194 Boekbesprekingen. Met de inventariseering en beschrijving van deze verzameling van Archieven is een veelomvattend en mooi stuk werk gereed gekomen. De geheele inventaris is in negen afdeelingen onderverdeeld, welke ieder op haar beurt zijn voorzien van wèl doorwrochte en verdienstelijke historische inleidingen, waardoor men een breeden en duidelijken indruk ontvangt van de wordingsgeschiedenis der beschreven archieven en hun onderlingen samenhang. Aan alles vooraf gaat een korte Algemeene Inleiding, die in korte trekken de geschiedenis van de samenvoeging van het geheel weergeeft. In den Inventaris zijn achtereenvolgens opgenomen de beschrij vingen der archieven van I. Het voormalig Hoogheemraadschap van den Honds- bossche en Duinen tot Petten. II. Het voormalig Heemraadschap van den Hazedwarsdijk. III. De voormalige Colleges van Toezicht op den West- Frieschen omringdijk. IV. Het voormalig ambacht van West-Friesland, genaamd de Schager en Niedorperkoggen. V. De voormalige dijksvereeniging, bekend onder den naam van den Noorder 1)- en Zeedijk. VI. Het voormalig heemraadschap van den Schardam en Keukendijk. VII. Het voormalig College van Dammeesteren van den Niewendam bij Monnikendam. VIII. Het voormalig heemraadschap van den Assendelver Zeedijk. IX. Het voormalig heemraadschap van den St. Aagtendijk. Achteraan zijn eenige gekleurde kaarten bijgevoegd, die op duideiijke wijze de onderscheidene schuldplichtige gebieden van de hier genoemde waterschappen aangeven. Uit deze summiere opsomming moge reeds blijken welk ver dienstelijk en keurig werk hier tot stand is gebracht. Al wie nader van dezen inventaris kennis neemt, zal worden getroffen door de logische en overzichtelijke indeeling, die het gebruik zeer gemakkelijk en handig maakt. Dit is voorzeker wel het beste, wat van een inventaris gezegd kan worden. 195 Indien ik iets zou mogen opmerken, dan zou ik willen zeggen, dat het hoofd „Bibliotheek", dienend als omschrijving van afdeeling VI van het archief van het voormalig hoogheemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten, wellicht beter ware te vervangen door de omschrijving „Gedrukte Stukken Juist waar deze stukken een deel uitmaken van een archiefinventaris en blijkens de gegeven omschrijving zeer zeker duidelijk gequalificeerd zijn met den alge- meenen titel: „Gedrukte Stukken", zou het mij wenschelijk lijken dezen titel te bezigen. Dit lijkt mij des te juister, omdat er toch in archiefkringen steeds op gewezen wordt de begrippen „Bibliotheek en „Archief" duidelijk gescheiden te houden. Maar dit zij slechts een opmerking van voorbijgaanden aard. Wat de wordingsgeschiedenis van de hier beschreven vereenigde waterschappen betreft, mag er aan worden herinnerd, dat de totstand koming der vereeniging van de opgeheven Waterschappen, waarvan de administratie overging op het Hoogheemraadschap „Noordhollands Noorderkwartier, plaats vond door de krachtige medewerking en den steun van den onlangs opgetreden Minister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingenberc. Toenmaals lid van de Gedeputeerde Staten, heeft hij de belangstelling en de aandacht voor deze belangrijke kwestie gewekt en levendig gehouden. Zijn warm pleidooi voor de op het spel staande waterschapsbelangen voerde tot het gewenschte resultaat. Ook mag hier niet onvermeld blijven hoe de Heer J. P. Van Amstel, destijds secretaris van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, is te beschouwen als de „auctor intellectualis van het werk, dat wij thans voltooid voor ons zien. Aan de voort varendheid van dezen te vroeg gestorven man was het te danken, dat veel voorbereidend werk doelmatig en afdoend werd verricht. In dit verband zij verwezen naar het bericht van de hand van den toenmaligen Rijksarchivaris in Noord-Holland, Jhr. de Jonge van Ellemeei, opgenomen in het Archievenblad, jaargang 1929—1930, blz. 138. Des te meer kunnen wij ons er over verheugen, dat het destijds aangevangen werk op dezelfde wijze werd voortgezet en dat de jaren, volgend op het verscheiden van den Heer VAN Amstel, ons het resultaat brachten, dat wij voor ons zien in het werk van den Heer Pabon. G. STADERMANN. Het Land van Wijnendale, verspreid liggend in talrijke parochiën rondom Torhout, vormde de grootste appendante heerlijkheid van het Verzamelde inventarissen van de archieven der opgeheven water schappen, waarvan de taak is overgegaan op het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, bewerkt en ingeleid door Drs. N. J. Pabon, conservator h klasse bij het Archief der gemeente 's-Gravenhage. Dr. Jos, De Smet, Inventaris van het archief van het Land van Wijnendale en zijn toebehooren. Tongeren, Drukkerij G. Michif.LS- Broeders, 1934.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 23