108 Xhaerte is by my Floris Balthazar ghesworen Lantmeter begost inden |are XVI C ende thienWesende by my Floris Balthazar voorsz. voleynt ende met syn Soon Balthazar Florissen, inden (are XVI C ende vijfthien." Van deze kaarten van Delfland, Schieland en Rijnland bestaan exemplaren, waar de afgedrukte kopergravures samen een groote wandkaart vormen. Daarnaast bestaan kaartboeken, waarin de kaarten van Rijnland (22 bladen), Delfland (9 bladen) en Schieland (13 bladen) met nog bladen voor voorwoord, titelblad, wapens etc. tot een kaartboek zijn vereenigd. De koperplaten van de kaart van Delfland zijn in 1617, na den dood van Floris Balthazar, door het Hoogheem raadschap gekocht, maar deze platen werden later voor bijgewerkte uitgaven gewijzigd en gebruikt. Ook de 24 koperplaten van de kaart van Rijnland werden door de erven van Floris Balthasar aan dat Hoogheemraadschap verkocht en deze koperplaten zijn ongewijzigd in het archief van Rijnland bewaard gebleven. Zij hebben dienst gedaan voor de prachtige door mr. S. J. Fockema Andreae verzorgde reproductie-uitgave, die in 1929 bij Martinus Nijhoff het licht heeft gezien. Al deze kaarten behooren tot de fraaiste producten van de Noord-Nederlandsche kartografie, toen de kunst om mooie en be trouwbare kaarten te maken nergens met meer kunde, goede smaak en succes werd beoefend dan in ons land. Begrijpelijk is, dat men deze kaarten ook op kleiner formaat meer toegankelijk wilde maken voor een grooter publiek. Zoo verschenen Delfland en Schieland samen op één blad, en Rijnland afzonderlijk, beide met het jaartal 1629, in een door Henricus Hondius in Amster dam uitgegeven atlas. Wij vermeldden reeds, dat het karteeringswerk, begonnen door Floris Balthasar, door dezen voltooid werd met behulp van zijn zoon Balthasar Florisz. van Berckenrode. Naarmate de vader ouder en de zoon meer bedreven in het vak werd zal het aandeel van dezen laatste zijn toegenomen. Floris Balthasar overleed in 1611 te Delft. Als werk van Balthasar Florisz. alleen staan twee prachtstukken van plattegronden bekend, die van Amsterdam en Rotterdam, beide stukken even zeldzaam als fraai. De plattegrond van Amsterdam van 1625, gegraveerd op 9 bladen, samen 1.37 M. hoog en 1.60 M. breed, wordt terecht de fraaiste plattegrond genoemd, die van die stad gemaakt is, tevens de eerste plattegrond met alleszins juiste verhoudingen. De schaal is 1 1920, de gebouwen zijn met groote nauwkeurigheid weergegeven. De koperen platen werden later voor aangevulde nieuwe uitgaven gebruikt en zijn niet bewaard gebleven. 109 De plattegrond van Rotterdam is op vier bladen gegraveerd en wordt terecht geprezen als „een zeer fraaie gravure, duidelijk en juist van teekening. De huizen zijn er zoo nauwkeurig op aangegeven, als ware het een kadastrale kaart". In 1626 verleende de Staten-Generaal octrooi aan „Balthasar Florisz. van Berckenrode, gezworen Landmeeter ende Evert Simonsz. Hamersvelt, plaetsnyder, beyde wonende te Amster dam Ook deze kaart is uiterst zeldzaam, zóó zeldzaam, dat Bodel Nijenhuis, toen hij in 1845 zijn verhandeling schreef over Floris Balthasar en zijn zoons, geen exemplaar van deze kaart kende. Gelukkig is de kaart in een moderne reproductie-uitgave voor ieder toegankelijk gemaakt. Waar door het in kaart brengen van de drie groote Hoogheem raadschappen reeds van een groot deel van Holland een voortreffelijke kaart vervaardigd was is het niet verwonderlijk, dat Balthasar Florisz. nu ook van het geheele gewest een kaart op groot formaat maakte. Het octrooi van de Staten-Generaal, gedateerd 29 Februari 1620 luidt als volgt: „Is Mr. Balthasar Florisz. Lantmeeter ende Caerte- maecker, geaccordeert octroy, omme voor den tijt van negen jaren naestcomende, alleene in dese Vereenichde Provinciën te mogen doen drucken ende uytgeven de caerteringe by hem, met zijn vader zaliger Mr. Floris Balthasar gemaect, ende in 't cooper gesneden van Rhijnlandt, Delfflandt, ende Schielandt, diewelcke hij nu bij den anderen heeft gevoecht ende de reste van Hollandt daer beneffens in 't geheel gequartiert (lees gecarteerdende in 't cooper gesneden, volgende het project daervan ais nu getoont. Verbiedende 3 |uni 1620 werden door de Staten-Generaal aan Balthasar Florisz. 144 ponden voor levering van 12 exemplaren van deze kaart uitbetaald. Ook deze kaart is zeer zeldzaam. Dr. Wieder beschrijft een tweetal exemplaren, beide in 1629 dus eenige jaren na de eerste uitgave door Hendrik Hondius in Amsterdam in het licht gegeven.2) Het ééne exemplaar hangt in het West-Friesch Museum te Hoorn en meet 114 X 170 c.M. met en 93 X 143 c.M. zonder de rand. Boven aan de rand staat als opschrift: „Nova et accurata totius Hollandiae West-Frisiaeque topographia, descriptore BalthasaroFlorentio A Bercke- rode Batavo". De kaart wordt door Wilhelmus Caesius (Willem Blaeu) opgedragen aan de Staten van Holland. Dr. Wieder noemt deze kaart „het zeer weinig bekende vierde hoofdwerk van den beroemden landmeter, voor een deel samenstelling van zijn vorige kaarten van Schieland, Delfland en Rijnland, maar op nog grooter schaal. Ze Unger (21). 2) F. C. Wieder (1), blz. 479-523 en 678 - 706, vooral blz. 508-509 en 705. Nederlandsch Archievenblad 1941—1942 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1942 | | pagina 10