38 kringen als in de kringen onzer ambtgenoten; „maar men is daarvoor niet teruggeschrokken en heeft de oplossing dier problemen reeds ter hand genomen". Immers, zo schrijft Léonce Celier: „Van de oplossing, welke men aan deze problemen zal weten te geven, zal afhangen het leven, de werking en de groei van de grote en nuttige publieke dienst, welke kunnen, moeten en willen zijn de archieven van Frankrijk". AMERIKA. Met de oplossing van soortgelijke problemen is men intussen reeds zeer ver gevorderd in Amerika, waar men ook de conse quenties nog krachtiger heeft doorgevoerd dan in Frankrijk. U heeft daa rover een mededeling kunnen lezen van den heer Van Schilegaarde in ons „Nederlandsch Archievenblad" (jrg. 45 (1937 38) p. 78 79). Uitvoeriger is een artikel van Georges Bourgin, in „Archives et Bibli- othèques" jrg. 1936, p. 29-34. De meest volledige inlichtingen ver schaffen vanzelfsprekend de jaarverslagen van den „archivaris der Verenigde Staten"; tot nu toe zijn er drie verschenen. De lotgevallen van de archieven van Amerika zijn niet uitzon derlijk: verwaarlozing, hopeloze wanorde, vervuiling, vernietigingdus ongeveer dezelfde als die van vele moderne 19de eeuwse archieven in vele landen. Tussen 1873 en 1915 werden alleen reeds in het bondsdistrict Columbia, waarin Washington als zetel der Federale Regering gelegen is, de regeringsgebouwen door 250 branden ge teisterd. Verlies en vernietiging van archieven werden eveneens ver oorzaakt door het veelvuldig overbrengen van de archieven van de ene plaats naar de andere, door vocht, hitte en insecten. Verzame laars van postzegels, handelaars in autografen en dieven schonden en stalen waardevolle documenten. Ondanks talrijke pogingen, ook van de zijde der regering, werden jarenlang door het Congres geen maatregelen genomen, om aan deze toestand van grote verwaarlozing een einde te maken. Reeds in 1900 deelde de President der Amerikaanse Republiek Mc. Kinley, in zijn jaarlijkse Boodschap aan het Congres het volgende mede „Ik ben zeer onder den indruk van de verklaring, afgelegd door de hoofden van al de departementen, dat een bewaarplaats voor de regeringsarchieven dringend noodzakelijk is. In ieder departements gebouw in Washington is de plaats, bestemd voor het bergen van archieven, niet alleen uitgeput, maarde vlieringen en kelders, welke daarvoor nimmer bestemd waren en welke daarvoor volkomen ongeschikt zijn, zijn van archieven overvol en zijn ermee overladen. Afgezien van het grote ongemak hierdoor veroorzaakt, bestaat er niet alleen groot gevaar voor brand, maar ook voor instorting der gebouwen, daar de balken der zolderingen niet op het gewicht van 39 deze archieven berekend zijn". Hij dringt dan verder aan op de spoedige bouw van een centrale archiefbewaarplaats, waarnaar de snelaangroeiende archieven der Departementen overgebracht zouden kunnen worden. Ook deze presidentiële aanmaning bleef zonder resultaat. In 1908 ging het Bestuur van de American Historical Association zich met de zaak bemoeien en benoemde een commissie, samengesteld uit bekende historici, welke een onderzoek naar de toestand der archieven instelde. In 1910 nam dit Genootschap een resolutie aan, waarbij het aan het Congres van de Verenigde Staten dringend verzocht om in Washington een nationale archiefbewaarplaats op te richten en om daar de archieven van de Staat te concentreren, teneinde ze voor onderzoek toegankelijk te maken ten bate van de administratie en van de historische wetenschap. Sindsdien is voor deze gedachte systematisch propaganda ge voerd door historische en patriotische genootschappen. En eindelijk in 1913, besloot het Congres om tot de bouw van een centrale Archiefbewaarplaats voor de Amerikaanse regeringsarchieven over te gaan. Terwijl de plannen daartoe nog in voorbereiding waren, brak de wereldoorlog uit, die de zaak opnieuw aanmerkelijk ver traagde. Eerst in 1926 verleende het Congres opnieuw, en nu defi nitief, machtiging tot het bouwen van een centrale Archiefbewaar plaats; daarvoor werd een crediet van 8.750.000 dollar toegestaan. Na grondige voorbereiding is in 1931 met de bouw begonnen; zij werd in 1937 voltooid. Deze centrale archiefbewaarplaats bevat een bergruimte, welke voor vele jaren voldoende is; ze kan 2.033./12 kubieke voet aan archieven bevatten. Zij is ingericht volgens alle eisen, welke de moderne archivistiek maar stellen kan. Bij hun aan komst worden de overgedragen archieven gebracht in een grote ontvangruimte; vandaar gaan zij naar de afdeling voor herstel en onderhoud; zij worden er grondig gezuiverd, gedesinfecteerd en ge restaureerd dan worden zij met liften naar de verschillende depóts gevoerd. Hier zijn automatische, electrische alarmtoestellen geïnstal leerd om iedere poging tot diefstal en ieder begin van brand onmid dellijk te signaleren. De temperatuur, het vochtgehalte en het chemische gehalte van de lucht worden zodanig geregeld, dat de documenten daarvan geen nadelige invloeden kunnen ondergaan. En dit alles voor de langversmade archieven van de 19de eeuw! Want men bedenke bij dit en bij het volgende, dat Amerika hoofd zakelijk slechts moderne archieven bezit, welke gevormd werden sinds het Congres in 1774 voor de eerste maal in Philadelphia vergaderde. Terwijl men nog bouwde aan de nationale archiefbewaarplaats in

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1939 | | pagina 25