100 Maar ook hier was de praktijk sterker dan de theorie. Want ondanks het Koninklijk besluit van 4 September 1823, gingen de ambte naren dossiers vormen van zaken, die op dergelijke wijze behandeld werden. Doch ook een andere oorzaak leidde tot dossiervorming, bijvoorbeeld een stuk onderging een nogal uitgebreide behandeling. In de agenda werd van het ene stuk naar het andere verwezen, totdat de zaak afgehandeld was, n.l. door den gouverneur of het college van Gedeputeerde Staten een uiteindelijke beslissing genomen was. Al deze stukken, die door de verwijzingen in de agenda, bij elkander behoorden en in de praktijk ook bij elkander gevoegd werden, vormden een zakendossier. Dit dossier zou dan volgens het stelsel op de datum der uiteindelijke beslissing in het archief opgeborgen moeten worden. Bij sommige zaken was dit praktisch niet te doen, zodat een dergelijk dossier niet in het betreffende verbaal opgeborgen werd, doch een afzonderlijke opberging kreeg. Wanneer er dan nog gewezen wordt op het feit, dat dergelijke dossiers in de afdeling bleven berusten en sommige reeds van 1815 af, dan kan men men zich wel voorstellen in welke toestand wij bedoelen hiermede niet de materiële toestand deze dossiers zich bevonden. Doch dank zij de agenda's en indices was de orde ge makkelijk te herstellen. Doch niet alleen in het archief van den gouver neur of van de Gedeputeerde Staten werd dossiervorming aangetroffen, doch ook in de andere archieven. Men schrok terug voor een conse quente toepassing van het indicateurstelsel. Aan vele dossiers kan men nog bezwaarlijk de naam van dossier geven, doordat niet streng de hand gehouden werd aan het beginsel van dossiervorming, waarover men zich echter ook weer niet behoeft te verwonderen. Wij spreken hier over een tijd van honderd jaar geleden. De naam „verzamel" dossier zou ons inziens beter passen. Maar niettemin moet men toegeven, dat, ondanks het hinken op twee gedachten, de toenmalige ambtenaren toch een zekere stelregel gevolgd hebben in zake de dossiervorming, deze term opgevat in andere betekenis, dan men thans daaraan hecht Slechts voor bepaalde onderwerpen, of beter gezegd rubrieken, komt de dossiervorming voor. Dit blijkt o.a. uit de correspondentie betreffende de militie. Dit onderwerp behoorde in hoofdzaak tot de competentie van den gouverneur. Al de stukken, die hierop betrekking hebben zijn tot dossiers gevormd, ondanks het bestaan van indicateurs en een index. Dit is niet de enige rubriek; bijvoorbeeld ook de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde gemeentebegrootingen en -rekeningen zijn tot afzonderlijke series gevormd, zaken betreffende de waterstaat, burgerlijke armbesturen enz. En dit is zoo tot op heden blijven bestaan. 101 Bij de ordening van het archief werd de dossiervorming aan een ernstig onderzoek onderworpen. Moest ieder stuk wederom op zijn plaats volgens het stelsel teruggebracht worden of moest de tot dossiers gevormde correspondentie in die toestand gelaten worden. Ging men de dossiers uit elkander halen, dan verbrak men een feitelijk gegroeide toestand. Men zou dan geen rekening houden met de toen indertijd gevolgde gang van zaken. Tegen het verbreken der dossiers bestond ook nog het volgende bezwaar. De agendanummers, die op elkander betrekking hadden, verwezen, zooals wij reeds zoeven gezegd hebben, ook naar elkander. Wij besloten om de door de toenmalige administratie gevormde dossiers intact te laten, doch de dossiers, die door ambtenaren uit latere tijd van uit het archief gelichte stukken gevormd waren, dus de dossiers, die niet tijdens de behandeling der zaak als zodanig gegroeid waren, te verbreken en de stukken met bijlagen op hun oorspronkelijke plaats in te voegen. Dit deed zich niet alleen voor met stukken behorende tot het archief van de Gedeputeerde Staten, maar ook met de stukken van den gouverneur. Dossiervorming had ook plaats bij het tot het gouverneursarchief behoorende archief der registratie, directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen. Het aantal zaken, dat tot de competentie van den gouverneur behoorde, was uitgebreider dan thans. Bij Koninklijk besluit van 16 November 1823 kreeg deze het oppertoezicht over de directies der registratie, directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnzen. De Directeurs dier takken van dienst behielden evenwel de administratie en vormden met den gouverneur een raad, die gewoonlijk een maal per week bijeenkwam. Als secretaris van de raad fungeerde de griffier. Eenige jaren daarna, in 1826, werd ook het bestuur van het kadaster in verband gebracht met dat der hypotheken en verenigd met de administratie der registratie en loterijen. De werkzaamheden in de provincie werden opgedragen aan een inspecteur onder het rechtstreeks toezicht van den gouverneur en de administratie onder gebracht ter provinciale griffie. Van al deze werkzaamheden zijn archieven gevormd, die in het archief van den gouverneur een afzonderlijke plaats innemen met de daarbij behorende series agenda's, indices en besluiten. Toen in 1844 deze toestand ophield en arrondissements-directiën werden ingesteld voor de heffing van de Rijks-belastingen en de gouverneur zijn ontslag kreeg als directeur, zijn de in de periode van 1824—1844 gevormde

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1939 | | pagina 8