120
in strijd met de werkelijkheid, een groot aantal muurtorens geheel
cirkelvormig, terwijl ze alleen aan de buitenzijde van de ommuring
en dus halfrond waren. Ook hier dus, een gelukkige samenvatting
van wat oudere afbeeldingen reeds gaven, dit wat verbeterd en
aangevuld, maar geen zelfstandige karteeringsarbeid
Van een reeks Overijselsche steden, n.l. van Deventer, Kampen,
Zwolle (met de IJsellinie), Hasselt, Oldenzaal, Steenwijk en Vollenhove
bestaan kleine plattegronden zonder uitgeversadres of eenige nadere
aanduiding. Mr. Fockema Andreae veronderstelt, dat deze kaartjes
bestemd waren ter versiering van de groote wandkaart van Overijsel,
vervaardigd in 1652 door Nic. ten Have.1) Deze kaartjes komen
behoudens kleine verschilpunten met Blaeu's plattegronden overeen.
Zij zullen wel op eenzelfde oorsprong teruggaan!
De plattegrond van Groningen behoort tot de allerfraaiste uit
Blaeu s stedenboek. De nieuwe stadsuitbreiding aan de Noordzijde
van de stad en de ruime ring van pas-aangelegde bolwerken zijn
voltooid. De kaart vertoont zeer veel overeenkomst met de groote
plattegrond van Groningen vervaardigd waarschijnlijk in het jaar
1643 door den stadsbouwmeester Egbert Haubois en door den goud
smid Jan Lubberts Langeweerd gegraveerd. Van deze plattegrond, die
niet minder dan 111 X 91,5 cM. meet, waarop ook een prospect
van Groningen voorkomt, zijn slechts enkele exemplaren bewaard
gebleven, die later zijn bijgewerkt. Peters, die een facsimile-uitgave
van deze kaart verzorgde,2) meende, dat Blaeu S kaart als grondslag
voor de plattegrond van Haubois had gediend. Vermoedelijk zal juist
omgekeerd Blaeu van de plattegrond van Haubois hebben gebruik
gemaaktIn ieder geval komt aan Blaeu de verdienste toe, dat de
kaart van Haubois, die om de een of andere reden niet gepubliceerd
werd, aldus, zij het op veel kleiner formaat dan het oorspronkelijke,
onder het publiek gebracht werd.
Ten aanzien van de plattegronden van 's Hertogenbosch en
Maastricht vermoed ik, dat de kaart van Braun en Hogenberg als
uitgangspunt is genomen en dat onder invloed van de afbeeldingen
van de krijgsbedrijven op vrij uitvoerige kaarten, waarvan ook nadrukken
in Blaeu s atlas voorkomen, het noodige is aangevuld en gewijzigd.
Roermond en Venlo, nu binnen de grenzen van het Koninkrijk der
S. J. Fockema Andreae. Het kaartbeeld van Overijssel 1550-1850. Ver
slagen en mededeelingen Overijsselsch Regt en Geschiedenis, deel 55 (1939). blz.
T im' h,'ervan ,blz- ,47 (overdruk blz. 231. Deze kaartjes zijn later - blijkbaar van
dezeltde koperplaten - ook gedrukt in de atlas van jANSSONIUS. Zie hieronder
bijlage 7, blz. 139 Zie ook KLEERKOOPER en VAN STOCKUM, a. w. I, blz. 633.
2) Peters [42], afb. x plaat 5, 6, 7 en 8.
121
Nederlanden gelegen, moet men zoeken in het andere deel van de
stedenatlas, waarin de Zuidelijke („Koninklijke Nederlanden worden
behandeld. Ook hier zal het plan van Braun - Hogenberg het voor
beeld zijn geweest.
Wij hebben aldus getracht een overzicht van de plattegronden
in Blaeu's stedenatlas te geven, waarbij wij bijzondere aandacht hebben
geschonken aan nawijsbare „Vorlagen" en, voorzoover dat ons mogelijk
was, aangeduid hebben uit welk jaar het kaartbeeld, dat Blafu ons
voorzet, dateert. Wij hebben hierbij opgemerkt, dat slechts zelden
een plattegrond, die op een nieuwe opname van het terrein berust,
wordt gegeven. In de meeste gevallen heeft Blaeu een bestaande
kaart als grondslag genomen, deze op het formaat van zijn atlas
gebracht en, waar mogelijk, wijzigingen en aanvullingen aangebracht.
Wat aldus ontstaan is, noemt mr. Fockema Andreae terecht: „geen
mijlpaal in de geschiedenis van de kartografie, wèl een monument
van uitgeversdurf, van druk-, graveer- en bindkunst, een product van
Amsterdamsche cultuur in zijn volste ontplooiing. Ten aanzien
van de stedenatlas van de Nederlanden kunnen wij ons bij deze
conclusie aansluiten. Géén zelfstandige kartografische arbeid, maar
een schitterende samenvatting van de in kwaliteit zeer uiteen-
loopende producten van de Nederlandsche stadstopografie.
Vergelijken wij tenslotte Blaeu's stedenatlas met de plattegronden
vervaardigd door Jacob van Deventer! Uiterlijk wint Blaeu het zeker,
alle plattegronden zijn afgebeeld in mooie gravure met fraaie vignetten
versierd, meest op een dubbel folioblad. Maar kartografisch gezien
is er het bezwaar van de steeds wisselende oriëntatie en van de
ook altijd weer andere schaal. Noch schaal, noch oriëntatie wordt
op de kaarten vermeld. Ook de waarde van de kaarten is zeer ver
schillend, naarmate Blaeu een goed voorbeeld heeft kunnen volgen
(Amsterdam, Rotterdam, Groningen) of zich heeft moeten tevreden
stellen met een verouderde, minder juiste kaart (Beverwijk In tegen
stelling hiermede zijn de plattegronden van Van Deventer naar wij
aannemen het resultaat van eigen opmetingen op het terrein, alle
kaarten zijn op gelijke wijze bewerkt, hebben dezelfde oriëntatie
en schaal. Ook voor onderlinge vergelijking zijn zij bij uitstek ge
schikt. Kartografisch winnen de kaarten van Van Deventer het dus
verre van Blaeu.
5. FOCKEMA ANDREAE. De atlas van BLAEU. Elsevier's maandschrift
deel 84 (1932), blz. 377.