172 een Hollandsche stad, zoodat er reeds vele opnamen te vinden zijn van Amsterdam, Haarlem, Delft, Dordrecht, Utrecht, Kampen, enz. En wat het werk in de Musea betreft werd het meeste tot dusverre verricht in het Rijksmuseum te Amsterdam en het Boymans Museum te Rotterdam, doch ook in het Mauritshuis, Frans Hals Museum, Centraal Museum te Utrecht en de Leidsche Lakenhal werden veel opnamen gemaakt. Wel heeft het instituut een groote collectie nega tieven in musea gemaakt, maar deze hebben veelal de foto-verkoop zelf ter hand genomen, zoo dat daarvan geen foto's meer mogen worden verkocht; daarvoor wende men zich tot de betrokken museum directies. Van belang is ook, naast de reeds vermelde opnamen van Nederlandsche landschappen, stadsgezichten, archi tectuur, kunst en industrie, de collectie negatieven naar oude prenten. De jaarverslagen geven een beeld van gestadige groei en systematische ontwikkeling dezer instelling, die sedert het begin van dit jaar gevestigd is in het pand Heerengracht 284, Amsterdam. Het M e e s t e r - a r c h i e f voor klassieke muziekwerken te Weenen. De Nederlandsche kunstverzamelaar, de heer A. van Hoboken, heeft in 1927 te Weenen een instituut opgericht, dat bij de muziek verzameling der Nationalbibliothek aldaar is aangesloten en zich uit sluitend bezighoudende met de reproductie en het verzamelen van klassieke meesterwerken, een cultuur-arbeid op muzikaal gebied presteert, die eenig in de wereld is. Vele der in de wereld verspreide origineele manuscripten van Bach, Beethoven, Haydn, Chopin, Mozart, Schubert, enz. werden in verschillende musea, archieven, bibliotheken en particuliere verzame lingen van het binnen- en buitenland opgespoord en gefotografeerd, waarna van de negatieven fotogrammen vervaardigd werden. Voor de zich in V/eenen en Oostenrijk bevindende manuscripten is een bizonder gevoelig toestel in de localen van het instituut ter be schikking, terwijl men voor die uit andere landen met goede nege- tieven schijnt te volstaan. In enkele jaren tijds is reeds een geweldig materiaal bijeen gebracht, dat thans uit ongeveer 50.000 fotogrammen bestaande, in ijzeren kasten wordt bewaard, die speciaal voor het doel zijn gebouwd. Deze fotogrammen vormen den onaantastbaren grondslag der verzameling. Daar het principe heerscht, om van de negatieven zelf niets uit te Ieenen, wordt er, wanneer iemand deze gefotografeerde werken wenscht in te zien, van het bestaande zwarte negatief het daarbij behoorende positief gemaakt, dat voor den lezer op de plaats zelf 173 toegankelijk is, of als hij zich buiten Weenen bevindt, hem per post wordt toegezonden. Wanneer dus iemand ergens in de wereld een of anderen meester bestudeert, vindt hij hier een overzicht van bijna alles wat er van diens hand bestaat. Het doel van dit instituut is even eenvoudig als noodzakelijk. Het is immers vaak gebleken, dat zich fouten bevonden in de muziekwerken der groote meesters, welke als authentiek golden. Deze fouten werden ook bij groote openbare uitvoeringen niet opgemerkt. Een dusdanige, nauwkeurige, wetenschappelijke pontróle, die streng op het origineele manuscript teruggaat, moet natuurlijk een omwenteling te weeg brengen, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien. Daar uitsluitend de wil van den kunstschepper bij deze opnamen in aanmerking komt, worden alle oude en nieuwere wijzigingen, die soms alleen ter wille van het effect zijn aangebracht, geannuleerd. Een ander voordeel dezer verzameling is, dat de ori gineele handschriften zelf minder behoeven te worden geraadpleegd en daardoor ontzien worden. Ten slotte leidt deze verzameling tot een concentratie der groote muziekwerken juist in de muziekstad Weenen, die wel geschikste plaats voor dit instituut is, Vaderland30 Apri I 1935). Het Duitsche Filmarchief. Het Duitsche Rijksfilmarchief, dat het grootste van de wereld moet zijn, werd 4 Februari des avonds met een rede van minister Göbbels in het HARNACKhaus ingewijd, waarbij ook de rijkskanselier Adolf Hitler tegenwoordig was. Minister Göbbels wees er op, dat het tijdstip was aangebroken, waarop de regeering in de Duitsche filmproductie kon ingrijpen en niet meer in negatieven zin, met verbodsbepalingen en censuur, maar in positieven zin, door een geestelijke en materieele stimulans te verschaffen. Wat tot dusverre ontbroken had, was de film, die een deugdelijk gegrondveste wereldbeschouwing tot uitdrukking brengt en die weer stand bieden kon aan de problemen van den modernen tijd; maar ook de goede, met geest en humor of zin voor satire ontworpen amusementsfilm. En wat vooral ontbrak is de artistieke film. Dr. Göbbels zette vervolgens uiteen welke maatregelen de regeering sedert twee jaren genomen had om de filmindustrie en de artistieke ontwikkeling van de film te steunen en te bevorderen. Er worden reeds zeer goede films in Duitschland vervaardigd, maar het moet, gezien de middelen waarover men beschikt, thans mogelijk zijn, de Duitsche film tot een voorbeeld voor de geheele wereld te

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 12