68
69
nieuwen archivaris voorzien, maar is in afwachting van betere tijden voorloopig
slechts een waarnemend archivaris aangewezen, Onjuist is evenwel, dat als zoodanig
krachten in aanmerking zijn gebracht, die voor die taak niet zouden zijn opgeleid.
Overal, waar de Rijksarchivaris ontbreekt, wordt het beheer gevoerd door een weten
schappelijk archiefambtenaar der eerste klasse d.i. een bezitter van de hoogste bevoegd
heid, die de Archiefwet kent. leder hunner heeft dus de speciale opleiding genoten,
die de wet voorschrijft, en voldoet aan de eischen, die daarin voor een benoeming
tot Rijksarchivaris worden gesteld. Men kan dus zeggen, dat die archivarisposten bezet
zijn door leden van dezelfde categorie, die in normale tijden aanstonds voor een
benoeming tot archivaris zouden zijn in aanmerking gebracht, maar nu tijdelijk het
ambt moeten vervullen, terwijl zij een lageren rang bekleeden. Zij ontvangen van
deze waarneming van het beheer een kleine toelage boven hun wedde. Men zie in
een en ander een crisismaatregel."
Ditmaal heeft in de Iweede Kamer in de avondvergadering van 18 December
1935 het archiefwezen tot uitvoerige gedachtenwisseling aanleiding ge
geven, die wij het van belang achten hier letterlijk te doen volgen
„De heer COOPS: M. d V.! Een igen tijd geleden maakte een expert in brand-
assurantiën, die het Rijksarchief aan het Bleyenburg had bezocht, mij opmerkzaam
op een minder gewenschten toestand in dat archief. In deze bewaarplaats van histo
rische documenten van onschatbare beteekenis is namelijk tevens ondergebracht de
verzameling films van de vroegere Filmcentrale. Deze oude filmen, die zonder twijfel
eveneens een historische waarde hebben, zijn volgens mijn zegsman als in hooge mate
brandbaar materiaal te beschouwen en derhalve niet als de meest gewenschte gasten
in dit eerwaardig papieren gezelschap. De zaak interesseerde mij zoozeer M. d. V.,
dat ik den Rijksarchivaris heb verzocht mij eens een blik te gunnen op deze film
verzameling. Bij mijn bezoek werd ik in zooverre gerustgesteld, dat de oude filmen
geborgen zijn in een aparte als kluis ingerichte kamer, en dat bovendien elke film
in een blikken doos is ingepakt. Volgens mijn inlichtingen is het met deze filmen
echter zoo gesteld, dat zij in den loop der jaren van chemische samenstelling kunnen
veranderen en er een stof gevormd kan worden, welke in chemische structuur zeer
nabij komt aan nitroglycerine, een der voornaamste bestanddeelen van de springstof
dynamiet. Waar deze stof de hebbelijkheid heeft nu en dan tot zelfontbranding over
te gaan en dan met zoo n elementaire kracht kan explodeeren, dat zelfs de stevigste
kluis daartegen niet bestand is, moet ik dezen toestand toch niet onbedenkelijk noemen-
Zoodanig explosies van oude filmen hebben plaats gevonden te Batavia en te Cleveland
en speciaal te Cleveland schijnt dat tot zeer ernstige gevolgen aanleiding te hebben
gegeven. M. de V. Ik zou Z. Exc. den Minister willen vragen of Z. Exc. bereid is te
bevorderen, dat dit filmarchief elders wordt ondergebracht. Als ik ter zake een wenk
mocht geven, dan zou ik voor deze verzameling een kluis willen aanbevelen, gelegen
in een weiland of op een andere onbewoonde plaats, doch zeker niet midden in een
stad en a fortiori niet te midden van 's Rijks historische schatten.
De heer MOLLER M. de V. I Er wordt, naar mijn oordeel terecht, geklaagd, dat
de Archiefwet in verschillende opzichten niet wordt uitgevoerd volgens den geest van
die wet. Het is immers de bedoeling, dat stukken uit archieven van de administratieve
diensten van het Rijk, wanneer die daar niet meer van belang zijn, overgebracht zullen
worden naar de algemeene Rijksarchieven. Nu gebeurt dit buitengewoon slecht wat
betreft de archieven van de kantongerechten, rechtbanken en gerechtshoven. Het is
bekend, dat eenige jaren geleden verschillende van dergelijke archieven niet alleen
geheel verwaarloosd, maar zelfs vernietigd zijn. Het groote, rijke archief van het
Gerechtshof te 's Hertogenbosch bijvoorbeeld is een paar jaar geleden, toen scheur
papier heel veel geld deed, eenvoudig verkocht als scheurpapier. Dit is een van de
voorbeelden; zoo zijn er tallooze. Ik zou den Minister ernstig willen vragen of hij
overeenkomstig den geest van onze Archiefwet wil bevorderen, dat dergelijke archieven,
wanneer zij voor de rechtbanken, kantongerechten en gerechtshoven niet meer van
dienst zijn, toch inderdaad worden overgebracht naar de Rijksarchieven, daar kunnen
ze dan uitgezocht worden en kan hetgeen van blijvende waarde blijkt te zijn daar
worden opgeborgen. Op zijn best als het nog bewaard is, vergaat het van de vocht
overal, waar ze dan zoo goed mogelijk zijn ondergebracht. De griffiers van de rechter
lijke colleges kan men hiervan geen verwijt maken; die zijn geen archiefambtenaren
en hebben trouwens zooveel werk, dat zij het inderdaad zeer tijdroovende werk niet
kunnen doen, dat voor een behoorlijke verzorging van een archief noodig zou zijn-
De heer SLOTEMAKER DE BRUïNE, Minister van O. K. en W.: M. de V.l De vragen,
door de beide geachte afgevaardigde gedaan, hangen samen met bergruimte. Nu kan
ik mededeelen, dat ik vrij ver gevorderd ben met een bespreking die mij in staat zal
stellen zonder al te veel kosten voor het Rijk op mij te nemen, althans te voldoen
aan het verzoek van den Heer COOPS, dat deze verzameling van oude filmen, die
eenig brandgevaar in zich zelf bergt, kan worden geborgen, zooal niet op een weiland,
dan toch in een kluis of wellicht in een vrij staande, gevaarlooze localiteit, terwijl ik
hoop er ook in te kunnen slagen om langzamerhand eenige ruimte, meer dan die
thans beschikbaar is, te vinden voor de berging van de archieven, waarvan de Heer
MOLLER sprak. De beide geachte afgevaardigden willen mij wel het genoegen doen
van geen bijzonderheden te vragen. Zoolang men onderhandelt en praat, is het beter,
dat er geen namen worden genoemd, maar de zaak heeft de volle aandacht van de
Regeering en ik hoop, dat op eenige, aanvankelijk sobere, maar niet geheel onvol
doende wijze in de zaak zal kunnen worden voorzien".
In dezelfde vergadering heeft de Tweede Kamer de begrooting, zonder dat in
de artikelen betreffende het archiefwezen wijzigingen waren gebracht, aangenomen.
Examens. Het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der tweede
klasse hebben verworven de Dames L. M. BERSSENRUGGE, te s-Gravenhage, W. A-
H. CROL, te Rotterdam en C. LEEUWENBURG, te 's-Gravenhage, en de Heer F. M.
Hendriks, te Arnhem.
Gemeente-archieven.
Gemeente Bergen op Zoom. - Op 12 November 1935 is, in tegen
woordigheid mede van den Algemeen Rijksarchivaris en den Rijksarchivaris in Noord-
Brabant, het nieuwe gemeentelijke archiefgebouw in gebruik genomen.
Gemeente Dordrecht. De oud-archivaris, ons vroegere medelid de
Heer L. VAN DALEN, is op Nieuwjaarsdag overleden. In de volgende aflevering hopen
wij een kort in Memoriam van de hand van diens opvolger te plaatsen.
Gemeente Alkmaar. - Nadat hem juist met ingang van 1 [anuari l.l. eervolle
ontheffing uit zijn ambt was verleend, is op 2 Februari in het Centraal Ziekenhuis te
Alkmaar overleden de Adjunct-archivaris Ds. H. MAKKINK. Ook op dezen oud-collega,
eveneens jaren lang lid van onze Vereeniging, hopen wij in onze volgende aflevering
terug te komen.
Gem.eente Goes. Op 30 Augustus 1935 overleed de oud-archivaris,
sedert zijn aftreden adviseur voor het archief, de Heer DE KRUYTER. Aan de hand
van ons door collega MEERKAMP VAN EMBDEN verstrekte gegevens hopen wij ook
dezen veteraan uit onzen kring in de volgende aflevering te herdenken. M e n z i e
de in deze aflevering opgenomen advertentie.