22 voor onze leden geldende salarisverlaging te voorkomen, moest orige- stieden blijven, daar het ambtenarencorps over de geheele linie gelijkelijk getroffen werd. Wel wordt het Rijksarchiefwezen speciaal in benoemings- en promotiekansen gedupeerd door de voortdurende met-vervulling der hoogste functies in vijf provinciën. Als een succesje (echter niet door de afdeeling behaald I) valt te boeken het feit, dat op de begrooting voor 1935 toelagen van f 300.- zijn uitgetrokken voor de vier permanent-waarnemende Rijksarchivarissen; voor den heer J. A. Brouwer wordt deze intusschen verdisconteerd in een toelage die hij reeds uit anderen hoofde ontving. Aan de orde komt dan het in de algemeene vergadering te behandelen voorstel tot reglementsherziening rakende de afdeelingen. De voorgenomen opheffing der verplichting om daarvan lid te worden vindt van verschillende kanten ernstige bestrijding: men voorziet den ondergang der afdeeling, die toch een en andermaal nuttig werk kon verrichten (salarisverbetering der Rijksarchivarissen) dan wel het feit dat eenige weinige overblijvende leden het gelag (n.l. contributie aan de Centrale) voor allen zullen moeten betalen. De heer Meilink licht nog toe, dat het hoofdbestuur het voorstel doet, aangezien uit de eden steeds sterker verzet tegen het verplichte lidmaatschap rijst; noch hij, noch de heer Heerma van Voss hebben er con amore aan medegewerkt. Nadat de voorzitter nog in 't licht heeft gesteld, dat onze actie via deze Centrale niets revolutionairs in zich heeft, wordt vast gesteld, dat de vergadering vrijwel eenstemmig afwijzend staat tegen over het voorstel. De voorzitter zou bij aanneming daarvan de in een afdeehngsvergadering aanwezige niet-afdeelingsleden behalve stemrecht ook spreekrecht willen ontnemen; dit denkbeeld wordt echter niet voldoende ondersteund. De heer Meilink deelt nog mede, dat het hoofdbestuur het voor nemen heeft in overleg te treden met de afdeelingsbesturen, teneinde te komen tot een nuttiger indeeling van den dag der algemeene vergadering; de ochtend zal voor algemeene besprekingen dienen te worden vrijgemaakt; de afdeelingsvergaderingen waren wellicht facultatief te stellen. Tegen dit laatste rijzen bezwaren; wel zou men voelen voor een zeer korte bijeenkomst, b.v. onmiddellijk vóór de lunch. Het finantieel verslag van de penningmeesteres luidt gunstig er is een batig saldo van f 50.48, zonder dat om subsidie bij de vereemgingskas behoefde te worden aangeklopt, zulks mede ten gevolge van de contributieverlaging der Centrale tot f 1.80 per lid. Onder dankzegging wordt aan Mej. Korvezee décharge verleend en haar voorstel om de bijdragen der leden ad f2.- onveranderd te laten aangenomen. 23 Als bestuursleden worden door de vergadering aangewezen Mej. Mr. E. C. M. Prins en de heeren van Rheineck Leyssius (bij herkiezing) en Kruyee als plaatsvervangers de heeren Haga en Panhuysen. Bij acclamatie wordt daarop de heer Leyssius herbenoemd als voorzitter en als vertegenwoordiger in het hoofdbestuur, de heer Baart de la Faille als vertegenwoordiger bij de Centrale. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt, waarna voor zitter de vergadering sluit. Afdeeling van Gemeente- en Waterschaps- archiefambtenaren. MEDEDEEL1NG VAN HET BESTUUR. Bericht van den Penningmeester. De leden, die hun jaarlijksche bijdrage over 1934—1935 a f 2.50 nog niet hebben betaald, zullen den Penningmeester aan zich verplichten, indien zij hem vóór 1 April 1935 het bedrag willen toezenden, bij voorkeur door storting op of overschrijving naar postrekening 109779 van Dr. H. P. Coster te Groningen en het bewijs van storting of overschrijving als kwitantie willen beschouwen. Na 1 April 1935 zal over de nog niet betaalde bedragen, alsdan verhoogd met de kosten van invordering, worden beschikt. Verslag van de zestiende afdeelingsvergadering op Zaterdag 22 September 1934 in het Gemeente-archief te Deventer. Aanwezig 16 leden. De voorzitter Mr. A. le Cosquino de Bussy opent te 11.15 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Niemand blijkt prijs te stellen op het voorlezen der notulen van de vorige algemeene vergadering, welke reeds zijn afgedrukt in het Nederlandsch Archievenblad. De voorzitter brengt zijn jaarverslag uit. De heer Moll noodigt den voorzitter uit zijn verslag ter publicatie in het Ned. Archievenblad af te staan, waaraan deze gevolg zal geven. De penningmeester doet verslag over den toestand der geld middelen. In het afgeloopen vereenigingsjaar blijken de inkomsten te hebben bedragen f 246.03, de uitgaven f 92.50, zoodat de rekening

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1935 | | pagina 17