56 woorden wel aan het doel), kunnen deze voorzorgsmaatregelen achter wege blijven. Ter bestrijding van het brandgevaar dienen in het archiefgebouw op meerdere plaatsen bakken met zand en schoppen te worden geplaatst; ook plaatse men hier en daar emmers met water en brandbluschapparaten. Men zij er aan indachtig, dat het materiaal der brandbommen van zoodanige samenstelling is, dat men met water weinig bereikt wat het blusschen aangaat en dat zand meer afdoende helpt. Dat nochtans hier en daar emmers met water moeten gereed staan, houdt verband met de mogelijkheid, dat vijandelijke vliegers het waterleidingstation onklaar kunnen maken, zoodat de mogelijkheid van watergebrek zich kan voordoen. Verder moeten brandwachten worden aangewezen, te requireeren uit personeel, dat niet bij mobi lisatie of vóór-mobilisatie onder de wapenen moet komen. Naast de brandbommen zijn ook brisant- en (of) gasbommen te verwachten. Men overschatte een gasaanval niet. In de eerste plaats is gas voornamelijk schadelijk voor levende doelen; over de inwerking van gas op archiefstukken hoop ik hierna nog terug te komen. Vooral houde men in het oog, dat een gasaanval alleen succes kan hebben bij atmosferisch gunstige weersgesteldheid. Slechts droge, nevelvrije dagen zooals wij die in voorjaar en den nazomer kennen, zijn voor het welslagen van een gasaanval gunstig. Wel dient er rekening mede te worden gehouden, dat veelal een aanval met brandbommen gepaard zal gaan met een aanval met gasbommen, teneinde de be strijding van het vuur der eerstgenoemde bommen te bemoeielijken. Tot nu toe sprak ik uitsluitend over aanvallen uit vliegtuigen. Echter dient men ook bedacht te zijn op beschieting door artillerie. De hierdoor mogelijke vernietiging geldt uit den aard der zaak voor namelijk voor archieven, die in de vuurlinie zijn gelegen of die in de nabijheid der kust blootgesteld zijn aan het zware scheepsgeschut. Dergelijke beschietingen zullen m.i. uitsluitend voorkomen in een geregelden oorlog, niet bij een plotselingen overval, zoodat er naar alle waarschijnlijkheid nog tijd zal zijn geweest, om de archiefstukken naar een veilige plaats in het achterland over te brengen. Dit laatste nu, en ik kom thans aan de tweede phase in de beveiliging der archieven zal zonder twijfel mogelijk zijn voor de meer achterwaarts in het land gelegen archieven. Het is zaak, om zoodra een oorlog is uitgebroken, waarin Nederland betrokken is, en zelfs ook, wanneer een oorlog tusschen nabuurstaten uitbreekt, de archieven, die in gevaarlijke zones zijn ondergebracht, zoo spoedig mogelijk naar veiliger plaatsen over te brengen. 57 Bezit een archiefgebouw bomvrije kelders, die in staat zijn eventueel het gewicht van het ineenstortend bovengebouw te dragen, zoo verdient de berging der stukken in die kelderruimten, aangenomen, dat zij niet vochtig zijn, ernstige overweging. Tenzij men er alsnog de voorkeur aan geeft, de stukken uit de gevaarlijke zones naar veiliger plaatsen over te brengen. Men onderschatte echter niet de bezwaren aan de overbrenging, zoowel naar de ondergelegen kelders als naar elders, verbonden. Met de verplaatsing van een archief van eenigen omvang zijn al gauw meerdere etmalen gemoeid. Zij toch zal in den regel des nachts moeten geschieden in een mogelijk ver duisterde omgeving en met personeel, dat niet gewend is, dagelijks met archiefstukken om te gaan. Ik ben niet in staat slechts bij be nadering uit te maken, hoeveel tijd bijv. de verplaatsing van het circa 24 Kilometer strekkende meter omvattende Algemeene Rijksarchief zou vorderen, maar ik schat dat daarmede, aangenomen, dat vol doende personeel beschikbaar is, eenige weken zullen zijn gemoeid. De Deventer archivaris, collega Van 't Hoff, heeft m. i. de juiste wijze aangegeven, hoe te handelen bij het vervoer van archiefstukken naar elders. Hij deelde o. a. mede, dat hem door het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst daar ter stede toezegging was gedaan, dat hij de beschikking zou krijgen over een tweetal vrachtauto's voor het vervoer der stukken. Het lijkt mij wenschelijk om, tegen den tijd, dat die auto's noodig zullen zijn, ze te voorzien van duidelijke op schriften, waaruit blijkt, dat ze bestemd zijn voor bedoeld vervoer, opdat een andere autoriteit ze niet meepakt. Op één punt ben ik echter nog niet geheel gerust, n.h, indien Deventer (en dit geldt natuurlijk ook voor andere steden) in staat van beleg zal worden verklaard. Gezien de nabijheid der Oostelijke grens is het intreden van dezen toestand geenszins denkbeeldig en ik ben bang, dat dan alle vroeger genomen maatregelen weer op losse schroeven komen te staan, en de auto's tenslotte toch weer door de militairen zullen worden gerequireerd. Bij afkondiging van den staat van beleg toch komt het gezag aan de militaire autoriteit en het is mij niet bekend, of de luchtbeschermingsdienst dan naast of onder dit gezag komt te staan. Afgescheiden van deze bijkomstige omstandigheid zal het steeds moeilijk blijken om voldoende materiaal voor het vervoeren der stukken Gedurende een nacht van einde September l.l. zijn de zolders van het gebouw van den Generalen Staf enz. ontruimd. De verplaatsing van deze naar schatting 700 meters archief kon geschieden, omdat voldoende militairen ter beschikking waren. De stukken zijn voorloopig geborgen op een zolder van een expediteur, maar de wanorde is zoo groot, dat naar het oordeel der met het beheer belaste ambtenaren, het eenige weken zal nemen, om de orde te herstellen, afgezien nog van de kosten, welke door het aanwerven van hulppersoneel daarvoor benoodigd zulllen zi|n.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1939 | | pagina 34