88
Instituut te Utrecht een buitengewone ledenvergadering gehouden
worden.
NIET-OFFICIËEL GEDEELTE.
Het archief der provincie Limburg tot 1861.
Gaarne hebben wij gevolg gegeven aan het verzoek van het
Bestuur der Studieclub voor Gemeentelijke Documentatie om voor
de leden dier studieclub het een en ander mede te delen over het
archief der provincie Limburg uit de eerste helft der negentiende eeuw.
Wij hopen de hier aanwezigen, ofschoon hun werkzaamheden
meer gericht zijn op de registratuur of archiefadministratie der ge
meenten, een kijk te kunnen geven op de moeilijkheden en eigen
aardigheden, welke zich voorgedaan hebben bij het voeren van de
administratie der provincie in de vorige eeuw, en hen ook iets mede
te delen aangaande het systeem of beter gezegd de systemen, welke
indertijd en ook thans nog bij de archiefadministratie gevolgd worden.
Daar een archief ontstaat tengevolge der werkzaamheden van een
bestuurscollege of van een ambtenaar en volgens vaste regels groeit,
zich vormt en vervormt, daar de aard van het archief verandert door
verandering in de functies van het college of van den ambtenaar
en daar tenslotte iedere archivaris de regels moet bestuderen, waar
naar het archief zich gevormd heeft ieder archief heeft als het
ware zijn eigen persoonlijkheid, zijn individualiteit, welke de archivaris
moet leren kennen, alvorens hij tot de ordening ervan kan overgaan
menen wij tot goed begrip eerst iets te moeten vertellen omtrent
de geschiedenis der provincie Limburg gedurende de eerste helft
der negentiende eeuw en ook iets betreffende de tijd, welke aan de
vorming van deze provincie is voorafgegaan.
Nadat de legers der geallieerden eindelijk de Fransen uit ons
land hadden verdreven, werden bij het verdrag van Weenen van
9 juni 1815 de grenzen vastgesteld van het nieuwe Koninkrijk der
Nederlanden, waarin de voormalige Republiek der Verenigde Neder-
89
landen en de Oostenrijkse Nederlanden (België) door het verdrag van
Londen in 1814 verenigd waren. In dit koninkrijk vormden de tegen
woordige Nederlandse en Belgische provincies Limburg gezamenlijk
één provincie, welke met die naam werd aangeduid.
Vóór de Franse overheersing, in 1794 begonnen, hadden over het
grondgebied van deze nieuwe provincie Limburg vele souvereinen
naast elkander geheerst.
Zo stonden onder de souvereiniteit van de keizer van Duitsland,
als Heer der Oostenrijkse Nederlandende Oostenrijkse gedeelten
van 1. het Overkwartier van Gelderland (o. a. Roermond, Weert), 2.
het Land van Valkenburg (o. a. Amstenrade, Hoensbroeck, Oirsbeek,
Geleen), 3. het Land van 's Hertogenrade (o. a. Kerkrade, Simpel-
veld, Bocholtz), 4. het land van Daelhem (Mheer, Noorbeek). Onder
de souvereiniteit van den koning van Pruissen stond 1. een deel
van het Overkwartier van Gelderland (het ambt Kessel o. a. Horst,
Venray, Sevenum, Maasbree, Wanssum, Broeckhuisenverder Middelaar,
Bergen, Well, Arcen en Velden), 2. het gebied van het hertogdom
Kleef (o. a. Gennep, Ottersum, Mook).
Onder de souvereiniteit van de keurvorst van de Paltz, uit het
huis van Beijeren, als hertog van Gulik stond o. a. het ambt Sittard
en Bom, Eygelshoven, Tegelen. De Prins-bisschop van Luik was
souverein over het graafschap Loon, waarvan o. a. het gehele graaf
schap Hom (met o. a. Horn, Beegden, Buggenum, Haelen en Roggel)
deel uitmaakte. De souvereiniteit over Maastricht deelde de bisschop
van Luik met de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde
Nederlanden. Deze Republiek was verder souverein over de Staatse
gedeelten 1. van het land van Valkenburg (met o. a. Valkenburg,
Meerssen, Beek, Klimmen, Schimmert, Heer, Heerlen, Voerendael), 2.
van het land van 's Hertogenrade (Gulpen, Margraten, Vaals), 3. van
het land van Daelhem (Cadier, Oost bij Eysden), 4. van het Over
kwartier van Gelderland (Venlo, het ambt Montfort, met o. a. Echt,
Roosteren, Stevensweert, Nieuwstadt, Vlodrop). Daarnaast waren
souverein op hun gebied de verschillende Rijksvrijheren van kleinere
staten, zoals het graafschap Gronsveld, het graafschap Wittem, het
rijksvorstendom Thorn, Ryckholt, Stein, Wijnandsrade, Wylre en ver
schillende andere.
Het is het grote goed, dat tenminste voor onze streken uit de
overweldiging door de Fransen is voortgekomen, dat deze hopeloos
gesplitste delen eindelijk onder een gelijkvormig bestuur en onder
gelijke wetgeving werden samen gevoegd: tijdens het Frans Bewind
in het Departement der Nedermaas en in het Departement der Roer;
bij de vestiging van het Nederlandse Koninkrijk in een nog vastere
éénheidde provincie Limburg.
'j Op verzoek der redactie publiceren wij hier ongeveer in de vorm van een
lezing, welke de heer SCHRAMMEN hield voor de Studieclub voor Gemeentelijke
Documentatie, enige resultaten van de ordening en inventarisatie van het archief der
provincie Limburg, voorzover het naar het Rijksarchief in Limburg is overgebracht.
De gegevens zijn grotendeels ontleend aan het archief der provincie zelf, verder
aan „De vorming der heerschappijen op het grondgebied in Limburg of die zich
daarover hebben uitgestrekt" door Mr. DE WlT 'en A. A. FLAMENT, in Publi
cations du Limbourg, t. 47 (1911) 1—260; aan Dr. F. W. VAN Wl|K, Schets
eener geschiedenis van de provincie Limburg (Maastricht, 1924) en het Nieuw Nederl.
Biograf. Woordenboek.