76 buitenlandsche zaken Koht, zelf een bekend historicus, en door den Deenschen gezant te Oslo. De Noorsche Rijksarchivaris Asgaut Steinnes had voor zich liggen den uit zeven deelen bestaanden inventaris van zich in Denemarken bevindende Noorsche archivalia, die indertijd door den Rijksarchivaris Henrik Wergeland is samengesteld. Axel Linvald, de Deensche Rijks archivaris, had een uitvoerig overzicht meegebracht van de eenige duizenden archiefstukken, die naar Noorwegen zijn teruggekeerd. Steinnes voerde het eerst het woord. Hij verklaarde, dat de 16de December een bijzondere dag voor het Noorsche archiefwezen zal blijven. Voor de vierde maal sedert 1814 keeren Noorsche archivalia uit Denemarken naar huis terug. De laatste overdracht heeft 86 jaar geleden plaats gehad. Gedurende vier eeuwen hebben Denemarken en Noorwegen gezamenlijk één koning en één regeering gehad. In dien tijd kan men niet spreken over een Deensch of een Noorsch Rijksarchief, evenmin als over een Deensch of een Noorsch bestuur, het was Deensch- Noorsch. Toen Noorwegen in 1814 onafhankelijk werd, was het de bedoeling om de archivalia tusschen de beide landen te verdeelen, maar er waren zooveel zaken, die vóór gingen, dat men moest wachten tot de Conventie van 1819, om aan dit voornemen een begin van uit voering te geven. In de jaren 1820—1822 zijn de eerste archivalia naar Noorwegen teruggezonden. In het midden van de vorige eeuw hoopte men de questie definitief te kunnen regelen. De Denen hielden zich echter niet aan de letter van het tractaat en de archivalia, die in 1848 en 1851 naar huis terugkeerden, waren aanmerkelijk minder in aantal dan men gehoopt had. Doch langzamerhand wijzigde zich de houding van Denemarken. Tijdens het bezoek, dat de president van de Volksvertegen woordiging en de minister-historicus Koht in 1929 aan Kopenhagen brachten, werd men het geenszins in alle opzichten eens, maar er werden toch tal van questies opgelost. Sedert dien vroeg men zich af, of er geen uitweg uit de moeielijkheden te vinden zou zijn, zoodat Denemarken nu reeds alles, wat het wilde afstaan, aan Oslo overdroeg, zonder dat Noorwegen zijn verdere wenschen of eischen behoefde op te geven. In April 1937 zijn er tusschen de beide landen verschil lende nota's gewisseld met het gelukkige resultaat, dat op het moment van de officieële overdracht de archivalia voor het Rijksarchief uit geladen kunnen worden. De Rijksarchivaris Linvald uit Kopenhagen verklaarde daarop, dat men zich in Denemarken zeer wel bewust is, dat aan alle Noorsche wenschen nog niet is voldaan. Hij verheugde er zich echter over, 77 dat deze archivalia thans werden ontvangen in denzelfden geest van onderlinge waardeering, waarin zij geschonken waren. Nadat Steinnes ten slotte nog dank had gebracht aan de Noorsche en Deensche autoriteiten voor de verleende medewerking en de hoop had uitgesproken, dat de overdracht van deze archivalia aan een onbevooroordeelde geschiedschrijving en dientengevolge aan een zuiver inzicht in de historie der onderlinge verhoudingen ten goede mag komen, eindigde de plechtigheid met een stevigen handdruk tusschen de ambtgenooten uit Oslo en Kopenhagen. Het Noorsche Rijksarchief heeft den Deenschen archivaris 's avonds een feestmaal aangeboden. De overgedragen bestaan uit c. 2000 oorkonden, 300 pakken en 130 a 140 deelen. Zij waren tijdens het transport voor 100.000 Kr. verzekerd. Een groot gedeelte is afkomstig uit de Arnamagnaaansche bibliotheek in Kopenhagen. Deze archiefstukken zijn ongeveer twee en een kwart eeuw geleden tegen afgifte van een regu uit Noorwegen geleend door Arni Magnusson, een IJslander van geboorte en een der grootste filologen en historici van zijn tijd, die in 1697 tot Archief secretaris en in 1701 tot hoogleeraar aan de Universiteit in Kopen hagen werd benoemd. Arni Magnusson, was een verwoed verzamelaar van IJslandsche en Oud-Noorsche handschriften: hij heeft het uit Noorwegen geleende dan ook nimmer teruggezonden, zoodat het tot op heden berustte in de door hem gestichte bibliotheek. Deze instelling heeft nu aan Noorwegen niet minder dan 1136 vroeg- Noorsche oorkonden afgestaan benevens een bisschoppelijk register van onroerende eigendommen en het oudste register van het kapittel te Trondheim. Het Deensche Rijksarchief heeft een groot aantal op Noorwegen betrekking hebbende archiefstukken afgestaan en de Universiteits Bibliotheek het archief van de zilvermijnen in Kongs- berg en bovendien een paar honderd kaarten, ter completeering van de kaartenverzameling, die koning Christiaan verleden voorjaar aan Noorwegen heeft geschonken. Tot de archivalia, die in Kopenhagen zijn achtergebleven en waarvan men het bezit in Oslo juist op hoogen prijs zou stellen, behooren o.a. de Noorsche koninklijke copieboekenende resolutieboeken. A. C. KERSBERGEN.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1938 | | pagina 6