116 Er zijn drie verschillende handen in te onderscheiden, de beide eerste waarschijnlijk uit het begin, de derde uit de laatste helft der 16de eeuw. De eerste loopt door tot midden in het 7de kapittel, de tweede heeft waarschijnlijk oorspronkelijk de geheele kroniek afgeschreven, maar daarna zijn de laatste bladen van de vierde katern verwijderd en op twee nieuwe bladen heeft de derde schrijver het 76ste hoofd stuk, dat hierdoor was afgebroken, voortgezet en er de twee laatste kapittels aan toegevoegd. Daarin worden slechts eenige genealo gische bijzonderheden over Walraven en zijn zoon Reinout mede gedeeld. Aangezien wel de dood van Reinouts zoon Lodewijk in 1557 niet die van Hendrik in 1568 vermeld wordt, moeten ze tusschen deze jaren zijn opgesteld. Misschien zijn zij identiek met de aantee- kenmgen over Walraven, Reinout en Hendrik van het Detmoldsche handschrift (no. 429). De laatste katern bevat van dezelfde hand nog e geslachtslijsten van Vianen, Egmond en Culemborg, die eveneens in no 429 voorkomen. Daar het laatste jaartal hierin 1564 is, kan men het vervolg van deze kroniek nog nader dateeren tusschen 1564 en 1568. Gezien de verbeteringen en aanvullingen in dezelfde hand is het waarschijnlijk door den maker zelf geschreven. Op het schutblad staan eenige schrijfproeven o. a. de naam Arnoldus Lants. Het tweede handschrift is een leenregister van de hofstede (Oud-) A kemade van 1553-1611, genummerd 3. In het in 1933 door het Algemeen Rijksarchief verkregen archief van deze huizinge bevinden zich het v„fde register van 1686-1795 en een repertorium op alle v. desMs nog bestaande registers, dat c. 1742 moet zijn opge maakt. In dat laar moet dit register nog bij de andere, die op het bovengenoemde deel na zijn verloren, berust hebben. Tot hetzelfde archief zal ook het derde deel behoord hebben: een blafferd van de goederen en inkomsten van |ohan van Alkemade en zijn echtgenoote Agatha van Berckenrode, begonnen in 1582 en voortgezet tot 1586. Deze zijn de ouders van Siibrand van Alkemade, die in 1614 de hofstede koopt van Willem graaf van Hamale, afstam meling langs vrouwelijke lijn van een andere tak van het geslacht Alkemade Het is niet onmogelijk, dat het vierde handschrift eveneens van dezelfde herkomst is; het is een compendium van afschriften van privilegies tractaten, plakkaten, vonnissen, schimpdichten etc. meest uit de 16 e eeuw, in het bijzonder uit den tijd van den opstand en heeft voornamelijk op Kennemerland en speciaal op Haarlem betrekking. S. VAN Leeuwen, Batavia lllustrata, deel II, blz. 833 vlg. en 923. 117 Voorts staan hierin talrijke afschriften uit de Divisie-kronieken andere historische aanteekeningen, eveneens meerendeels betreffende Haarlem en omstreken, en een afschrift van „Die Cronick van Leeuwenhorn, voortijds omtrent der Zijpen gelegen,etc." De laatst ge dateerde aanteekening is een afschrift van een brief over de vrede handeling te Keulen in 1592. Aangezien de schoonvader van boven genoemde joHAN van Alkemade, Siibrand van Berckenrode, in 1572 schepen van Haarlem was en evenals zijn broeders een werkzaam aandeel aan den opstand heeft genomen2), ligt de veronderstelling voor de hand, dat dit handschrift van deze familie afkomstig zou zijn; een nader bewijs is echter niet gevonden. Tenslotte bevindt zich hierbij een 17de-eeuwsche verhandeling over de ridderhofsteden van Utrecht met beschrijvingen van de hiertoe behoorende huizen, lijsten van de in de Ridderschap beschreven edelen, van maarschalken en andere hooge ambtenaren van het Sticht. De kaarten, opgenomen in den inventaris der Nederlandsche kaarten van Hingman, betreffen uitgezonderd een 16de-eeuwsche kaart van Europa hoofdzakelijk perceelen land in Rijnland, voornamelijk in Warmond en omgeving. De vraag rijst, hoe deze verzameling bij het Hofje van Hooge- lande is terecht gekomen. Bij onderzoek bleek, dat in het archief van die stichting, dat zich thans in bruikleen op het gemeente-archief te s-Gravenhage bevindt, nog talrijke stukken berusten van leden van de geslachten Alkemade en Cousebant, die tot 1820 heeren van de hofstede (Oud-)Alkemade zijn geweest, en hun aanverwanten. Van het archief dezer huizinge had echter, als boven vermeld is, het Algemeen Rijksarchief later een ander gedeelte, afkomstig van de 19de-eeuwsche bezitters, de familie Van Eyck Biileveld, verworven, bestaande o. a. uit een deel van de Ieenregisters met eigendoms bewijzen en beleeningen, ook uit den tijd van de bovengenoemden geslachten. Uit verschillende stukken bleek nu, dat er meer dan één verbinding heeft bestaan tusschen leden van het geslacht Cousebant en regenten en rentmeesters van het Hofje. In 1799 erft Franciscus Bernardus Cousebant het huis Alkemade van zijn vader Floris. Zijn omstandigheden schijnen echter spoedig verre van rooskleurig te zijn, want in 1807 verkoopen curatoren over zijn boedel de hofstede aan zijn broeder Jacob Hendrik Joseph en zijn zwager Jean Louis Lëon de Fontaine Logère, gehuwd met zijn zuster Voor den bewerker dezer kroniek, VALKOOGH, JAN VAN SCOREL of JAN CLOCK, zie G. HOOGEWERFF /an van Score/, blz. 91. 2) Zie dr. G. H. Kurtz, Het geslacht VAN BERCKENRODE in De Nederlandsche Leeuw 1940, kol. 16.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1940 | | pagina 18