132 133 Het Stadsboek Doch daar is ook aanwezig het oude stadsboek, waarvan de griezelige over levering verhaalt dat het in menschenleer gebonden zou zijn Maar men mag er ook aan twijfelen. Want in de stadsrekening staat een post genoteerd voor het laten copieeren van stukken in het Fraterhuis, en het is onwaarschijnlijk dat de brave fraterheeren zulk een zonderlinge leersoort voor het inbinden zouden gebezigd hebben. In zoo'n stadsboek staan natuurlijk allerhande curieuze zaken opgeteekend. Men vindt er een copie van den stadsbrief van 1230 en ook de stadsrechten. Maar de lien Geboden Gods staan er niet in! En zooals men weet, is er wel eens een onge lukje mee gebeurd. Vlak daarbij vindt men n.l. de afschriften van een aantal stukken behoorende tot het proces, dat de stad in 1415 voerde met den Officiaal te Utrecht en even verder ziet men de „sententie", dus het vonnis, waarbij FREDERIK VAN BLANKENHEIM de Zwollenaren excommuniceerde en hen met het interdict sloeg. En dat was nogal erg. Ter herinnering het volgende: Al vóór 1400 is het gepasseerd, dat een pater FOPPENS van Gouda begonnen was met het timmeren van een klooster. De schepenen bemerkten het en lieten hem voor zich verschijnen. Zij zeiden dat hij geen permissie had om te bouwen en legden hem een boete op. De pater vroeg: Waarom? Het antwoord luidde: „Omdat aldus geschreven staat in het stadsboek. Al wie in de stad wenscht te wonen, moet zich houden aan onze bepalingen of boete betalen!" Maar de pater repliceerde: „Als jullie dan zoo strikt de hand houden aan wat in uw boek staat, nou, dan moeten jullie de Tien Geboden Gods er ook maar in schrijven en dan zal ik wel 'n „olde schild" als belooning geven aan den schrijver Lucie-nacht 1416 Is dit antwoord niet kenschetsend voor de gespannen verhoudingen die er toen heerschten? Kort na 1400 nam de invloed der gilden toe èn het liep van kwaad tot erger. Eenerzijds vond men toen de aanhangers der moderne devotie, die op 't voor beeld van GEERT GrOOTE en FLORENS RaDEWIINS de onthechting aan de aardsche goederen preekten, anderzijds floreerden de zaken der gilden en deze wilden de macht in handen nemen. Nu was er in die jaren 'n Benedictinessenklooster aan het Zwartewater, dat onder invloed van de moderne devotie verplaatst werd naar Hattum. Uit vrees, dat er te veel goederen in de doode hand zouden geraken en ook omdat talrijke wel gestelde dochters daar den sluier gingen aannemen, maakte het stadsbestuur daar tegen 'n achttal draconische bepalingen. De landsheer liet het er niet bij zitten, gelastte de stad deze kloosterparagraphen te schrappen, belegde Zwolle met het interdict en bovendien nog met een boete van 1000 mark zilver. Daarbij komt, dat de oldermans, de hoofden der gilden, hoe langer hoe roeriger werden. Kondigde de magistraat een bepaling af van 't stadhuis, dan zaten de gildebroeders aan den overkant te schreeuwen en verwekten opstootjes, Hieraan moest een einde komen. Men kent het gruwelijk verloop. HERMAN VAN WYTMAN (VAN WYTHMEN) trok naar den bisschop, deze verzekerde zich van den steun van Kampen en Deventer. Op den avond van den 12en December gingen de gilden onder een stevigen dronk, naar oud Uermaansche zede, het feest van het licht, het Lucie-feest vieren. Inmiddels waren de krijgsknechten vermomd, mogelijk op hooiwagens, binnen gesmokkeld. I oen de klok het middernachtelijk uur verkondigde stopte zij niet na den twaalfden slag maar klepte honderdmaal. De feestvierders kwamen overeind, maar het was te laat, het huis was omsingeld. Velen werden gegrepen en ter plaatse geëxecuteerd. Maar daarmee was het nog niet afgeloopen. Zij, die genade kregen, werden in bal lingschap gestuurd en deze lieden hebben het later de stad nog lastig genoeg gemaakt. Daarover zijn nog heel wat documenten aanwezig. Eenige curiosa Voor liefhebbers van autographen is het om er te grasduinen. Men vindt er handteekeningen van MARIA VAN OOSTENRIIK, van graaf ARIMBERG, van SCHENCK VAN TOUTENBURGH, van ALVA en WlLLEM VAN ORANIE, van LEICESTER, van MAURITS en nog vele anderen. Ook is er aanwezig het oudste officieele stuk, dat te Zwoile gedrukt is, n.l. de Landbrief van bisschop DAVID VAN BOURGONDIË uit 1478. Een prachtige incunabel, de letters zijn nog met rooden inkt bewerkt. Ook is aanwezig de capitulatie uit 1672, toen de stad zich zonder slag of stoot aan den bisschop van Munster overgaf. Deze schijnt inmiddels den smaak van de harde Hollandsche rijksdaalders te pakken gekregen te hebben. Want nauwelijks is hij als vijand afgetrokken of hij schrijft alweer een briefje met „gueter Freundt er boven om zijn handel in Bentheimer zandsteen te bevorderen. En wat belangstelling zal trekken er zijn nog twee rekeningen bewaard betref fende het „Vrouw-mens", dat in 1717 door de boeren op den Kranenburg werd gevangen. Het wilde meisje werd bij vrouw ORTEN uitbesteed voor zegge één gulden per week. En ze kreeg nog kleeren ook. Ziehier haar garde-robe: een jak van f 1.10, een rok van 'n gulden, twee hemden, een schorteldoek, twee „treckmussen" van 10 stuver en een paar kousen van twee stuver dat is alles! Zoo vindt men hier allerlei zaken bijeen, te veel om op noemen. En de gids, dien men er vindt, is de beste dien men zich wenschen kan. Het is voor den heer GEESINK natuurlijk een heel werk geweest uit den grooten voorraad materiaal precies datgene te étaleeren, wat de directe belangstelling trekt. Want, zooals men weet, waren 'n groot aantal stukken veiligheidshalve „elders opgeborgen. De archiefruimte Er is nog een reden, waarom een bezoek aan het archief kan worden aange raden. En dat is deze. Sinds tientallen jaren komen alhier periodiek stadhuisplannen opduiken, om de eenvoudige reden, dat de huisvesting van ons gemeentebestuur niet meer in overeenstemming is met onzen tijd. Voor het archief geldt dit in de hoogste mate. Het zal zelfs aan ondeskundigen opvallen, dat de ruimte aldaar niet voldoet aan de eischen, die voor zoo'n lokaal gesteld moeten worden. Men herinnert zich, hoe omstreeks 1925 eens de bliksem op het gebouw is geslagen, hoe een gat in de zoldering sloeg, hoe het regenwater naar binnen gutste en dat het uitsluitend aan de doortastendheid van den heer WlINBEEK was te danken, dat er geen onherstelbare waterschade aan de documenten is aangericht. Zwolle heeft een rijk archief. Niet alleen aan oude oorkonden en manuscripten, maar er zijn ook prachtige oude kaarten o.a. een complete Bleau s atlas. Zoo is er voor „elck wat wils" aanwezig. Tot Zaterdag - dus slechts een paar dagen - blijft het materiaal uitgesteld. Een archief is een openbare instelling, een ieder mag dus van de gelegenheid gebruik maken om daar een kijkje te nemen. Overijselsch Dagblad, 27 Maart 1940. Particuliere archieven. Het archief van het N ed e r I a n d sc h e Rundveestamboek. - De grootste en belangrijkste organisatie in ons land op het gebied van de rationeele huisdierenteelt is het Nederlandsch Rundvee Stamboek (N.R.S.). Deze instelling heeft in den loop van den tijd een groot aantal gegevens ver-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 26