8
Om 4.30 sluit de voorzitter de vergadering.
Na afloop van de vergadering werd een boottocht gemaakt
door de Amsterdamsche havens. Een gemeenschappelijke maaltijd in
het Amstelhotel vormde het slot van dezen dag.
Toespraak van den Voorzitter.
Dames en Heeren,
Dit verslag moge beginnen met de herdenking van hen, die uit
onzen kring zijn heengegaan, de leden mejuffrouw Dra. M. J. van
Soest, oud-chartermeester aan het Rijksarchief te Utrecht en de heeren
E. J. van de Pol, hoofdcommies aan het Algemeen Rijksarchief, N. J.
M. Dresch, archivaris der gemeente Alkmaar en W. M. C. Regt, archi
varis der gemeente Alfen aan den Rijn; voorts het oud-lid Rector
J. Blonden, oud-archivaris der gemeente Maastricht. Zij hebben het
beste dat in hen was gegeven voor het werk, dat ons allen dierbaar is,
Niet tot onzen kring heeft, naar ik meen, behoord Dr. F. de Haan,
oud-Landsarchivaris te Batavia, van wiens heengaan de bladen kort
geleden melding hebben gemaakt. Wie eenmaal iets van hem gelezen
heeft, besefte aanstonds tegenover een bijzonderen geest te staan.
Hij was meer geschiedschrijver dan archivaris; zijn geschiedwerken
worden echter van blijvende waarde geacht. Ook hij moge op deze
plaats herdacht worden.
Wij begonnen het vereenigingsjaar met 119 leden; vier ontvielen
ons door den dooddrie bedankten, n.i. mejuffrouw S. van Zanten Jut
en de heeren Prof. Dr. E. C. Godée Molsbergen en Dr. Mr. j. W.
Verburgt; één lid moest wegens wanbetaling afgevoerd Worden; in
totaal dus een verlies van 8 leden. Toegetreden zijn vier leden,
mejuffrouw L. J. van der Haer te 's-Gravenhage en de heeren van
der Zande te Amsterdam, j. J. G. Bolduan te Madioen en Th. P. H.
Wortel te Alkmaar. Hun allen zij een hartelijk welkom toegeroepen!
De lotgevallen onzer leden, van sommige althans, geven ditmaai
aanleiding tot iets blijder klanken. Aan den onbevredigenden toestand,
dat vijf, en telt men Drente mee: zes, onzer rijksarchiefdepóts door
chartermeesters beheerd worden, die het werk van rijksarchivarissen
moeten doen zonder dienovereenkomstig daarvoor bezoldigd te
worden, begint een einde te komen. Twee waarnemenden, onze
ambtgenooten in Noord-Holland en Friesland zijn met ingang van resp.
1 Januari en 1 April 1938 tot rijksarchivaris bevorderd en de beheerders
der andere depóts zullen in de komende jaren volgen. Helaas heeft
de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geen gevolg
9
willen geven aan den gewaardeerden aandrang, zoowel van de
Tweede als van de Eerste Kamer, om laatstgenoemde bevorderingen
eveneens in 1938 te doen plaats hebben. Onze hartelijke geluk-
wenschen voor de reeds bevorderden en bij voorbaat voor hen die
straks bevorderd zullen worden!
Onder de commiezen bij de rijksarchieven hadden eenige mutaties
plaats, die wellicht niet door alle betrokkenen gewenscht werden.
De commies bij het Rijksarchief in Zeeland, de heer M. D. Lammerts
werd in gelijken rang overgeplaatst naar het Algemeen Rijksarchief
te s-Gravenhage, de commies bij het Rijksarchief in Overijssel, de
heer L. Kruyff naar het Rijksarchief in Zeeland. Gelukkig werd de
vacature, hierdoor bij het Rijksarchief in Overijssel ontstaan, vervuld
door de benoeming tot tijdelijk adj.-commies van Mr. H. L. Hommes
te Uroningen. Ook in de vacature van chartermeester aan het Rijks
archief in Utrecht, door het vertrek van Mr. R, van Royen ontstaan,
werd voorzien, en wel door de benoeming tot adj.-commies van
mejuffrouw Dra. A. j. Maris. Zoo hebben dus twee van onzen jongere
leden een plaats in het archiefwezen kunnen vinden. Moge de nieuwe
werkkring, waarop zij zoolang hebben gewacht, hun de gewenschte
voldoening gevenDe meeste rijksarchieven zullen dus straks weer
de wettelijke minimum-bezetting bereikt hebben, alleen dat in Fries
land niet, waar onze ambtgenoot thans nog slechts door een klerk
ter zijde wordt gestaan. Hem, dien men in 1938 reeds éénmaal ver
blijd heeft, verblijde men spoedig andermaal door de hulp van een
bekwamen chartermeester! Aan het Algemeen Rijksarchief werd de
heer C. G. H. Bloemen, adj.-commies met den persoonlijken titel van
secretaris van genoemde instelling, tot commies bevorderd; voorts
hadden daar nog enkele bevorderingen tot adj.-commies en schrijver
le klasse plaats. Ook aan deze bevorderden onze welgemeende
gelukwenschen
Op 18 Maart j.l, herdacht Mr. C. C. D. Ebell, oud-rijksarchivaris
aan het Algemeen Rijksarchief en - vóórdien - in Noord-Brabant,
zijn zeventigsten geboortedag. Onze oud-ambtgenoot aanvaarde
alsnog onzen laten gelukwensch Daarbij wil ik nog eens herinneren
aan de bijzondere verdiensten, die hij voor de archieven en de historie
van Noord-Brabant gehad heeft; verdiensten, die ik in de jaren waarin
ik zelf in Noord-Brabant gewerkt heb, heb leeren verstaan en waar-
deeren. Er is m.i. te meer aanleiding daaraan te herinneren, omdat
de Noord-Brabantsche jaren voor onzen oud-ambtgenoot niet zonder
schaduwen zijn geweest.
Ook in de bezetting van verschillende gemeentearchieven kwam
wijziging. De overleden ambtgenooten herdacht ik reeds. Twee andere