202 Cultuurhistorisch is dit alles belangrijk en niet minder de ge schiedenis van de eigenlijke invoering van het metrieke stelsel in Frankrijk, de weerklank daarvan in verschillende landen, de houding der partijen in Frankrijk zelf ertegenover, de rol inzonderheid van Talleyrand, die, als het hem pas gaf, de ,,poids et mesures als voorwendsel gebruikte (v. Ie Comte de Saint Aulaire, Talleyrand, Paris 1936, p. 95-96), doch zonder wiens politieken steun de zaak nooit geslaagd zou zijn - het is zeer de moeite der kennismeming waard, maar niet hetgeen de archivaris het eerst verlangt te ver nemen; daarom mogen we niet langer erbij stil staan, Hoe in ons land de unificatie sedert 1798 op het politieke pro gram stond, hoe het met vallen en opstaan eindelijk in 1809 en 1810 tot invoering van het Fransche metrieke stelsel bij de wet zou komen, hoe vervolgens de Inlijving het proces op informeele wijze wat verhaast heeft, hoe met de bevrijding in 1813 ook de oude maten herleefden totdat in 1820 het nieuwe stelsel definitief werd aanvaard - dat alles hebben we in ons artikel over de Rijnlandsche Roede verhaald; daartoe zij dus verwezen. Nederland was het eerste zelfstandige land, dat tot de vrijwillige (weder-)invoering overging. Wellicht is het juister te zeggen, dat speciaal met het oog op de toestanden in België het niet goed meer anders kón. Voor de kennis van de grootte der oude maten is men voor zoover er geen directe meting van ouda standaards mogelijk is aangewezen op de bronnen uit den tijd van de invoering van het metrieke stelsel. Deze bronnen vormden een punt in het debat tus- schen Brutails en Guilhiermoz, waaraan we in den aanvang van dit opstel herinnerden; over de beteekenis van die bronnen waren de geleerden het eens! De Fransche voorschriften brachten mede, dat in elk departement een commissie een vergelijking zou maken tusschen de bestaande eenheden en de nieuwe metrieke; deze opgaven, zoo noodig herzien, zouden dan officieele kracht hebben. Binnen de huidige grenzen van Nederland is zulk een commissie slechts werkzaam geweest in het Département de la Meuse Inferieure, hoofdplaats Maastricht; de resul taten daarvan kan men in den Almanach van dat département door ons boven reeds vermeld aantreffen, In het departement de la Roer, hoofdplaats Keulen, waaronder voormalig Pruisisch-Opper- gelder en, met het hertogdom Kleef, ook de heerlijkheid Ravenstein ressorteerde, is de vergelijking eveneens naar den eisch volbracht; 203 maar in de publicaties daarvan vindt men geene gegevens omtrent juist die gebiedsdeelen. Ook omtrent Zeeuwsch-Vlaanderen, destijds deel uitmakend van de départements de la Lys et de l'Escaut, kunnen we in dit verband slechts weinig mededeelen. Een belangrijke bron speciaal voor de oude landmaten had aan wezig kunnen zijn in het kadaster; maar voorzoover wij weten, be antwoorden de aldaar aan te treffen gegevens niet aan de verwachting. Wel is hier voor en tijdens de eerste invoering van het metrieke stelsel, veel werk gemaakt van het verzamelen van gegevens omtrent de vigeerende oude maten en gewichten; en zulks grootendeels door den ons reeds welbekenden hoogleeraar Van Swinden en door H. Aeneae, die met Van Swinden over het metrieke stelsel naar Parijs was afge vaardigd geweest. Dat materiaal is, voorzooveel het op regeerings- gezag was verstrekt, ter bewerking toegezonden aan het Instituut te Amsterdam; er is in originali niets meer van te vinden, noch aldaar, Voor het Roerdepartement: Johan Jakob Meyer, Vollstandige Vergleichstabellen der ehemals im Ruhr-Departement und noch in den angranzenden Landern gebrauch- lichen .Münzen, Maaszen und Gewichte mit den neuen Metrischen, Cöln 1804; A. J. Dorsch, S'tatistique du département de 'a Roer, Cologne 1804, p. 494 sqq; F. J. Winands, Vollstandige Vergleichungs-Tafeln der neuen republikanischen Münzen und definitiv-rektifizirten Maaszen und Gewichten mit den Alten, für das Roer- Departement, Aachen 10. Jahr (1802). Voor het Schelde-departement: Tables de Conversion ou reduction des anciens poids et mesures du département de l'Escaut avec leur explication et leur usage, par Voor het Schelde-departement: Tables de Conversion ou reduction des anciens le citoyen Aubert, Ingénieur en chef des Ponts et Chaussées de la direction de l'Escaut, publiées par autorisation spéciale du citoyen Faipoult (den prefect van het departement), Gand, s.d. Naar het exemplaar in de Universiteitsbiblio theek van Gent heeft prof. dr. Ganshof ons doen mededeelen, dat de Cad- zandsche el hier wordt gesteld op 0,701 m; de Cadzandsche kan (pot) op 1,2800 liter; het pond van Cadzand op 466,907 gram (dus het Keulsohe). Overigens geene gege vens betreffende Zeeuwsch-Vlaanderen, dat in zijn geheel (alleen afgezien van St. Anna ter Muiden en Retranchement) onder het Schelde-departement ressorteerde. Het is hier de plaats te verwijzen naar het aardige nieuwe boekje over de Vlaamsche landmaten: H. de Schrijver, De oude Landmaten van Vlaanderen, 2e druk, Gent 1942, omdat men het voor de kennis van de ook in Zeeuwsch-Vlaanderen eertijds gebruikte landmaten met vrucht kan raadplegen. De voorschriften brachten mede, dat de landmeter, terstond bij zijn komst in de gemeente voor de grensomschrijving, een lijst moest opmaken van de grootte der plaatselijke maten, derzelver verdeelingen en evenredigheid met de metrische maat; hij moest dezen staat door den burgemeester laten viseeren en aan den Ingenieur- Verificateur inzenden, zelf kopij ervan behoudende. Aldus het Recueil Méthodique der voorschriften voor het kadaster, bij A. Soutendijk, De hypothecaire en kadastrale boekhouding in Nederland, Tiel 1881, bl. 284; aldaar op bl. 313 een model van een oorspronkelijk aanwijzende tafel van grondeigenaren, welke aanvangt met de opgave en herleiding der oude landmaten. Daar het grootste deel der kadastrale meting van Nederland plaats had na de definitieve wederinvoering van het metrieke stelstel, is deze opgave en vergelijking, naar wij meenen, doorgaans achterwege gebleven.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1943 | | pagina 16