142 Gelderland. Overijssel. 143 Friesland. Limburg. 25. W. S. LINGER. Catalogus van den historisch-topografischen atlas van het Zeeuwsch Genootschap van wetenschappen. 1ste deel. Gedrukte kaarten en platte gronden. Middelburg 1931. Middelburg. 26. W. S. UNGER. De monumenten van Middelburg. Maastricht 1941. Utrecht (provincie). 27. S. MULLER FZN. Catalogus van den topographischen atlas der provincie Utrecht. Utrecht 1914. Utrecht (stad). 28. S. MULLER FZN. Catalogus van den topographischen atlas der stad Utrecht (1878) met supplement (1907). 29. W. C. SCHUYLENBURG. Centraal museum Utrecht. Catalogus van het histo risch museum der stad Utrecht. Utrecht 1928, (blz. 58 e.v., nos. 280 e.v.) 30. M. N. ACKET. Eenige oude gezichten op Utrecht en de vroegere topographie. laarboekje Oud-Utrecht 1932, blz. 32-48. 31. G. C. LABOUCHÈRE. De plattegrond van Utrecht in BRUINS stedenboek van '572, waarschijnlijk nagevolgd naar een van MELCHISEDECH VAN HOORN van 1569, laarboekje Oud-Utrecht 1932, blz. 23-32. 32. H. D. J. VAN SCHEVICKHAVEN. De wording der Historia Gelrica 'MERULA LUNTIUS, PONTANUS) 1597-1638. Gelre, Bijdragen en Mededeelingen XII (1909) blz 313-380. Nijmegen. 33. H. D. VAN SCHEVICKHAVEN. De plannen van Oud-Nijmegen. In Pen- schetsen, deel I, (Nijmegen 1898), blz. 1-5. 34. H. D. VAN SCHEVICKHAVEN. Plattegronden van Oud-Nijmegen. Nijmegen 1908-1909. 5 platen in folio met toelichting. Uitgave van „Oppidum Batavoruin". Zalt-Bommel. 35. F. A. VERMEULEN. De monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Gelderland. Geïllustreerde beschrijving. Eerste stuk. Het Kwartier van Nijmegen. Onderdeel: De Bommeler en Tieler waard. 1ste Aflevering: De Bommeler waard. ('s-Gravenhage 1932). Zie vooral blz. 180-182. 36. J. GEESINK. Catalogus van kaarten en teekeningen aanwezig in het Rijks archief in Overijssel. Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, XLVI, 2de deel over 1923, blz. 412 - 476. 36 bis. Catalogus der geschiedkundige Overijsselsche tentoonstelling. Zwolle 1882. Deventer. 37. H. KRONENBERG. Deventer topographie (Deventer c. 1923). 38. T. BODEL NiIENHUIS en W. EEKHOFF. De algemeene kaarten van Friesland verzameld, beoordeeld en geschiedkundig beschreven. Leiden en Leeuwarden 1846. Leeuwarden. 39. W. EEKHOFF. Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden tot den jare 1846. 2 dln. Leeuwarden 1846. N.B. Deel II, blz. 410 417: Overzigt van de plattegronden van Leeuwarden. 40. W. H. SCHUKKING. Bij Leeuwarden's vestingplan. In Gedenkboek Leeuwarden 1435—1935 (Leeuwarden 1935), blz. 106—138. Sneek. 41. A. S. MiEDEMA. Sneek en het Sneeker stadrecht (Sneek 1895), blz. 38, noot 1. Groningen (provincie). Groningen (stad). 42. C. H. PETERS. Caerte van de vermaerde ende antique stad Groeningen, afgeteeckent ende in coper gesneden door |AN LUBBERTS LANGEWEERD sulver ende goldsmidt, afgemeten ende in dese proportie gestelt door EGBERT HAUBOIS, ingenieur. Groningsche Volksalmanak voor 1906, blz. 115—196. 43. C. H. PETERS, Oud-Groningen ('s-Gravenhage 1907), blz. 58 64 en platen II XI. 44. E. NEURDENBURG. De historische schoonheid van Groningen (Amsterdam 1942). Noord-Brabant. Breda. 45. De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel I. Provincie Noord-Brabant. 1ste stuk. De voormalige Baronie van Breda ('s-Gravenhage), blz. 24 e.v. Maastricht. 46. De Monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Limburg. Geïl lustreerde beschrijving. 1ste stuk. De monumenten van Maastricht. 1ste aflevering ('s-Gravenhage 1926), blz. 23 en 84.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 28