44
teekenis. Onvermeld laten wij de reeds onder het ancien regime te
niet gegane heerlijkheidjes gelijk Waalsdorp; eveneens de heerlijk
heid jes, die nimmer geheel van hare naburen afgescheiden zijn geweest.
Met een te veel aan verwijzingen meenden wij de duidelijkheid niet
te dienen; het beperkte doel onzer lijst zal eenige vereenvoudiging
ook allicht wel rechtvaardigen.
45
Aar, Ter. Zie: Voshol.
Aarlanderveen. Enkele losse stukken, afkomstig van heeren van Aarlander-
veen als zoodanig, in het onder Oudshoorn beschreven archief. Voor het overige
niet bekend.
Alkemade. Afgezien van enkele losse stukken zijn archivalia, van de heeren
dezer heerlijkheid afkomstig, niet bekend.
A 1 p h e n. Geen archivalia bekend.
Benthuizen. Van 1693 tot 1853/54 heeft Rotterdam de heerlijkheid Benthuizen
bezeten. Ter secretarie dier stad is een apart archiefgedeelte betreffende Benthuizen
gevormd uit de bij aankoop verworven retroacta en de door de uitoefening der functies
gevormde archivalia.
In het gemeente-archief van Rotterdam bevinden zich thans nog blijkens inlich
ting een register met afschriften van stukken betreffende de heerlijkheid, met
retroacta van 1386 af; banden rekeningen van de diverse openbare instellingen ter
plaatse, zoomede van de opbrengsten der heerlijke rechten; eindelijk nog diverse losse
stukken over de jaren 16931826.
De meeste losse stukken evenwel, uitmakende den inhoud der beide loKetten:
„Benthuizen" ter secretarie, zijn in 1854 aan den nieuwen verkrijger overgedragen
en, na vermeerdering met stukken uit het voortgezette beheer van het restant der
heerlijke rechten voortgekomen, in 1933 op het Algemeene Rijksarchief in bewaring
gegeven (Verslagen van 's Rijks Oude Archieven 1933, bl. 23). Deze stukken zijn
thans chronologisch geordend (en in een uitvoerigen inventaris beschreven); een „oude
orde" valt er niet in te bespeuren. Van het eind der 16e eeuw af, kan men zeggen,
is al hetgeen voor den heer als zoodanig van belang was bewaard. Hieronder vallen
vooreerst de aankomsttitels van het complex dezer rechten; voorts stukken betreffende
bemoeiing met bestuurszaken in het dorp; stukken betreffende het beheer over de
oneigenlijke heerlijke rechten; en eindelijk stukken betreffende de doorvaart aan den
Hildam en de geschillen daarover, waarin Rotterdam veeleer als handelsstad dan als
vrouwe van Benthuizen betrokken was.
In het gemeente-archief van Gouda zijn ook nog „eenige stukken betreffende de
heerlijkheid Benthuizen". Zie den Inventaris ScheltemaTebbenhoff (1876), bl. 49.
Boekhorst. Vrije en Lage. Een leenboek over de enkele van deze heerlijkheid
gehouden achterleenen berust in het Algemeene Rijksarchief. Zie: Verslagen van
's Rijks Oude Archieven over 1904, aanwinsten Alg. Rijksarchief XV, no. 3.
Boskoop. De heerlijkheid van dit dorp, met die van Rijnsburg, behoorde aan de
abdij van Rijnsburg. Vgl. ons opstel in het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis XI,
bl. 242—243.
De archivalia, ontstaan uit de verwerving en uitoefening der heerlijke rechten, zijn
voor de middeleeuwsche periode te vinden in het archief der abdij van Rijnsburg en
beschreven in den inventaris van den heer J. Bruggeman (Inventarissen van Rijks- en
andere archieven IV, 1931, uitgegeven 1933, bl. 219220). Onder de nummers
680691 treft men aldaar aan; den aankomsttitel, van 1222/1233; stukken over
bestuurszaken, 13571570; stukken over het patronaat der parochiekerk, 13821563;
en stukken over de St. Antonius-broederschap aldaar, 14591545.
Na de Hervorming zijn de goederen der abdij beheerd door de Ridderschap van
Holland. Men vindt de desbetreffende stukken in den inventaris van het archief van
dat lichaam, door Dr. P. A. Meilink (Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven
XLVIII, 1925, deel I, bl. 84168). Aldaar zijn onder de nummers 750782 eenige
dossiers en losse stukken betreffende onderscheidene publiekrechtelijke aangelegenheden
der heerlijkheid Boskoop opgesomd. Een bepaald systeem is in de vorming en bewaring
van dit archiefbestanddeel blijkbaar niet gevolgd.
Esselijkerwoude (Woubrugge). Het door de opeenvolgende bezitters dezer
heerlijkheid gevormde archief is in 1904 verbrand ten huize van Vrouwe A. E.
VirulyLedeboer. Dit vermeldt O. C. van Hemessen in zijn werk: Jacobswoude en
Woubrugge (Alphen a/d Rijn 1932), bl. 85. De grijze historicus Van Hemessen heeft
de verzameling nog kunnen raadplegen en gegevens eruit benut in het aangehaalde
werk, evenals in het vroegere: Eene wandeling door Woubrugge en Hoogmade.
(Wageningen 1904), bl. 2736 en 6184. De samenstelling der gewezen verzame
ling is daaruit echter niet af te leiden. Verspreide bestanddeelen, die nog elders berus
ten, zijn van te weinig beteekenis om vermelding te verdienen.
Hazerswoude. Wat er van de door de heeren dezer heerlijkheid als zoodanig
gevormde archivalia nog bewaard is mag, volgens verkregen inlichtingen, geen
archief heeten. Enkele verspreide bestanddeelen verdienen slechts voor memorie te
worden vermeld.
H i 1 1 e g o m. De door de familie Six gevormde verzameling stukken betreffende
hei bestuur der ambachtsheerlijkheid en het beheer van hare overige bezittingen hier
ter plaatse is in 1877/78 overgebracht naar het gemeentehuis en in 1909 beschreven
door Mr. P. A. N. S. van Meurs. Zijn „Beschrijving van het archief van de ambachts
heerlijkheid Hillegom" berust in handschrift bij de verzameling zelve en in het Alge
meene Rijksarchief; verkort is zij opgenomen in de Verslagen van 's Rijks Oude
Archieven XXXII (1909) bl. 613621. Met de inventarissen der overige plaatselijke
archieven van Hillegom is zij ook in een apart bundeltje gedrukt.
Eerst in 1722 is de ambachtsheerlijkheid uit 's Graven boezem verkocht; toch zijn
er in deze verzameling oudere stukken betreffende de uitoefening der heerlijke rech
ten, uit den tijd, dat de baljuw vanwege de Grafelijkheid den ambachtsheer repre
senteerde. Naast de aankomsttitels en stukken betreffendede uitoefening der eigenlijke
heerlijke rechten zijn er stukken betreffende bijzondere eigendommen, meerendeels tot
1656, voor een klein deel tot 1591 teruggaande.
Het in het Algemeene Rijksarchief berustende archief van het „Hof te Hillegom"
(beschreven; Inventarissen van Rijks- en andere archieven I, 1928, no. XI) heeft geen
betrekking op de heerlijkheid.
Hoogeveen. Slechts enkele verspreide stukken, van de heeren dezer heerlijkheid
als zoodanig afkomstig, zijn den bewerker bekend geworden; zij zijn te gering van
beteekenis om vermelding te verdienen.
Hoogmade. Deze heerlijkheid is vanouds bezeten door de heeren van Poelgeest.
Het door hen o.a. uit dezen hoofde gevormde archief berustte op het kasteel Groot
Poelgeest te Koudekerk; het bevatte o.m. de uitgifte van de heerlijkheid Hoogmade
door den Roomsch-Koning Willem II (H. Junius, Batavia, ed. 1652, bl. 557; Informacie
up den staeted. 1866, bl. 608). Het archief heeft moeten deelen in den jammer-