216 Archiv zur Aufstellung, sondern innerhalb einer solchen Repositur werden die Akten in der Ordnung und mit d e n Signaturen (Marken) belassen, die sie im Geschaftsgange der betreffenden Behörde erhalten haben." Maar is dit wel zoo specifiek Pruisisch? Me dunkt dat hetzelfde beginsel ook in Nederland altijd gevolgd is en het hier al jaren geleden niet minder duidelijk gezegd werd. „Het provenienzprinzip is de methode van archiefregeling, volgens welke elk stuk wordt terug gebracht tot het archief (en tot de afdeeling van het archief), waaruit het afkomstig is en waartoe het dus behoort De schrijver weidt dan verder uit over het ontstaan en het veldwinnen van het herkomstbeginsel, hoe reeds in 1841 in Frankrijk „un classement materiel par fonds' voor de ordening der departe mentale en gemeentelijke archieven was voorgeschreven, hoe echter het Pruisische archiefbeheer in 1881 het beginsel veel konsekwenter had doorgevoerd en hoe dit „in Preussen proklamierte Ordnungs- system" ten slotte in Nederland „die krasseste Ausgestaltung" had gevonden. Hij roemt onze Handleiding niettegenstaande haar „Schwerver- standlichkeit" als het standaardwerk, waarvan de beteekenis ook door de overzetting in vele vreemde talen duidelijk is gebleken. Maar hoe verdienstelijk deze handleiding ook moge zijn, zij betreft alleen de uitwerking van het systeem. Het stellen van het beginsel, het pro- clameeren ervan, daarvan komt de eer aan Pruisen toe door zijn „Regulativ fiir die Ordnungsarbeiten im Geheimen Staatsarchiv" van 1881. Blaast Dr. Winter hier echter niet wat te hoog van den toren? Was die verdienste wel zoo groot? Ten slotte komt het toch op de uitwerking aan. En in Pruisen zelf is het systeem maar heel lang zaam doorgedruppeld. Hoe kort is het nog maar geleden, zoo klaagde de Straatsburger archivaris, Prof. WiEGAND in 1905, dat wij op onze Duitsche archiefdagen heel schuchter begonnen zijn om te disputeeren over „grundlegende Fragen der archivalischen Theorie und Praxis", die in het buitenland, met name in Holland, Italië en Frankrijk, reeds lang openlijk besproken of in de literatuur van alle kanten onderzocht werden 2) Maar hoe dit zij, Dr. Winter spreekt dan verder meestal van het PruisischHollandsche herkomstbeginsel en plaatst dit als één begrip tegenover het Fransche ordeningssysteem, om ten slotte te eindigen met de juiste opmerking, dat hoewel het archiefwezen van Nederlandsch Archievenblad XVI 11908) 106. -) Anleitung zum Ordnen und Beschreiben ven Archiven (MULLER, FEITH und FRUIN), Leipzig 1905, Vorwort. 217 elke natie een individueel autochthoon karakter heeft, de archief wetenschap een gebied is, waarop geleerden van alle naties „ohne Voreingenommenkeit und in wechselseitiger Förderung" elkaar ont moeten kunnen. Wij hopen met hem, dat zijn artikel, dat zich met genoegen laat lezen, hiertoe zal medewerken. E. WIERSUM. Joseph Siemienski. Guide des archives de Pologne. I. Archives de la Pologne ancienne. Varsovie 1933. 120 bl., 8Q. De verdeeling van Polen op het eind der achttiende eeuw moest ook voor de archieven van dien staat de noodlottigste gevolgen hebben. De nieuwe machthebbers hadden behoefte aan een groot deel der documenten van het vroegere bewind, en wel in hun eigen hoofdsteden of administratieve centra. Aan de zorg voor de niet- noodwendige oude stukken van deze uithoeken hunner rijken ruime middelen te besteden lag niet op hun weg. Poolsche archiefcultuur konden zij niet bevorderen; daarmee immers zouden zij Poolsche geschiedenis-cultuur en - Poolsch nationalisme in de hand hebben gewerkt. Zoo was de toestand aan het begin van den wereldoorlog hoogst onbevredigend. De hoofdarchieven van het voormalige Polen waren uiteengerukt, de fragmenten ervan meerendeels ook nog aan verwaarloozing ten prooi. De archiefstukken en andere geschied bronnen, die door uitwijkelingen gered waren, werden vèr van Polen te Batignolles, te Rapperswil bewaard. Na den wereldoorlog is niet slechts Polen, doch ook het Poolsche archiefwezen herleefd. De mogelijkheden van een nieuwen opbouw zijn in het verdrag van Versailles en in een aantal uitvoeringsrege lingen - het verdrag van Riga met Sovjet-Rusland in de eerste plaats - gegeven. Het geldt nu, daarvan gebruik te maken. Die opbouw stelt zijnerzijds weer een reeks van problemen. Problemen, eerst van materieelen en uitwendig-organisatorischen aard. Een archiefdienst moet worden opgezet getrouw naar Fransch voorbeeld -nieuwe depóts gesticht en voor de bestaande depóts nieuwe behuizingen verschaft, waartoe men voorshands meer plannen dan geld heeft. Tal van uitvoeringsmaatregelen moeten worden getroffen. Dr. Tadeusz Manteuffel bericht ervan in een supplement op den negenden jaargang (1931) van het nationale archieftijdschrift Archeion. Naast deze problemen zijn er echter andere: de inwendige organisatie, het bruikbaar maken van de, nu van heinde en ver

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1934 | | pagina 58