104 een rondreis door de Nederlanden en lieten zich in Kampen en elders rijkelijk onthalen. De stad zond bovendien aan een vertegenwoordiger in Londen een afbeelding van Kampen en hiervoor werd de gra vure van Utenwael vervaardigd! - om den Engelschen een gunstigen indruk van de ligging der stad te geven. Een „conterfeytsel" van den schilder-bouwmeester-landmeter Thomas Berentsz, gemaakt in 1596, zal wel de grondslag voor Utenwaels gravure zijn geweest. Helaas de pogingen van Kampen mislukten! De Merchant-adventurers vestigden zich te Middelburg. De koperplaat, waarvan de platte grond gedrukt werd, wordt nog in de stedelijke verzameling te Kampen bewaard. Een fraaie plattegrond van Alkmaar, werd in 1597 gegraveerd door Cornelis Drebbel, een veelzijdig man, in zijn tijd een vermaard werktuigkundige en befaamd uitvinder. Vreemd genoeg werd deze kaart in den tijd van ontstaan niet verspreid. Wel was de kaart, zooals wij reeds zagen, het voorbeeld voor een gravure in de folio edities (van 1609 en later) van Guicciardini's Beschrijving der Neder landen.*) Pas in 1747 werden afdrukken van de koperplaat opge nomen in het werk van Eikelenberg - Boomkamp Alkmaer en deszelfs geschiedenissen (Rotterdam 1747). De Gemeentearchivaris van Alk maar, de Heer Th. P. H. Wortel, heeft de goede gedachte gehad een aantal - uitmuntend geslaagde - afdrukken van de oude koperplaat te laten maken, zoodat de minnaars van Oud-Alkmaar zich voor een luttel bedrag in het bezit kunnen stellen van deze mooie kaart. Onze opgave van kaarten in deze jaren ontstaan kan niet vol ledig zijn. Wij volstaan met de vermelding van twee beide zeer zeldzame plattegronden van Rotterdam, één van 1599 met een opdracht van Henrijck Haestens tot Leyden aan het stadsbestuur en één door pRANgóis Huys met de nieuwe stadsuitbreiding aan de Maaszijde van het jaar 16233), en een eveneens vrijwel onbe kende kaart van groote afmetingen van Harlingen omstreeks 1600, vervaardigd door Jacobus Laurentii en in koper gegraveerd door Robbertus de Baudouz, metende 90 X 76,5 c.m. 4), Een heele reeks fraaie maar meest zéér zeldzameplatte er' K?' ,T|ERIE- CorNELIS Drebbel (Amsterdam 1931), blz. 31 e.v r.mJ I ,A^ER- Cornelis Iacobszoon Drebbel (1572-1631), in N. N. B. W VI (iyz4) kolom 451-453. 2) Zie hierboven blz. 47 on 62. 3) Beide gereproduceerd door UNGER (21). 4) Zie hierboven blz. 99, noot 3. 105 gronden en prospecten van Nederlandsche steden danken wij aan den bekwamen en kunstzinnigen teekenaar en kopergraveur Pieter Bast. Van zijn leven is niet zoo erg veel bekend. Hij was Ant werpenaar van geboorte en is, waarschijnlijk na den val van die stad in 1585, naar Holland gekomen. Misschien heeft hij eerst in Amsterdam verblijf gehouden, tenminste omstreeks 1590 heeft hij waarschijnlijk zijn plattegrond van die stad gemaakt. In Orlers' Nassauschen Lau- rencrans (Leyden 1610) komt een gravure van het beleg en de inneming van Nijmegen (14 October 1591) voor onderteekend P. B. F. Frederik Muller veronderstelt, dat niet alleen deze, maar ook de andere, niet onderteekende gravures in dat werk van de hand van Pieter Bast zouden zijn.2) Van 1594 dateert de plattegrond van Middelburg en een prospect van die stad en een afbeelding van het stadhuis stammen uit 1595.3) Het prospect van Dordrecht gezien van de overzijde van de Merwede draagt het jaartal 1596.4) Of hij ook een plattegrond van de oudste stad van Holland gemaakt heeft? Ik acht het waarschijnlijk, maar een exemplaar is nog niet voor den dag gekomen.5) In de vol gende jaren maakte hij nog een plattegrond van Franeker (1598), 2 prospecten van die stad (1598 en 1601), een prospect van Amsterdam van de IJzijde 1599)6) en een van de landzijde (1601), een prospect en plattegrond van Emden (1599 en zonder jaartal)7), waar hij in 1598 verblijf hield, een plattegrond en een prospect van Leiden (beide T. BODEL NiiENHUIS. De Leidsche graveur PlETER BAST. Handelingen en mededeelingen Maalschappij Letterkunde, 1872, blz. 89—110 (in 1850 gehouden voordracht I E. W. Moes. Pieter Bast. N. N. B. W. II (1912), kolom 102. C. P. BURGER |R. Amsterdam in het einde der zestiende eeuw. Studie bij den uitgaaf van den grooten plattegrond van 1597 (van P. BAST). Amstelodamum, 16de laarboek (1918), blz. 1—101. 2) F. MULLER. Beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten (Amsterdam 1863—1870\ blz. 121, no. 1007. 3) UNGER (25), deel I, no. 303, deel II, no. 224, 380 en 381. Verkleinde repro ducties van de plattegrond van Middelburg in PETERS BRUGMANS, a. w. blz. 25 afb. 9 en in UNGER (26) blz. 2. Verkleinde reproducties van het prospect van Middelburg in PETERS-BRUGMANS, a. w. blz. 227, afb 120 en in P. L. MULLER. Onze gouden eeuw, deel II (z. j.) blz. 167. Ten onrechte vermeldde ik (op blz. 62), dat het (in Mei 1940 verbrande) schil derij met afbeelding van Markt en stadhuis van Middelburg het werk van BAST zou zijn. Dr. W. S. UNGER maakt mij attent, dat deze door anderen gemaakte toe schrijving niet juist is. 4) Een verkleinde reproductie van dit prospect in P. L. MULLER. Onze gouden eeuw, deel II (z. jblz. 20. 5) Zie hierboven blz. 46. 6) Verkleinde reproductie in Ph. VAN DER KELLEN. Afbeeldingen van belang rijke prenten en teekeningen in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam (Amsterdam 1908), no. XXXII. 7) Ook van 1599 dateert een plattegrond van Oldenburg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 8