164
zou gevoerd kunnen worden door de inspecteurs zelf of door een
door hem aan te wijzen archiefambtenaar.
Ik liet dus de deur open om die vermeerdering van werkzaam
heden af te wentelen op een der archiefambtenaren van den dienst
tegen een redelijke vergoeding.
De administratie van den inspecteur zou er zelfs door afnemen
of minstens dezelfde blijven, immers waar de inspecteurs alsdan zou
kunnen beschikken over twee of meer ambtenaren, zou zijn één-,
twee- of driejaarlijksche inspectieronde van de archieven der ge
meenten door de ordening van meerdere archieven of gedeelten van
archieven tegelijk, kunnen worden ingekrompen, daar hij zich dan
ten aanzien van de niet door hem bezochte gemeente-archieven in
handen van zijn archief-ambtenaren, zou kunnen doen voorlichten en
aan de hand dier gegevens zijn verslag kunnen voltooien.
Het zou dus veeleer een vermindering van werkzaamheden zijn,
waardoor de inspecteur tijd zou kunnen vrijmaken voor andere
werkzaamheden.
VII. De heer Mommers constateert, dat de waterschapsarchieven
tenslotte geheel buiten het schema vallen, zoodat deze archieven
de dupe zouden worden van de eenzijdig verhoogde activiteit bij
de verzorging der gemeente-archieven, terwijl hij eenige regels
verder zegt, dat het aantal strekkende meters archief z. i, het uit
gangspunt moet vormen bij de kostenberekening.
Alvorens over de waterschapsarchieven en hun ordening uit te
weiden moet mij hier de verzuchting van het hart, dat ik een dergelijk
systeem reeds onder de oogen zag, doch verwierp omreden dit een
premie zou worden op de gemeenten, die piëteitvol de papieren
erfenis der vaderen behoedden voor verwaarloozing en vernietiging,
terwij! andere gemeenten, wier bestuurders minder gevoel toonden
voor traditie en cultuur, een groot gedeelte hunner archieven voor
en na vernietigden of onherstelbaar verwaarloosden en dus door de
geringheid van het jaarlijks te storten bedrag in een archievendienst
dan zelfs beloond zouden worden voor hun vandalisme.
Ik verwierp dit voor de gemeente-archieven, omdat mij daar de
inwonerbasis meer reëel toescheen.
Wat betreft de waterschapsarchieven ben ik het met den heer
Mommers volkomen eens.
Ook mij lijkt daar eveneens de kostenberekening naar het aantal
strekkende meters archief heel juist.
Als ik dus lijnrecht inga tegen de inzichten van den heer Mommers,
dan wil mijn kritiek niet zijn een afbrekende zonder daarnaast een
nieuw gezichtspunt te openen hoe dit alles weer wel mogelijk is te maken.
I65
Ik houd, voor wat betreft de gemeenten, vast aan het inwonertal
doch zouden de waterschapsarchieven kunnen worden ingeschakeld
in een dergelijk plan, dan kunnen daar de kosten van ordening be
rekend worden naar het aantal strekkende meters, welke totale kosten
dan omgeslagen kunnen worden over alle aangesloten waterschappen.
Deze totaal kosten kunnen weder verdeeld worden over een bepaald
aantal jaren.
Waar per waterschap per jaar tienduizenden guldens worden
besteed voor het onderhoud en de verbetering der waterschappen
zullen naar verhouding eenige honderden guldens deze heilzame
werkzaamheden niet doen stagneeren.
VIII. De heer Mommers concludeert verder, dat waar de moge
lijkheid niet is uitgesloten, dat binnen eenige jaren het Registratuur-
bureau der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten zoodanig zal
verbreid zijn, dat alle gemeenten daarbij zullen zijn aangesloten, wat
tot gevolg zal hebben, dat iedere gemeente mettertijd zal kunnen
beschikken over een eigen registrator, die „geleidelijk aan, het archief
tot 1813, volgens den Code zal kunnen beschrijven",
lk vrees, dat de conclusie van den heer Mommers te dezer zake
niet geheel juist is, d.w.z. dat het niet onmogelijk zou zijn als zijn
theorie niet zou opgaan.
Ik kom tot deze bewering naar aanleiding van den uitslag eener
kleine enquête in den vorm van eenige steekproeven onder de ge
meenten beneden 5000 zielen alsmede onder de gemeenten tusschen
5000 en 14000 inwoners.
Deze enquête heeft mij geleerd voor zooveel mij zulks niet
reeds bekend was dat in gemeenten beneden 5000 inwoners de
ambtenaar, belast met de registratuur, tevens een werkzaam aandeel
neemt in alle voorkomende werkzaamheden eener secretarie zóó
zelfs, dat zijn registratorschap slechts een onderdeel is van zijn
werkzaamheden als secretarie-ambtenaar.
Een terugwerken zou eenerzijds slechts mogelijk zijn indien
daarvoor tijd beschikbaar werd gesteld, tijd die beknibbeld zou
moeten worden op loopende werkzaamheden, die daaronder zouden
lijden. Was dit nu slechts voor eenige maanden het geval, dan zou
dit bezwaar met wat goeden wil te ondervangen zijn, doch een
dergelijke arbeid vordert, op die wijze uitgevoerd, jaren.
Een secretarie-ambtenaar op een kleine gemeente staat voor
alle voorkomende werkzaamheden op administratief gebied in tegen
stelling met een ambtenaar ter secretarie eener groote gemeente
die zich in een of meer takken van dienst specialiseert.
De personeelsbezetting in gemeenten tusschen 5000 en 14000