IN MEMORIAM C. A. VAN FENEMA. 72 bij monde van burgemeester Jhr. Mr. F. H. van Kinschot, aan de nagedachtenis van den overledene eerbiedig hulde gebracht en dank baar herdacht hetgeen hij als archivaris voor de stad heeft gedaan. Aan het Alkmaarsche archief zal de naam van N. J. M. Dresch met eere verbonden blijven. Alkmaar, Januari 1938. J. p. H. WORTEL. In den morgen van Vrijdag 17 December 1937 ging door allen, van hoog tot laag, die aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage zijn verbonden, een schok van ontzetting, toen men zoo geheel onverwacht de droeve tijding vernam, dat den vorigen avond te zijnen huize te Wassenaar na een ongesteldheid van slechts één dag op 67-jarigen leeftijd was overleden de Heer C. A. van Fenema, sedert 1931 Directeur van het Bureau voor Historische Demografie, welk bureau van April 1934 af aan in het gebouw van het Algemeen Rijksarchief is gevestigd. Dat die ontzetting zoo groot en algemeen was, zal zeker niemand verwonderen, die de markante persoonlijkheid van den overledene heeft gekend, en die weet, hoezeer hij van zijn eigen kracht ook op anderen wist te doen. overgaan, en op die anderen wist over te dragen het enthousiasme voor de zaak, waaraan hij, hoewel van huis uit officier ook dit met een prachtigen staat van dienst! gedurende de laatste jaren van zijn leven, men kan gerust zeggen zijn geheele persoonlijkheid heeft gegeven. Voor de lezers van dit vakblad zal het wel haast overbodig zijn er aan te herinneren, dat, mede als gevolg van de organisatie van het kerkelijk archiefwezen in 1919, in het jaar daarna, op instigatie vooral van den broeder van den overledene, thans ook wijlen den Heer C. H. van Fenema, oud-conservator aan de Universiteitsbibliotheek van Groningen, oprichter en leider van het Fonds voor Biograpische Documentatie te Oosterbeek, mede dank zij den krachtigen steun en de hartelijke belangstelling van Prof. Fruin als Algemeen Rijks archivaris, van Rijkswege een aanvang is gemaakt met de ficheering der in de doop-, trouw- en begraafboeken voorkomende persoons namen, en dat deze belangrijke arbeid toen aan Ds. F. S. Knipscheer, destijds te Zaltbommel, is toevertrouwd. In 1924 moest dit werk van 73 Rijkswege om bezuinigingsredenen worden stopgezet, hetgeen aan leiding heeft gegeven tot de oprichting van de N.V. tot het Indiceeren van Kerkelijke Archivalia (de I. K. A.), die te Zaltbommel werd gevestigd, met genoemden Heer Van Fenema en schrijver dezes als Commissarissen en Ds. Knipscheer als Directeur. Zooals de naam van het Bureau reeds aanduidt, is van toen af aan naast het ficheeren ook al dadelijk het indiceeren van de uit de kerkelijke archivalia te voorschijn gebrachte persoonsnamen met kracht ter hand genomen. Wat in bijzonderheden de bedoeling van het Bureau is, ook uit algemeen wetenschappelijk oogpunt, is nog altijd het duidelijkst te lezen in C. H. van Fenema's werkelijk baanbrekend artikelNieuwe Banen in Jg. 1924/1925 van dit tijdschrift, terwijl uit het: In Memoriam C. H. van Fenema van de hand van onzen collega Dr. P. A. Meilink zonneklaar blijkt, hoe geheel in de lijn van den oprichter van het Fonds voor Biographische Documentatie het was om een dergelijken documentatie-arbeid op touw te zetten. Een zelfde aanleg zat ook onzen pas overleden vriend Van Fenema in het bloed, en het is alzoo niet te verwonderen, en het werd ook voor de I. K. A. van onschatbare waarde, dat, toen de instelling in 1931, bij die gelegenheid tevens herdoopt in Bureau voor Historische Demografie (B. H. D.), van Zaltbommel naar den Haag werd over geplaatst, de Heer C. A. van Fenema Ds. Knipscheer als Directeur opvolgde. De instelling werd aanvankelijk gevestigd in het oude „Bronovo". Reeds dadelijk is daar hard, bepaaldelijk aan het indiceeren gearbeid. Aangezien toch het gebouw van „Bronovo" niet brandvrij was, konden daar ter plaatse niet de archiefstukken zelf tijdelijk worden gedeponeerd, wel de altijd nog door Ds. Knipscheer te Zalt bommel, nu niet meer op fiches, maar op vellen afgeschreven doop- en trouwakten. De grootste energie heeft de nieuwe Directeur echter ontplooid van het oogenblik af, dat in April 1934 het Bureau in het Algemeen Rijksarchief werd gevestigd. Zelf met voorbeeldige trouw en orde zoowel in den arbeid van het afschrijven in dezen ook met snel en goed verworven vaardigheid en kundigheidals in den arbeid van het indiceeren voorgaande, heeft hij steeds meer mede-arbeiders en -arbeidsters aan het Burean weten te verbinden, en het merkwaardigst van al is wel dit, dat zoowel door hem zelf als door alle anderen deze arbeid steeds geheel belangeloos is verricht I Daarbij mag vooral ook niet worden verzuimd hier te vermeiden, dat Van Fenema het in de laatste jaren nog daarheen heeft weten Ned. Archievenblad 1932/1933, blz. 148 vlg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1938 | | pagina 4