66
de plaatsnaam (in dat geval Gent) voorkomt en waar dus de kans
bestaat, dat men met een van die plaatsnaam afgeleiden familienaam
te doen heeft.
Waar geen twijfel bestaat, wordt natuurlijk de plaatsnaam niet
opgenomen. B.v. worden van den naam Mattheus van der Goes
Andriesz. slechts drie fiches gemaakt, n.l. Goes, Mattheus Andriesz.
van der Goes, Andries van der G. en Andriesz., Mattheus. Zie ook:
Goes, van der, maar de datum (14 Maart 1604) wordt niet aange-
teekend op het fiche„Goes".
Een voornaam ding is ook de ver doorgevoerde „normalisatie"
van namen: Maarten, Marten en Merten gaan alle op: Marten,
Lodewijc(k), Louis en Lowijs alle op: Lodewijcfk). Theunis, Toenis.
Tuenis, Teunis alle op: Teunis, Guillaume met alle zijne variaties alle
op: Willem. Overal, waar zulks noodig is, wordt verwezen: Thoenis:
zie Teunis; Tomas: zie Thomas, Guillaume: zie Willem. Achternamen
worden, indien zij in verschillende spellingen voorkomen of wanneer
niet uit te maken is, welke spelling de juiste is (wanneer een persoon
met verschillende spellingen voorkomt) eveneens genormaliseerdBos,
de Bos, Bosch, van den Bos(ch) gaan alle op: Bos, met, voorzoover
noodig, verwijzingen. Zoo ook Berg, van den Bergh, van Bergen, enz.
en van der Heyden, Heiden, van Heide, enz.
In het algemeen gaan de vrouwsnamen aan de mansnamen vooraf,
zoo b.v. bij het veelvuldig voorkomende patronymicum Jansz. (Jansdr.)
eerst alle Jansdochters: Jansdr., Abigail; Jansdr., Agneta; Jansdr.,
Anna (deze weder in chronoloische volgorde: 21-8-1605, 17-9-1606,
18-11-1607; 1-6-1608; 3-1-1610); Jansdr., Baertge; Jansdr., Barbel;
Jansdr., Elisabeth; Jansdr., Elsken, enz. Dan volgen de Janszoons:
Jansz., Aert; Jansz., Adriaen; Jansz., Andries; Jansz., Arent, enz.
Ook bij familienamen wordt hetzelfde stelsel toegepast. Nemen
wij b.v. den Dordtschen familienaam van Beaumont. Dat alle met de
spelling „van Beemont" voorkomende personen ook op „van Beai/mont"
worden geplaatst, spreekt vanzelf.
Wij vinden dan achtereenvolgens: 1) Aalke Cornelisdr. van
Beaumont (24-4-1616) (zie no. 24); 2) Geertruyt Gijsbrechtsdr. van B.
(31-8-1608) (zie no. 13); 3) Cornelia Cornelisdr. van B. (7-6-1609)
(zie no. 23); 4) Cornelia Johansdr. van B. (13-12-1615) (zie no. 20);
5) Margriete Cornelisdr. van B. (12-11-1617) (zie no. 27); 6) Pieterken
Pietersdr. van B. (10-4-1605) (zie no. 30); 7) Aart van B. (G.) (4-9-1616)
(zie no. 31)8) Adriaen Jansz. van B. (4-12-1611) (zie no. 19); 9) Anthonie
van B. (28-5-1606); 10) Anthoni Jansz. van B. (4-12-1611) (zie no. 18);
11) Frans Cornelisz. van B. (23-4-1606) (zie no. 21); 12) Frans Cornelisz.
van B. (G.) (14-8-1608) (zie no. 22); 13) Gijsbrecht van B. (G.) (31-8-1608
67
(zie no. 2); 14) Govert van B. (G.) (13-4-1608) (zie no. 28); 15) Govert
van B. (G.) (12-9-1616) (zie no. 29); 16) Govert van B. (G.) (7-8-1616)
(zie no. 25); 17) Govert van B. (G.) (30-7-1617) (zie no. 26); 18) Jan
van B. (G.) (19-6-1611(zie no. 10); 19) Jan van B. (G.) (4-12-1611)
(zie no. 8); 20) Cornelis van B. (G.) (23-4-1606) (zie no. 11); 22) Cornelis
van B. (G.) (24-8-1608) (zie no. 12); 23) Cornelis van B. (G.) (7-6-1609)
(zie no. 3); 24) Cornelis van B. (G.) (24-4-1616) (zie no. 1); 25) Cornelis
Govertsz. van B. (G. f) (7-8-1608) (zie no. 16)26) Cornelis Govertsz.
van B. (f) (30-7-1617) (zie no. 17); 27) Cornelis van B. (G.) (12-11-1617)
(zie no. 5); 28) Laurens Govertsz. van B. (13-4-1608) (zie no. 14);
29) Laurens Govertsz. van B. (12-9-1610) (zie no. 15); 30) Pieter
van B. (G.) (10-4-1605) (zie no. 6); 31) Willem Aertsz. van B. (4-9-1616)
(zie no. 7).
Als stelregel is aangenomen mist de namen van nog twintig
personen te klapperen (en daarbij ook de namen van hen, van wie
niet bekend is, of zij in leven dan wel reeds overleden zijn) en daar
na die van de overledenen.
Er blijven natuurlijk moeilijkheden over: zoo heb ik mij nooit
gewaagd aan normalisatie van te Dordrecht in het begin der 17e eeuw
veelvuldig voorkomende Engelsche namen (er lag n.l. te Dordrecht
een Engelsch garnizoen), daar die veelal zoo verhollandscht of ver
haspeld zijn, dat het niet wel mogelijk is er de „goede" namen uit
te construeeren. Deze moeilijkheid is trouwens voor de mansnamen
ondervangen, doordat naar deze namen verwezen wordt in de in
dex der beroepen onder „Engelsch soldaet", terwijl ook van het
voorkomen van de aanduiding „Engelschman" aanteekening is voor
gehouden, zoover deze „burgers" betrof.
Blijkt uit een en ander archiefstuk onomstootelijk, dat eene familie
of een persoon, die eerst met patronymicum voorkomt ook of later
onder een bepaalden familienaam voorkomt, dan wordt ook de familie
naam ingevoegd, met eene verwijzing naar en van het patronymicum
en met eene verwijzing naar de bewijsplaats.
Merkwaardig is te Dordrecht, dat vele familienamen, die in het
einde der 16e eeuw en het begin der 17e eeuw nog worden gebruikt,
later in onbruik geraken om tegen het einde der 17e eeuw weer
boven te komen. Soms ook blijft zulks een naam wèl in gebruik in
notarieele acten, maar niét in de retroacta van den B.S.
Dergelijke plaatselijke eigenaardigheden komen natuurlijk overal
voor en de beheerder van ieder archiefdepot leert ze langzamerhand
kennen en wordt erop verdacht. Ook zij worden te Dordrecht in de
klappers verwerkt.
De hier behandelde klapper is bij uitzondering vervaardigd in