170 benoeming van eenige kerkelijke functionarissen, die o. i. beter in de afdeeling D: Kerkelijk bestuur, waarin ook soortgelijke stukken voorkomen geplaatst hadden kunnen zijn. Afdeeling E: Inning van s Lands belastingen, betreft een functie, niet emaneerend van de familie Van Rechteren, maar van de Hooge Overigheid, en is dus met op een lijn te plaatsen met bijv. de uitoefening van de recht spraak in de eigen heerlijkheden. Ook het Markebestuur (Afd. G) vertoont een ander karakter, daar het voortkomt uit het erfmarke- richterschap, verbonden aan verschillende adellijke huizen en hoven. Afdeeling III draagt den titel: Stukken betreffende kerkelijke eigendommen etc. Deze titel lijkt ons bepaald onjuist. De eigen dommen behooren aan de kerk; de familie Van Rechteren had een epaalden invloed op het beheer, maar was geen eigenaresse. De samensteller had moeten spreken van het bezit van kerkelijke functies of van collatierechten en dgl„ terwijl dan de boven (afd. II sub D) genoemde stukken gevoeglijk daarmede vereenigd hadden kunnen worden. De derde hoofdafdeelingStukken, waarvan de samenhang met het archief met is gebleken, is een helaas noodzakelijk onderdeel van eiken inventaris van een huis- of familiearchief. Sommige dezer stukken zullen wel bijlagen bij ingekomen brieven geweest zijn, maar w„ geven den bewerker volkomen gelijk, dat hij niet getracht heeft deze meerendeels onbelangrijke stukken „terecht" te brengen. Een belangrijk deel van het boekwerk wordt ingenomen door e regesten lijst, die niet minder dan 683 nummers telt, bijna 200 bladzijden vult en over de jaren 1134-1588 loopt. Of het een regestenlijst van oorkonden alleen of ook van brieven is, wordt niet medegedeeld evenmin als een verantwoording van den einddatum "7 iao-1)? m.ldden in het bestuur van Adolf van Rechteren (1581 -c. 1602) valt. Voor het overige hebben wij allen lof voor deze regestenlijst Zeer Vfel n,euwe gegevens brengt. De bewerker heeft voor zijn regesten den verkorten vorm der mededeeling van de dateering gekozen, door hem reeds in den inventaris van het oud-archief der gemeente Arnhem toegepast (1935 verschenen). De elementen van de dateer,ng welke van belang zijn (heiligenkalender c. a„ jaarstijl, taal der oorkonde, plaats van uitvaardiging) zijn volledig vermeld, en met de beperking is een aanzienlijke besparing in de druk kosten bereikt. Een enkele opmerking over eenige regesten, die ons toevallig 171 onder het oog kwamen. In reg. n. 8 staat: „ridder de Haslethe", blijkens den Index en reg. n. 9 is dit een drukfout voor „richter". Reg. n. 162 is zeer bepaald van 1537; bij het afschrijven van het stuk heeft de copiist het jaartal 1437 geschreven. Hoewel in den inventaris het stuk terecht op 1537 staat, is dit in den regestenlijst op het foutieve jaartal 1437, dus bijna 300 nummers te hoog, geplaatst. De noodige voorzichtigheid is hier wel wat te ver gegaan! Wat er in reg. n. 111 eigenlijk verhandeld wordt, is ons niét duidelijk: hoe kan iemand van zijn aanspraken kwijtschelding krijgen? Evenals bij eiken behoorlijken inventaris volgt in het werk thans een zeer uitvoerige index, volgens beproefd systeem samengesteld, en waarvan de nauwkeurigheid uiteraard alleen bij geregeld gebruik vastgesteld kan worden. Een lijst van inteekenaren en daarna eenige genealogische tabellen besluiten het werk, waarover wij gemeend hebben eenige op- en aanmerkingen te moeten maken, maar met de totstandkoming waarvan wij de bewerkers, de familie Van Rechteren en alle belangstellenden in Overijsel en elders van harte kunnen gelukwenschen. VAN SCHILFGAARDE. Een aanduiding hiervoor vindt men echter op biz. XXXVII van de inleiding.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 42