J! o"S 'KkSsr;tT ii1655 \n uit- 102 Gualdo °PR°0RAT0e 060rnr678)ie deciTet|te Pro,vincifVifnna 1673- Graaf Galeazzo in Blaeu s stedenatlas, in Merian's Topographia Germaniae Inferioris, m Uooen S Arch.tectura militaris moderna en in Priorato's Schauplatz Wat de dateering betreft, zij men echter met deze plattegronden voorzichtig. Eenerz„ds is het mogelijk, dat zulk een kaart wél ont worpen, maar nooit uitgevoerde werken afbeeldt. Zoo is van de bastions van Leeuwarden, die op de door Schukking gereproduceerde kaarten zijn afgebeeld, slechts een deel uitgevoerd! Anderzijds zijn, vooral in de gedrukte werken, die kaarten soms onvolledig, zoodat toen reeds bestaande werken niet zijn afgebeeld. Overigens hebben deze ''jestingplattegronden" voor ons onderwerp, het dateeren van de stadsplattegronden, waar het stratennet en de gebouwen van de stad hoofdzaak zijn, slechts zijdelings belang. Wij meenen dus te mogen volstaan met een verwijzing naar de verhandelingen, die zich speciaal met de vestingbouw bezig houden.2) Maar, keeren wij terug ot de eigenlijke stadsplattegronden, waar ons dus de groei van de Nederlandsche steden in het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw in beeld wordt gebracht. b. De stadsplattegronden en prospecten van Pieter Bast. Uit de laatste jaren van de zestiende eeuw verdienen eenige P attegronden afzonderli|ke vermelding. Zij zijn de eerste getuigen, at de kunst om fraaie plattegronden van steden te maken nu in de Noordelijke gewesten haar middelpunt heeft gevonden. De begaafde kunstenaar Jacques de Gheyn graveerde platte gronden van s Gravenhage (1597) en van Schiedam (1598). 3) Van e eerstgenoemde is een exemplaar bekend, dat in het Haagsche Gemeentearchief bewaard wordt. Men vermoedt, dat het een niet- Westphaliae (1647). 6C V'n men 4 erg lo9,scll!) ln de Topographia en ee!'S °°k en de^ GS van MansfeTd Veldtochten van den Prins van Oranje no. 32(An^e"damC"94l!N°' VeStingwerken van Nederland. Heemschutserie °ez,e,lfc|e' °iver don ouden vestingbouw in Nederland in de 16e 17e en 18e eeuw 6 (19371'blz.'ni9-26r. m"ta're techniek van den vestingbouw. Oudheidkundig Jaarboek d,.wi (A°VhNiE?Sbl^6ENA' |AC°UES DE GHEÏN' A" 'ntr°duction to his I. M. Blok. Jacques de Gheyn. N.N.B.W. VII (1927), kolom 467-470, 103 goedgekeurd proefexemplaar was, het stratennet was niet onbe rispelijk weergegeven en in het vignet ontbreekt het bijschrift, maar toch werd in 1598 aan de Gheyn een belooning van 200 uitbe taald. Aanleiding tot het maken van de kaart van Schiedam was het plan van Jean Fran<pois le Petit om zijn beschrijving van Holland en andere gewesten met afbeeldingen van steden te illustreeren.2) Het stadsbestuur droeg aan „Jacques de Gaing, plaetsnyder, wonende tot Leyden op „de stede van Schiedam met alle de straten van dijen mette principaelste aedificien aff te contrefeyten ende op een plate te snijden mitsgaders oick de selve stede na de perspective te ontwerpen ende op de zelffde plate te snijden, waar vooren hij ontfangen sal de somme van achthijen ponden Vlaems."3) Inderdaad heeft de Gheyn op een koperplaat plattegrond en prospect van Schiedam gegraveerd. In het boek van le Petit is deze afbeelding niet opgenomen, maar eenige losse afdrukken, waarop de plattegrond boven het prospect is afgedrukt de oriëntatie van beide is weer dezelfde! zijn bewaard gebleven.4) Ongeveer terzelfder tijd graveerde Meester Paulus Utenwael plattegronden van Hoorn (1596), Kampen (1598) en Medemblik (1599). Van de kaart van Kampen kennen wij de wordingsgeschiedenis. 5) De stad Kampen deed met een reeks andere steden, zooals Amsterdam, Groningen en Middelburg, pogingen om de „Merchant-adventurers", die uit Staden 6) waren verdreven, te bewegen zich binnen haar muren te vestigen. Vertegenwoordigers van de Merchant-adventurers maakten Hen verkleinde reproductie in Oud-'s-Gravenhage. 24 facsimile's van teeke- ningen en prenten uitgezocht en toegelicht door Dr. H. E. VAN GELDER (Amsterdam z. j.) en in Dr. H. E. VAN GELDER. 's-Gravenhage in zeven eeuwen (Amsterdam 1937), tegenover blz. 7. 2) Zie over JEAN FRANQOIS LE PETIT, die voor zijn Grande Chronique ook van andere steden afbeeldingen trachtte te verkrijgen, R. FrUIN. Verspreide Geschrif ten, VII. blz. 201 —202, Bijdragen tot de geschieden is van Overijssel III (1876) blz. 166-167 en H. BRUGMANS in N.N.B.W. VII (1927), kolom 954-955. 3) Resolutien Vroedschap van Schiedam 25 Juni en 10 Juli 1597. Ik dank deze mededeelingen aan de inlichtingen van den Gemeentearchivaris van Schiedam, Drs. A. VAN DER POEST CLEMENT. 4) O.a. wordt een exemplaar vermeld in Roterodamum illustratum (20) deel I, blz. 60, no. 237. 5) E. RllPMA. De ontwikkelingsgang van Kampen tot omstreeks 1600, vooral in de laatste jaren der zestiende eeuw. (Groningen - den Haag 1924), blz. 119 e.v., met tegenover blz. 119 een verkleinde reproductie van deze plattegrond. Een andere ver kleinde reproductie in PETERS - BRUGMANS a. w. blz. 188, afb. 107. De kaart is door de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis op ware grootte gereproduceerd met gebruikmaking van de oude koperplaat. „Mr. PAUWEL VuiJTENWAEL" werd 31 Jan. 1587 d oor Ridderschap en Steden aangesteld tot ijzersnijder bij de Munt. Zie Register van charters en bescheiden Kampen, deel 4, no. 2799 (1587, 31 januari). 6) Aan de Elbe.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 7