28 het archivariaat heeft gehalveerdnochtans konden wi| tegen de bezoldiging van dien halven werkkring met f 2200,— geen bezwaren inbrengen. Ook in Haarlem, waar men het archief met de bibliotheek en de openbare leeszaal wil vereenigen en wellicht, bij vacature, ook het abattoir en de vuilverbranding in de combinatie zal opnemen, moesten wij de protest-actie aan de Vereeniging overlaten. In kemplustige spanning werden wij nog gehouden door geruchten uit Leeuwarden, dat men plannen smeedde het archivariaat na het aftreden van rr.ej. Visscher op te heffen of jammerlijk te verminken. Maar deze geruchten bleken weldra loos en diffamatoir. De schepping van een nieuwen archivarispost in Oss, een haast sensationeele ge beurtenis in dozen tijd, begroetten wij met wondere voldoening. Over de financieele regeling zijn wij niet ingelicht; wij vertrouwen, dat het daar, in het land van de margarine, ook boter, althans kunstboter, tot den boom is. In glorie herleefd, na lange jaren van ontzieling, zijn de archivariaten van Roermond met ons onbekende, en van Aardenburg met onkenbare, sc. zonder wedde. Ziet hier mijn verslag. Van roemruchte daden, van titanische duels op de vulpen of het tongrapier heb ik U niet mogen verhalen. Maar Ge moet toch zorgvuldig vermijden te denken, dat aan de mis troostigheid van mijn geluid een gemelijk oordeel over het bestaans recht der Afdeeling ten grondslag ligt. Integendeel, van haar nut en waarde ben en blijf ik overtuigd, en het doet mij van harte goed, dat ook het Vereenigingsbestuur zoo oordeelt. De lofzang, dien de toelichting van het voorstel tot reglementswijziging aanheft op de Afdeeling als bliksemafleider, is ook mij uit de lier gegrepen, en deze beschouwing heeft ten overvloede de verdienste, dat zij blijft binnen het raam van onze reglementaire doelstelling der materieele be langen, Maar daarnaast en daarboven mogen wij de Afdeeling toch ook beminnen als de plaats van ons samenkomen en samenspreken, waar wij, die anders slechts in de dorheid der ambtelijke correspon dentie elkander benaderen, staan van oog tot oog en waar wij snedige gedachten wisselen over de belangen, die onze archieven eigen- aardiglijk betreffen. De Afdeeling legt een band van persoonlijke bekendheid, die aan ons werk ten goede komt. Maar dan zou ik ook willen, dat deze persoonlijke aanraking nog een sappiger vrucht mocht afwerpen, dat wij, na vertrouwd te zijn geraakt met elkanders physionomieën, ook in drift mogen ontsteken elkanders archiefbezit te kennen. Ik doel op een gids voor gemeente- en waterschaps- 29 archieven, die uit onze samenwerking zou kunnen worden geboren en die onbetwistbaar een belang van groote draagwijdte zou dienen. Ge weet, dat de Vereeniging een verrel eeuw geleden haar hart aan een algemeenen archiefgids heeft verpand, maar die liefde is na eenigen tijd eerst tot de Rijksarchieven beperkt en vervolgens geheel geplatoniseerd. Voor onze archieven ligt het werk open, met al zijn moeilijkheden zeker, maar ook met al zijn aantrekkelijke perspectieven, Mogen wij het dan met geestdrift aanvaarden en door de kracht van onze toewijding volbrengen Het is voorshands niet meer dan een plan, dat ik U voorleg, en Gij kunt daarover niet voetstoots beslissen. Maar ik bind ieder Uwer ten sterkste op het hart over de mogelijkheid der verwezenlijking na te denken en mij Uw inzicht mede te deelen, opdat ik (of een ander naar Uw wensch) een nader schema kunne ontwerpen. Mij is het een goed voorteeken, dat ik het denkbeeld mag opperen juist in het Deventer archief, waar, naar ik weet, dezelfde minzieke gedachten trillen in de lucht. Maar deze plaats roept bij mij ook een herinnering wakker, die ik tot Uw waarschuwing moet verhalen. Toen mijn vader hier als jong en onervaren archivaris moeilijkheid had met de datee ring van middeleeuwsche oorkonden en hij ter opheldering aan andere archivarissen vroeg naar den bij hen gebruikelijken jaarstijl, ontving hij van één zijner collega's ten antwoord „De jaarstijl hier is gewoon, zooals overal elders." Als ik dan op mijn vragen voor den archief- gids ook ten antwoord krijg „De inhoud van dit archief is gewoon, zooals overal elders", dan zal ik mij hoe zachtmoedig ook van aard toch niet bevredigd moeten verklaren. Maar indien het plan mocht slagen als een schoone vrucht van de vriendschap en de saam- hoorigheid in onze Afdeeling, dan zullen wij met nog inniger gloed herhalen, wat ik thans reeds uit Uw aller naam mag getuigen„In de Afdeeling is het buitengewoon, zooals nergens elders." A. LE COSQU1NO DE BUSSY. NIET-OFFICIEEL GEDEELTE. Dr. S. VAN VEEN. Te Arnhem is 11 October 1934 op 76-jarigen leeftijd overleden de oud-hoofdcommies bij het Rijksarchief in Gelderland Dr. S. van Veen. De heer Van Veen was doctor in de oude letteren en candidaat in de rechten. Hij was van 1891 tot 1923 aan het Rijksarchief ver- Gelijk elders in dit blad, blz. 78, staat te lezen, heeft deze Haarlemsche ver wikkeling een gelukkige ontknooping gevonden, waardoor ook de sombere wolk van het hoofd des voorzitters is weggevaagd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 20