60
kunsten, wetenschappen en weldadigheid, de geschiedkundige gedenk-
teekenen, de hospitalen en plaatsen waar zieken en gewonden bijeen
gebracht zijn, zooveel mogelijk te sparen, op voorwaarde, dat zij
niet gelijktijdig voor militaire doeleinden worden gebruikt. Deze ge
bouwen enz. moeten goed zichtbare kenteekenen dragen, welke
vooraf ter kennis van den belegeraar worden gebracht. Voor een
bombardement door een scheepsmacht bestaan deze zichtbare teekenen
uit groote stijve rechthoekige vlakken, door een der diagonalen in
twee driehoeken verdeeld, waarvan de bovenste zwart en de onderste
wit is gekleurd.
Voor een bombardement uit de lucht kunnen soortgelijke teekenen
worden aangebracht, welke uit vliegtuigen duidelijk zichtbaar moeten
zijn. Opgemerkt dient te worden, dat deze bepaling berust op artikel 25
van de „Régies de la guerre aérienne"; deze regelen zijn echter,
voorzooverre ik weet, nog in geen enkel land aangenomen Boven
dien zal om tactische redenen des nachts van een nadere aanduiding
moeten worden afgezien. De maatregel zal dus weinig effect sorteeren.
Thans nog enkele mededeelingen over de inwerking van gassen
op archiefstukken, grootendeels ontleend aan de ervaringen, welke
onze Duitsche collega's hebben opgedaan. Onze Nederlandsche hand
leiding voor gasbescherming2) noemt als strijdgassen: vergiftide,
verstikkende, prikkelende en blaartrekkende. Van deze leveren de
prikkelende zoowel voor mensch als materiaal weinig nadeel op.
De vergiftige gassen zijn in het algemeen slechts gevaarlijk voor
levende doelen; de voornaamste zijn blauwzuur, dat alleen bij zeer
hooge concentratie uitwerking heeft, en koolmomoxyde (kolendamp),
dat voor den mensch zelfs in geringe hoeveelheid doodend is, doch
op papier en perkament geen nadeeligen invloed uitoefent.
De verstikkende gassen, zooals chloor, phosgeen en chloorpikrine
belemmeren bij mensch en dier de werking der longen en veroorzaken
verstikking. Van deze gassen werkt chloor bleekend op alle organische
stoffen, dus ook op archiefstukken. De sterkste inwerking van deze
categorie van gassen op archivalia bezit chloorwaterstofgas; hieraan
blootgesteld, kan het schrift van oude stukken geel worden of ver-
bleekenhet heeft echter geen inwerking op waszegels. Deconcen
tratie van het gas moet echter vrij hoog zijn, om eenige schadelijke
werking uit te oefenen. Ter ontsmetting kunnen salmiakdampen worden
aangewend.
61
Tenslotte blijven de blaartrekkende gassen, zooals mosterdgas
en lewesiet, over. Deze zijn niet alleen bij inademing schadelijk, doch
veroorzaken ontsteking van de huid met blaartrekking en tasten
oogen en luchtwegen aan. De werking dezer gassen kan eerst na
vele uren, soms na dagen pas blijken; zij dringen door kleeding en
schoeisel heen en trekken ook in papier, perkament, was en lak.
Dergelijke besmette archiefstukken bieden een blijvend gevaar voor
het personeel, zonder dat zij zelf bepaald vernietigd behoeven te
worden. Een geluk bij dit alles is, dat de blaartrekkende gassen in
een zeer fijne vloeistofvorm gespoten moeten worden, willen zij hun
verderfelijke uitwerking tot hun recht doen komen. Daardoor zal bij
luchtbombardementen van steden, van dit gas weinig of geen gebruik
worden gemaakt; de vijand zal het voornamelijk tegen militaire doelen
aanwenden. De ontsmetting der archivalia is zeer moeilijk en kan
m. i. slechts in stoomerijen geschieden; de vloeistof kan op niet
tochtige plaatsen soms wel weken haar werkzaamheid behouden.
Uit het vorenstaande blijkt, dat van beschadiging van archief
stukken door gassen weinig te vreezen is, met uitzondering van
besmetting door mosterdgas en lewesiet of van chloorgas.
Resumeerende kunnen wij het voorafgaande samenvatten in enkele
punten, welke bij beveiliging van archiefstukken in acht dienen te
worden genomen
1. In alle archiefgebouwen overgaan tot het vervaardiging van
een betonnen afscheiding van c. 10 cM. tusschen zolderverdieping
en depot ter afwering van brandbommen; maatregelen nemen voor
het snel ontruimen der zolders of bovenste verdieping; bakken met
zand en emmers met water klaar zetten; brandwachten aanwijzen;
ruiten tegen springen voorzien.
2. Indien wegens de ligging van het gebouw noodzakelijk, na
het uitbreken der vijandelijkheden (of eerder) overgaan tot berging
der archieven in veilige zones of in kelders; tijdig requireeren van voer
tuigen of andere middelen van vervoer; aanwervan van hulppersoneel.
3. Maatregelen treffen teneinde door blaartrekkende gassen en
chloorgassen besmette archiefstukken te kunnen ontsmetten.
4. Bij verbouwing van archieven steeds rekening houden met
de meest noodzakelijke beveiliging tegen luchtgevaar. Bij nieuw-bouw
van archiefdepöts nimmer centra van steden of andere aantrekkings-
punten als plaats kiezen, doch in de periferie der stad buiten de
meest bedreigde zones blijven.
Na al deze sombere perspectieven kunnen wij niet nalaten te
eindigen met de woorden van den reeds geciteerden Engelschen
1) Ontleend aan het: Voorschrift Velddienst, Deel II, Breda, Koninklijke Militaire
Academie, 1936.
2) Handleiding Gasbescherming, Deel I, Breda, Koninklijke Militaire Academie, 1938.