32 33 Informatie omtrent verschillende punten van leenrecht, geldende in de provincie Utrecht (1570) (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bron nen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. II, blz. 110128), 1894. Tabel, houdende de indeeling der provincie Utrecht in gemeenten sinds 1811. Bijlage bij het Verslag omtrent oude gemeente- en waterschapsarchieven in de Provincie Utrecht over 1893, blz. 1827. (Ook opgenomen in: Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, XVI, blz. 568—576), 1894. Costumen en usantiën van Soest (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. III, blz. 218—227), 1895. Stukken uit het archief der gemeente Montfoort (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. III, blz. 269—272), 1895. Stukken uit het archief der gemeente Renen (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. III, blz. 272—281), 1895. Het handvest door Huibert, heer van Kuilenburg, den 22sten Mei 1414 aan die van Schalkwijk gegeven (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. IV, blz. 378392), 1896. Stukken uit de leenregisters van het Oversticht en andere stukken betreffende leen recht (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. IV, blz. 392396), 1896. Nog eenige bijzonderheden betreffende de heerlijkheden Hagestein in het Gooi (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud- vaderlandsche recht, Derde deel, No. V, blz. 413417), 1896. Ordonnantie door Floris van Egmond in 1528 aan de heerlijkheid Scherpenisse ge geven (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. V, blz. 417442), 1896. Informatie omtrent verschillende punten van leenrecht, geschied op last van den Hertog van Alva (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Derde deel, No. VI, blz. 562567), 1898. Leenrecht van Vianen (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vierde deel, No. I, blz. 4756), 1899. Het opmaken eener notarieele akte in de 14e eeuw (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vierde deel, No. I, blz. 86—89), 1899. Uit het leenregister der heeren van Hodenpijl (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vierde deel, No. III, blz. 317—324), 1900. Servitia, tienden en exemtiegelden, opgebracht door de O. L. Vrouwen abdij te Middelburq (in: Bijdraqen en mededeelinqen van het Historisch Genootschap, XXII, blz. 358—387), 1901. Rechtsgeldigheid van notarieele akten (in: Verslagen en mededeelingen der vereeni ging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vierde deel, No. IV, blz. 430—432), 1901. Brief van den baljuw van Tholen aan de rekenkamer te 's-Gravenhage over zijn geschil met Thoen en Heyn van Beyeren en het ontslag van den door hen gestelden borg, 1483 (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vierde deel, No. IV, blz. 436440), 1901. Schot en bede in Zeeland (in: Verslag der Algem. Verg. der Leden van het Hist. Gen., 14 April 1903, blz. 55—95), 1903. Ordonnantie van Willem V, hertog van Kleef, voor de heerlijkheid Breskens (in. Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud- vaderlandsohe recht, Vijfde deel, No. I, blz. 15 25), 1904. Aan de kaak stellen (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vijfde deel, No. I, blz. 57), 1904. De heeren van het Gooi en Langerak tot het jaar 1375, door Hans Toll. Met inlei ding van Mr. R. Fruin (in: Verslagen en mededeelingen der bronnen van het oud- vaderlandsche recht, Vijfde deel, No. III, blz. 143 144), 1906. Het recht der stad Reimerswaal (Werken der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, tweede reeks, No. VII, blz. 1126), 1906. Eene herinnering aan Barabbas (in: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Vijfde deel, No. III, blz. 214— 216), 1906. Opmerkingen over de oudste bewaarde keur van Zeeland (De beteekenis van „scultetus". - - De oorspronkelijke redactie der keur en hare latere aanvullingen) (in: Rechtshistorische opstellen aangeboden aan Mr. S. J. Fockema Andreae, hoogleeraai aan de Rijksuniversiteit te Leiden, blz. 112), 1914. Sprokkels uit het gebied van de rechterlijke organisatie in Gelderland I, II (in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, dl. II. 2e aflevering, blz. 220 224), 1920. De Keuren van Zeeland (Werken der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, tweede reeks, No. 20, blz. IXXII en 1 256), 1920. Keuren van Zeeland (in: Nederlandsch Archievenblad, negenentwintigste jaargang, le aflevering, iblz. 54—55), 1921. (Antwoord op een recensie door W. v. R.) Sprokkels uit het gebied van de rechterlijke organisatie in Gelderland III (in: Tijd- schrift'voor Rechtsgeschiedenis, dl. II, 4e aflevering, blz. 220 224; 519 521), 1921. Scabinium (Bijdrage tot de oude rechterlijke organisatie van Zeeland) (in: Tijd schrift voor Rechtsgeschiedenis, dl. III, le aflevering, blz. 3040), 1921. Het vaderland van de Notitia vel commemoratio de ilia ewa quae se ad Amorem habet (in- Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, Ve reeks, deel IX, blz. 161—169), 1922. De achterrichter in Twente (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Zevende deel, No. IV, blz. 453—458), 1922. Den Haag en Batavia (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Zevende deel, No. V, b z. 548—570), 1924. Rechtspraak in het ambacht van Die Haghe (in: Nederlandsch Archievenblad, twee ëndertigste jaargang, 3e aflevering, blz. 142148), 1925. Opmerkingen over de Ewa. quae se ad Amorem habet (in: Verslagen en mededee lingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht. Zevende deel, No. VI, blz. 571595), 1925. Keuren van Poortvliet (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uit- qave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Achtste deel, No. I. blz. 15 22), 1926. Aanvulling van de oude rechten van het land van Putten (in: Verslagen en mede deelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Achtste deel, No. I, blz. 23—24), 1926. Schout en grietman (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Achtste deel, No. Ill, blz. 1 75 179), 1931. Punten van overeenstemming tusschen de rechterlijke organisatie in Zeeland en die van het Land van Waas (in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot uit gave der bronnen van het oud-vaderlandsche recht, Achtste deel, No. IV, blz. 23/ 258), 1932.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1936 | | pagina 23