154 voorzotedtf ZtJ"Sen W*" zints de'VelwiSheTd er""1'!5"" °E FT Verdiend ook 155 der bovenste vertrekken tér ziide v rJn9en> e" te plaatsen op één zaal op het Binnenhof". Aldus Iniddrde^rrd'ichrvrde^' L°'eril" 1814, „t. 9, vrijwel onveranderd STT'"fT gewezen dat men uit Bakhuizens Overzigt' op blz10 T °P mdruk krijgt, dat de Souvereine Vorst riff h j °n,u,ste wat betreftdt* wtdetëSlg^van' "lL^ h—'" Me; ,het hem een salaris van f1200 - die zi h NNES Cornelis de Jonge op ouden Van W„n die réedf T °P Voorbe-iden om den volgen De cl AT ZeVent'9 ,aren achter zicb bad, op te Hoogheid". Bij het aenoemd "T f"5 aonstelllriS va" Uwe Koningl. De Fouw dan ook opnieuw aangLteld* tot8^^ 9 op een jaarwedde van f 1400 te "I comm,es-chartermeester van zijn chef Van T,n betaaAd' T traCtement' evenals dat af, „zedert welken tijd zii'wef T Vm 1 Dece^ber 1813 Reeds 24 November 18 3trcAT e^t,veliik Z?n werkzaam geweest". Boéluard (die met H ,t lë™6"! "nder ambtenaar. Generaal, d. t" 7^' het Binnenhof tot het soiqneren der eK 6PZ "om acces op als index-maker" waaron b" K I PeS' VOOrts z'cb aanbiedende een niet in hrt 'archief de Sf T 30 N°V6mber 18,3 "r. 1 genomen werd. aatssecretar'e bewaarde beschikking in 1792eO„™806eTcharlr F P"»1'" '8,4 aan, da, hij was geweest met hun verhA geordend had en belast buitengewone gratificatie ontvangen"'TadTa^ bdde ,™'en een werk in Februari 1811 voor de TA gezien h„ dergelijk hü „noch tractement noch bet mad VeFFicb* had, waarvoor dat Van W„n in zL aannele A AT had' hooPte bÜ "u brengen, zonder dat ons evenAelA d ^7 advies uit zou willen ^ens BaM1zen LTo^: Algemeen Rijksarchief, verzameling-VAN W„n, aanwinst .1833, nr. 138. tijdens de Fransche overheersching, behalve de zilveren stempels van het grootzegel der Staten van Holland, ook archiefstukken der Stad houderlijke Secretarie van Prins Willem V door ze onder de bestanddeelen van zijn Hollandsch depot te vermengen weten te verbergen. Buitendien had hij in 1813 door zijn optreden bij den prefect weten te verhinderen, dat een ander gedeelte van de Stad houderlijke Secretarie, dat belangrijke brieven der Prinsen van Oranje behelsde, als scheurpapier te Antwerpen verkocht werd. Al deze belangrijke stukken bood De Fouw bij het eerste gehoor, dat de Souvereine Vorst hem verleende, aan Z. K. H, aan, zonder dat de Prins er evenwel een beslissing over nam. Vermoedelijk zal aan De Fouw deze audiëntie verleend zijn, nadat hij den Vorst eind Juli 1814 geschreven had over stukken „die tot de archieven van de voormalige Stadhouderlijke Secretarie en het Kabinet van wijlen Uwe Majesteits Doorluchtigen Heer Vader Glor.(ieuzer) Gedachtenis, behoord hebben", op welk schrijven dat niet werd aangetroffen in het archief der Staatssecretarie destijds geen beschikking ge nomen werd, zooals hij verklaarde in een brief van Mei 1820 aan den Koning, waarin hij zijn archiefwerkzaamheden van de jaren 1802- 1811 uiteenzette, een.en ander aangevuld door de reeds aangehaalde verklaring van Van Swinden. Het duurde nog ruim twee maanden, eer de Koning, overeenkomstig het rapport van den minister voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Koloniën, bij K. B. van 10 Augustus 1820 nr. 119 besloot om aan De Fouw een grati ficatie van f400.— te verleenen wegens het aanbieden van drie zilveren stempels, „zijnde de groote zegels van Holland en West vriesland, alsmede eenige gebondene en ongebondene papieren, meestal manuscripten, brieven en verdere stukken van verschillenden aard, die tot de archieven der voormalige Stadhouderlijke Secretarie hebben behoord". Dit alles moest in handen van Van Wiin worden gesteld, die de stempels op het Rijks-archief moest bewaren, terwijl de papieren aan „Onze Kabinets-Secretarie" (d. w. z. het Kabinet des Konings) moesten worden aangeboden „ter naziening en ter beschikking". De schifting kwam volgens Bakhuizen Overzigtblz. 21) eerst in 1829 tot stand, en wel zoodanig, dat de brieven der Prinsen van Oranje aan 's Konings Huis-Archief, de stukken betreffende het algemeen bestuur, de Oost-Indische zaken en de buitenlandsche betrekkingen aan het Rijks-archief kwamen. Roëll, Van Stralens opvolger als secretaris van staat voor de binnenlandsche zaken, vroeg, na een onderhoud met den Souvereinen Vorst, aan Van Wiin een opgaaf der door de Franschen naar Parijs gevoerde stukken, welke lijst de Souvereine Vorst bij beschikking 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1937 | | pagina 25