64
65
vriikomenden grond een modern archiefgebouw naar ontwerp van haar bouwkundige
adviseurs, ir. en architect KrAAYVANGER op te trekken. Binnen twee maanden zal
met den bouw een aanvang worden gemaakt.
B ui t e n I a n d sc he Archieven.
Een nieuw a r c h i ef g e b o u w in P i e t e r m a r i t z b u r g. - Minister R. STUT-
TAFORD heeft op 21 juni te Pietermaritzburg, de hoofdstad van Natal, een nieuw
archiefgebouw geopend en in zi|n rede een opsomming gegeven van het archief in
Natal en van het goede werk van den archivaris M. BASSON. Na een dankwoord van
dezen overhandigde de hoofdarchivaris van de Unie, GRAHAM BOTHA, een zilveren
gegraveerde sleutel aan den minister ter herinnering aan deze gebeurtenis. Het gebouw,
het meest moderne van zijn soort in de Unie, is geheel brandvrij, keurig ingericht met
leeskamers, museumzaal, enz. r )u|.
Een archief voor Zuid-Rhodesië. - De gouvernements-archivaris van
Zuid-Rhodesië V. HlLLIER, die een half jaar in Engeland heeft doorgebracht om
documenten te zoeken, op Zuid-Rhodesië betrekking hebbend, heeft een verzameling
van bijna 10 ton verscheept naar haar bestemming. Daaronder bevinden zich het
journaal van THOMAS BAINES, een der eerste Afrika-reizigers, die den dood van
koning MZILIKAZIE en de kroning van LOBENGULA beschrijft, een oorspronkelijk dagboek
van WILLIAM WADDELL die FRANCOIS COILLARD op zijn tocht op de Zambezi vergezelde.
COILLARDS eigen documenten van 1866 tot 1904 en brieven en dagboeken van
CHRISTINA zijn echtgenoote, de eerste blanke vrouw, die den Victotia-waterval aanschouwde.
N. R.C., 5 Aug. 1937.
Particuliere archieven in Zweden. Met een enkel woord worde
hier de aandacht gevestigd op de werkzaamheid van het Comité voor de inventarisatie
van Zweedsche particuliere archieven, waarover de 57ste laargang, 3de aflevering van
het Historisk Tidskrift het een en ander mededeelt. Dit comité is in 1935 in het leven
geroepen op initiatief de Genealogiska förening, welke vereeniging dan ook in het
comité is vertegenwoordigd, evenals het Rijksarchief, het Nordiska Museum (de groote
kuituur-historische verzamelingen in Stockholm), het Instituut voor Rassenbiologie, de
Vereeniging tot behoud van Folklore en de Boeren longerenbond. Van verschillende
zijden wordt het werk finantieel gesteund. Eenige leden uit het comité zijn belast met
het toezicht op de inventarisatie, die uitgevoerd wordt door leerlingen van volks-
hoogescholen.
In den zomer van 1936 heeft het comité een proef genomen in een mijndistrict
van Dalecarlië, in de streek rondom Ludvika en Grangarde en in de stad Ludvika zelf.
Het bleek spoedig, dat men met dit gebied, waar ertsmijnen, hoogovens en boeren
hofsteden elkaar afwisselen, een gelukkige keuze had gedaan. De archieven van de
mijnwerken bleken goed bewaard en soms reeds voorbeeldig geordend te zijn, hoewel
niet beschreven. De huisarchieven van de eigenaren van mijnen en hofsteden bevatten
velerlei belangrijke stukken en liepen terug tot in de 17de, soms zelfs tot in de 16de
eeuw. Verschillende archieven zijn vervolgens afgestaan aan het oudheidkundig-folklo
ristisch museum te Ludvika.
Dit jaar is de keuze gevallen op Valbo, waar het gemeentebestuur het comité
in de gelegenheid heeft gesteld om tegelijkertijd het gemeente-archief te ordenen.
Daar op het land stukken met particulier en ambtelijk karakter zelden streng gescheiden
zijn gehouden en dientengevolge in publiek- en privaatrechterlijke archieven docu
menten van beide categorieën worden aangetroffen, heeft deze gecombineerde opdracht
het voordeel, dat de stukken kunnen worden terug gebracht, waar zij behooren. Een
aardige vondst van groote historische waarde was een verzameling brieven van twee
boeren, afgevaardigden in den Rijksdag in de eerste decennia van de 19de eeuw, die
de committenten thuis trouw op de hoogte hielden van alles, wat zich in den Rijksdag
afspeelde.
Het comité beschouwt echter de inventarisatie-arbeid in Ludvika en Valbo slechts
als proefnemingen om de noodige ervaring op te doen, voordat het een definitief plan
de campagne ontwerpt.
Varia.
Oprichting oudheidkundig genootschap in De Rijp. In De Rijp
(N.-H.) is een oudheidkundig genootschap opgericht. Het dorp bezit eenige bekendheid
omdat er vroeger zeer vele walvischvaarders hebben gewoond en het een der voor
naamste visschersplaatsen was. Het was tevens de geboortestad van LEEGHWATER
De eerste schenking was een oude kajak, welke door den archivaris in ontvangst is
genomen. Deze kajak was afkomstig van de Eskimo's, die de Rijper walvischvaarders
in de koude streken behulpzaam waren.
Mevrouw SZEKELY LULOFS blijft liever gezond. - Eigenlijk moest
een mensch zoo op regelmatige tijden zijn verstofte paperassen eens terdege nakijken,
inplaats van een soort huisarchief te fokken. Archieven zijn uiteraard ongezonde
instellingen in de maatschappij. Archieven zijn kerkhoven, waar levenden worden begraven.
M. H. Székely Lulofs' „De Hongertocht". (Amsterdam 1936', blz. 83.
Archieven en Nobelprijzen. ROGER MARTIN DE GARD is te Neuilly-sur-
Seine in 1881 geboren. Hij werd eerst archivaris en gaf in 1909 een werk in het licht
van archeologischen aard
N. R. C., 12 November 1937.
Stem uit het verleden. daerop is ontbiedinge ghedaen aen de
vrienden van Amsterdam; daer gheen antwoort op is ghekomen
Archief Doopsg. gem. te Rotterdam. Inv. no. 1. fol. 113; 11 Mei 1640.
Afgesloten 12 November 1937.