeenten is geschied1), heeft
de Archiefwet de caesuur bij de waterschapsarchieven getrokken toen
l) Zie Ned. Achievenblad 1941/42 p. 155.