Wieder, (1), blz. 699-700, no. 215. Dr. Wieder zag een exemplaar van de atlas van COVENS en MORTIER in Madrid. 123 122 f. Plattegronden van Nederlandsche steden sinds het midden van de zeventiende eeuw. Dat Blaeu's atlas bij zijn tijdgenooten reeds gewaardeerd werd mogen wij gerust aannemen. En dat zijn werk door anderen werd nagevolgd kan ons niet verwonderen. Zijn concurrent Joannes Janssonius had m 1653 de koperplaten van het stedenboek van Braun en Hogenberg gekocht van Abraham Hogenberg. Ook Janssonius wilde een groote stedenatlas van de geheele wereld samenstellen. Inderdaad heeft een achtdeelige stedenatlas van Janssonius het licht gezien, maar deze atlas is in zoo weinig exemplaren bewaard gebleven, dat nu praktisch nergens een exemplaar te vinden is. Het Scheepvaart-museum te Amsterdam bezit een ééndeelige atlas van Janssonius met het jaartal 1657, waarin plattegronden en afbeeldingen van Noord-Nederlandsche steden voorkomen. Men vindt hier naast elkaar nieuwe afdrukken van de oude koperplaten van het stedenboek van Braun en Hogenberg - met op de keerzijde tekst uit de tweede helft van de 17e eeuw! - en plattegronden, die gecopiëerd blijken te zijn naar Blaeu's kaarten. In 1676 werden de platen van het stedenboek van Janssonius publiek geveild, maar nog in 1682 verscheen een tweedeelig stedenboek te Amsterdam bij de erfgenamen van Joannes Janssonius.2) In 1694 werden de koperplaten van de stedenboeken geveild door de erfgenamen van zaliger Joannes Janssonius van Waesbergen.3) Waarschijnlijk is Fr. de Witt eigenaar van die koperplaten geworden. Immers omstreeks 1700 ver scheen een stedenatlas van Frederik de Witt, die ook de koperplaten van Blaeu s stedenatlas, voor zoover deze de brand in Blaeu's drukkerij in 1674 overleefd hadden, had verkregen. Ook die stedenatlas van de vv itt behoort tot de allergrootste zeldzaamheden.4) Wouter Niihoff heeft een inhoudsopgave van een exemplaar van die atlas gegeven, waaruit blijkt, dat een groot aantal kaarten is ontleend aan Blaeu' een ander deel aan Janssonius en dat een minder groot aantal nieuwe plattegronden en afbeeldingen van steden is bijgevoegd.5) Zie hieronder bijlage 7. 1ste deel Tt°'Anee! d7 T™.kooPstederl en handelplaatsen van de geheele wereld, lste deel. t Amsterdam bijd erfgenamen van salr. JOANNES lANSSONIUS VAN WAESBERGE Boekverkoopers. Anno 682. Een exemplaar in de Nationale Bibliotheek te 's-Gravenhage Ue achterzijde van de kaarten in blanco. u 3) KLEERKOOPER-VAN STOCKUM I, blz. 304 en 313. 5! w/ZaM ee" fraa' exemPlaar in het Scheepvaart-museum te Amsterdam, blz Het.stedeb?ek van F- DE W|T- Het Boek 23 (1935-1936) van Gelderse) t U N"HOFF beschreven exemplaar komen ook de plattegronden UNSsS US' a Us) d IWVOM'Lwaarva^ NS™gen en Arnhem (ontleend aan 1AQO x J i dezelfde blijken te zijn als de plattegronden van I. VAN GEELCKERCK in 1639 afgedrukt in Pontanus' Historia GelricaIn het door mij gerLdpleegde exemplaar van JANSSONIUS' atlas (bijlage 7) ontbreken de Geldersche steden. Wat vaker komen plattegronden uit De Witts atlas afzonderlijk voor. Soms ontbreekt het adres van De Witt, dat blijkbaar pas later op de koperplaten werd gegraveerd en nog later werd dit adres vervangen door dat van Covens en Mortier, die blijkbaar omstreeks 1750 voor het laatst gepoogd hebben met behulp van de oude koperplaten een atlas samen te stellen.1) Eekhoff schrijft nog in 1846, dat die firma tot nog voor weinige jaren dus tot circa 1840 afdrukken van de plattegrond van Leeuwarden verkocht!2) Wat sindsdien van de toen nog bestaande koperplaten geworden is weet men niet. Van enkele gewesten, n.l. van Friesland en Gelderland, ver schenen ook na 1650 geschiedwerken met plattegronden van steden. De 14 boeken van de Gelderse geschiedenissen van mr. Arend van den Slichtenhorst (1653 en 1654) zijn grootendeels een vertaling van Pontanus' Historia Gelrica. De plattegronden en prospecten van Nijmegen, Zutphen en Arnhem zijn minder mooie navolgingen van de gravures in Pontanus, maar ook van eenige kleinere steden zijn nu plattegronden opgenomen. In 1664 verscheen Schotanus' Beschrijvinge van Frieslandt met plattegronden met erboven steeds een prospect van de 11 Friesche steden ook van Hindeloopen. Van de meeste steden is de oriëntatie van plattegrond en prospect dezelfde.3) Volgens Bodel Niienhuis en Eekhoff zijn deze fraaie plattegronden geen oorspronkelijk werk, maar een navolging van de kaarten van Blaf.u, op kleinere schaal, met de gezichten op de steden erboven. Alleen van Hindeloopen hebben Haacma en Gravius een nieuwe plattegrond bijgevoegd, omdat Blaeu daarvan alleen een prospect had.4) Bodel Niienhuis en Eekhoff geven voorts een uitvoerige be schrijving van een groote wandkaart van Friesland, die kort na 1664 moet zijn vervaardigd.5) Volgens den wensch van de Heeren Staten van Friesland moest deze kaart omgeven worden door een uitvoerige gedetailleerde beschrijving van de provincie in het algemeen en van de steden in het bijzonder, zoodat alles samen een tafereel zou opleveren van die „beste heerlijckheyt van 't Christendom, welke de 2) Eekhoff [39], blz. 415. 3) Zie bijlage 5. 4) [38], blz. 40, noot 1. 5) [38], blz. 47 50, no. 57. Volgens mededeeling van den Rijksarchivaris in Friesland is op het oogenblik niet na te gaan, waar deze kaart zich bevindt. De kaart was vroeger in bewaring bij het Friesch Genootschap te Leeuwarden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 17