34
VI. GESCHIEDENIS.
A. Vaderlandsche en Algemeene Geschiedenis.
35
De vrije heerlijkheden, gelegen in het grensgebied tusschen Gelderland, Holland en
Utrecht (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen
van het oud-vaderlandsche recht, Achtste deel, No. V, blz. 352374), 1933.
Overzicht van de rechterlijke organisatie in Noord-Nederland vóór 1795 (in: Ver
slagen en mededeelingen der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vader
landsche recht, Achtste deel, No. VI, blz. 447464), 1934.
De provincie Zeeland en hare rechterlijke indeeling vóór 1795 (Uitgave van het
Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen, blz. 1151), 1933.
Beoordeeling van: Hugo Wstinc. Het rechtsboek van den Dom van Utrecht, uitge
geven door Mr. S. Muller Fz. (in: De Nederlandsche Spectator, 1895, No. 37, blz.
299—301), 1895.
Beoordeeling van: J. Houwink, De staatkundige en rechtsgeschiedenis van Ameland
tot deze eeuw (in: Het Rechtsgeleerd Magazijn, 19e jaargang, blz. 456), 1900.
Beoordeeling van: Mr. A. S. de Blécourt, De ambachten in Rijnland, Delfland en
Schieland (in: Nederlandsch Archievenblad, 1902/3, 2e aflevering, blz. 124128), 1902.
Beoordeeling van: I. H. Gosses, De rechterlijke organisatie van Zeeland in de middel
eeuwen (in: Museum, Maandblad voor philologie en geschiedenis, 25e jaargang, No. 9,
kol. 207—210), 1918.
Aankondiging van: I. H. Gosses, Welgeborenen en huislieden. Onderzoekingen over
standen en staat in het graafschap Holland (in: Museum, Maandblad voor philologie
en geschiedenis, vierendertigste jaargang, No. 10, kol. 272274), 1927.
Aankondiging van: Nijmeegsche studie-teksten: I Handvesten, II Leges barba'rorum,
Fragmenta (in: Nederlandsch Archievenblad, vierendertigste jaargang, 2e aflevering,
blz. 128—129), 1927.
Overzicht der staatsgeschiedenis van het landschap Westerwolde tot op zijne ver
eeniging met de XVII Nederlanden (Academisch proefschrift, blz. 1180), 1886.
Aanteekeningen van het verhandelde in de sectie voor letterkunde, wijsbegeerte en
geschiedenis ter gelegenheid van de algemeene vergadering van het Provinciaal
Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen, gehouden den 28 Juni 1892
(geteekend: Johs. Dijserinck, Voorzitter, R. Fruin Th.Azn., Secretaris, bl. 113), 1892.
Aanteekeningen van het verhandelde in de sectie voor letterkunde, wijsbegeerte en
geschiedenis ter gelegenheid van de algemeene vergadering van het Provinciaal
Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen, gehouden den 24 Juni 1893,
(geteekend: Johs. Dijserinck, Voorzitter, R. Fruin Th.Azn., Secretaris), blz. 114, 1893.
Bismarck en Thorbecke (in: Zondagsblad van de Amsterdammer, Dagblad voor
Nederland, 7 April, No. 17; overgenomen in de meeste dagbladen), 1895.
Eene muntberekening van 1500 (in: Tijdschrift van het Nederlandsch genootschap
voor munt- en penningkunde, 7e jaargang, 3e aflevering, blz. 217221), 1899.
Vier nog onuitgegeven oorkonden uit de Xlle eeuw betreffende de Middelburgsche
abdij (in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem, 25e deel,
3e aflevering, blz. 413418), 1900.
Mededeelingen uit het archief der Middelburgsche abdij (in: Archief, uitgegeven door
het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, VlIIe deel, 3e stuk, blz. 99140)1900.
Brief van Ghislain Scrijvers, griffier van het Hof van Utrecht, aan Roeland de
Pottere, pensionaris van prelaat en edelen in Zeeland (in: Bijdragen voor de geschie
denis van het bisdom van Haarlem, 25e deel, 3e aflevering, blz. 419423), 1900.
Kerkelijk Veere (Supplement) (in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom
van Haarlem, 27e deel, le aflevering, blz. 108117), 1902.
Correspondentiën in steden van Zeeland, door Dr. R. Broersma en Mr. R. Fruin
(in: Bijdragen en mededeelingen van het Historisch Genootschap, XXIII, blz. 258
376), 1902.
Verbetering (in: Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch genootschap der weten
schappen, VlIIe deel, 4e stuk, blz. 194), 1902 (betreffende burgemeesters van Middel
burg en de beteekenis van het castellum).
Een brief van Philippus van Lansbergen (in: Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch
genootschap der wetenschappen, 1903, blz. 143148), 1903.
Correspondentiën te Middelburg en te Goes (in: Bijdragen en Mededeelingen van
het Historisch genootschap, XXVI, blz. 161237), 1905.
Nieuws aangaande de Costerzaak (in: De Nederlandsche Spectator, 1904, No. 8,
blz. 64—67), 1904.
Mr. Enschedé's jongste bijdrage tot de Costerzaak (in: De Nederlandsche Spectator,
1904, No. 14, blz. 114—116), 1904.
De Haarlemsche uitvinder der boekdrukkunst (in: Tijdschrift voor boek- en biblio
theekwezen, jaargang III, nummer 2, blz. 7576), 1905.
De huidige stand van het Costervraagstuk (in: Middelburgsche Couranten van 20 en
21 October 1905; ook opgenomen in de werken der Vereeniging „Haerlem"), 1905.
Stukken betreffende den stormvloed van 1530 (in: Archief, uitgegeven door het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1908, blz. 135169), 1908.
Oude portretten in houtgravure (in: Questiunculae historicae, No. 6, blz. 148), 1908.
De titel Prins (Prinses) van Oranje-Nassau (in: Amsterdammer, weekblad voor
Nederland, No. 1666 van Zondag 30 Mei 1909), 1909.
De kroniek van Pieter Joossen Altijt Recht Hout (in: Archief, uitgegeven door het
Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, 1909, blz. 6596), 1909.
De abten van Middelburg, vermeld in het necrologium der abdij van Park (in:
Archief, uitqeqeven door het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen, 1909, blz.
157—160), 1909.
Margriete van Aerselle (in: Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch genootschap
der wetenschappen, 1909, blz. 160), 1909.
Het stapelcontract van 12 April 1675 (in: Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch
genootschap der wetenschappen, 1911, blz. 118), 1911.
Inleiding tot: Nederlandsche steden in de 16e eeuw. Plattegronden van Jacob van
Deventer, blz. 59), 1916.
Inleiding tot: Nederlandsche steden in de 16e eeuw. Plattegronden van Jacob van
Deventer (verbeterde uitgave), blz. 112, 1924.
De eerste proclamatie van den Prins van Oranje in 1813 (in: Nederlandsch Archie
venblad, zesentwintigste jaargang, le aflevering, blz. 3032), 1917.
De Souvereine vorst en de Limburgsche Generaliteitslanden (in: De Maasgouw van
Januari 1922, blz. 1—2), 1922.
Woord van memorie inzake het Oera Lindaboek (in: Leeuwarder Nieuwsblad van
Zaterdagavond 21 April 1928, No. 5931, derde blad), 1928.
De jongste poging tot opheldering van het Oera-Lindaboek-mysterie (in: Het Boek,
zeventiende jaargang, No. 12, blz. 612), 1928.
Ingezonden mededeeling (in: Club-Kroniek, 3e jaargang, No. 5, blz. 123), 1928
(betreffende de muiterij aan boord van de Bounty en de stichting van eene kolonie op
het eiland Pitcairn).
Vorstenmoord als systeem (in: De Haagsche Post van Zaterdag 8 December 1934),
1934.
Enkele opmerkingen over de zaak Lodewijk XVII (in: Historia, le jaargang, no. 2,
blz. 86—88), 1935.