llü
behoort tot die groote wandkaarten, op schilderijen van Vermeer afge
beeld, die thans in ons land vrijwel onvindbaar zijn, in buitenlandsche
musea tot de uiterste zeldzaamheden behooren, en die ons, wanneer
eenmaal samengesteld is, wat er nog van bewaard is, eerst in staat
zullen stellen een volledig oordeel over de beteekenis van de oud-
Hollandsche cartographie te vellen".
Een ander exemplaar trof Dr. Wieder aan in de Stads-Bibliotheek
te Breslau. Ook op deze kaart is vermeld: ,,'t Amsterdam Gedruckt
by Henricum Hondium op den Dam in den Atlas 1629". Wat voor ons
onderwerp van belang is, is dat onder de kaart een serie plattegronden
van de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en
Gouda is aangebracht.
d. Boxhorns Theatrum Hollandiae en andere voorloopers van Johan Blaeu's
stedenboek van de Vereenigde Nederlanden.
Weer enkele jaren later, n.l. in 1632 verscheen te Amsterdam
bij Hendrik Hondius het Theatrum sive Hollandiae Comitatis et
urbium nova descriptio, geschreven door den 20-jarigen Leidschen
hoogleeraar Marcus Zuerus Boxhorn. In 1634 zag een Nederlandsche
vertaling van dit boek het licht. De tekst van den jeugdigen professor
schijnt grootendeels een compilatie uit Guicciardini en andere schrij
vers te zijn. Onze belangstelling gaat meer uit naar de platen, die
het boek illustreeren.
Allereerst zijn dit een vijftal kaartjes, alle, evenals de hierna
te vermelden plattegronden, in oblong formaat, metende ongeveer
23 X 15 c.M. n.l. 1. Het Graafschap Holland. 2. Delfland, Schieland
en aangrenzende eilanden met Voorne, Goeree, Overflakkee en
IJselmonde. 3. Het eiland van Dordrecht, de Alblasser- en Krimpe-
nerwaard met het Zuid-Oosten van de tegenwoordige provincie Zuid-
Holland en het Noord-westen van het huidige Noord-Brabant 4
Rijnland en Amstelland en omgeving en 5. Noord-Holland boven het
IJ met West-Friesland. Op elk deze vijf kaartjes staat vermeld:
„sumptibus Henrici Hondii op 1, 4 en 5 bovendien ,,auctore Balthasaro
Florentio a Berckenrode". Het lijkt mij niet twijfelachtig, dat ook 2 en
3 naar kaarten van dezen zijn bewerkt. In het verdere boek volgt
een reeks van niet minder dan 40 plattegronden van Hollandsche
steden en stadjes. Een naam van kaartmaker of graveur wordt ner
gens vermeld. Wij willen in het midden laten, wie de kaartjes ge-
Ongeveer tegelijkertijd leefden te Amsterdam twee naamgenooten HENDRIK
HONDIUS. die vaak verward worden. Zie F. J. HOOGEVEEN. HENDRIK HONDIUS (2 x)
in N. N.B.W. VIII (1930), kolom 805-807.
111
graveerd heeft. Na het bovenstaande lijkt het echter niet twijfelachtig
of aan van Berckenrode moet het vaderschap van het kaartbeeld,
zooals het is weergegeven, worden toegekend.
Immers wij zagen, dat deze reeds voor het graveeren van zijn
kaarten van de Hoogheemraadschappen en van Holland met Hondius
in betrekking stond. Op exemplaren van de kaart van Holland komt
een reeks plattegronden van de zes groote steden van Holland voor.
Het zou ons niet verwonderen, als dit dezelfde gravures waren, die
in het Theatrum zijn afgedrukt. In dit laatste boek zijn bovendien
verkleinde landkaarten van van Berckenrode opgenomen. En dan nog
is deze de man, die enkele jaren tevoren voortreffelijke plattegronden
op groot formaat van Amsterdam en Rotterdam teekende. Dit alles
maakt het zeer waarschijnlijk, dat ook de reeks anonieme platte
gronden in Boxhorns Theatrum op het kaartbeeld, zooals het door
Van Berckenrode is ontworpen, teruggaat.
Een andere vraag is, hoe de plattegronden in Boxhorns Theatrum
zijn ontstaan. Wij stellen ons voor, dat Van Berckenrode steeds de
beste kaart, die beschikbaar was, als voorbeeld heeft genomen. Van
Amsterdam en Rotterdam zal hij zijn groote kaarten verkleind hebben.
Ook van andere steden, zooals Haarlem, Leiden, Dordrecht en Gouda
kan hij andere kaarten van grooter formaat als voorbeeld gebruikt
hebben. Maar als niets beters bij de hand was waren er zijn land
kaarten op groote schaal, waar de steden en stadjes nauwkeurig
op waren afgebeeld. Dit verklaart ook, dat niet alle plattegronden
in Boxhorns Theatrum de plaatsen even juist weergeven.
Leerzaam is wat wij door een toeval weten over de plattegrond
van Beverwijk.2) In het Rijksarchief te Haarlem berusten foto's van
een handschrift in klein-kwarto in 56 bladen bevattende een vol
ledig stel schetsen in vogelperspectief met de pen geteekend door
Daniel van Breen. 3)
Deze verzameling fragmentarische schetsen is niets anders dan
de omvangrijke voorarbeid van den graveur voor de teekening van
de plattegrond van Beverwijk in vogelvlucht. De tot de collectie
Een vergelijking van de plattegronden bij Boxhorn met die op VAN BERCKEN-
RODE'S kaart van Rijnland heeft mijn vermoeden, dat er verwantschap bestaat, ver
sterkt. In de meeste gevallen is de gelijkenis treffend
-) Het hier volgende is ontleend aan het belangwekkende en uitvoerig geïllus
treerde en gedocumenteerde artikel van den burgemeester van Beverwijk Mr. H.
SCHOLTENS DANIEL VAN BREEN en zijn voorarbeid voor een plattegrond van Bever
wijk in vogelperspectief. Oudheidkundig laarboek 9 (1940). blz. 10—14.
3j Dit handschrift was vroeger in het bezit van den heer H. I. HESHUyZEN te
Haarlem, overleden c. 1900. Waar het handschrift nu berust is niet bekend.