214 Deze inventaris, die met de inleiding mede 21 bladzijden beslaat en 128 nummers telt, is het eerste resultaat van een door de Centrale Commissie tot de Algemeene Zaken van het Nederlandsch Israëlietisch Kerkgenootschap in een van haar laatste vergaderingen genomen, loffelijk besluit, dat iedere Joodsche gemeente verplicht is een inven taris te vervaardigen van hare archieven. Drs. Frank, die voor dergelijke archieven, waarin Hebreeuwsche en in het Jiddisch gestelde stukken voorkomen, wel de aangewezen persoon moet geacht worden, heeft zeker zijn stagetijd, voor prac- tische vorming tot archiefambtenaar der 2e klasse, nuttig besteed en de Israëlietische gemeente op een weinig kostbare wijze een belang rijken dienst bewezen. De heer Frank geeft vooraf een algemeene inleiding en bij de afdeeling B, Archieven van besturen en commissies, wier functiën op het Kerkbestuur zijn overgegaan, in noten de geschiedenis dier com missies enz. weer. Omtrent de geschiedenis der gemeente kon de schrijver kort zijn, daar deze reeds in 1913 door den heer D. S. van Zuiden was beschreven, waarnaar hij verwijst. Er worden dan ook slechts enkele besluiten aangehaald, voor de organisatie van belang, die natuurlijk zeer nauw verband houden met de organisatie der Hollandsch-Portugeesche Israëlieten in Nederland in het algemeen. Tot den inventaris zelf komende, valt het op, dat de tekst van sommige nummers niet veel zegt b.v.No. 3. „Stukken gevonden in No. 2". Was dit niet nader te omschrijven; men mocht eens denken dat het „goudstukken" zijn. Ook No. 6. Zou duidelijker zijn geweest zoo de tekst met den noot was omgeruild en het beschreven was als „Documentenboek" en in den noot gezegd was „bijlage bij no. 5 No. 40 heet „Diverse financieele bescheiden". Dit past m.i. meer als hoofd boven No. 26, terwijl No. 40 beter kon luiden„Copiën van lijfrentebrieven, gequiteerde schuldbrieven, liquidaties enz. uit de 18e en 19e eeuw". Technisch doet het hoogst vreemd aan hoofden als II en III op blz. 20 tevens nummers te geven. Ook maakt bewerker verschil tusschen portefeuille en pak (no. 22), ondanks, dat de handleiding het woord portefeuille in dat verband niet gewenscht acht. Moge deze inventaris voor het Kerkbestuur aanleiding zijn om 215 deelen als 79d zoo spoedig mogelijk te doen herstellen en om te waken tegen verder verloren gaan van stukken, waarover de be werker in zijn inleiding klaagt. Het boekwerk in zijn moderne, hoewel niet aanbevelenswaardige uitvoering, ziet er vrij overzichtelijk uit en is in zulk een ruim aantal vervaardigd, dat aan de archieven en bibliotheken, die het meest bij deze uitgave betrokken zijn, en aan die corporaties en personen, die met de gemeente in ruilverkeer van jaarverslagen e.d. staan, een exemplaar is toegezonden, zoodat de druk zooveel mogelijk is na gebootst. De redacteur van bovengenoemd tijdschrift, de heer Eulogio Varela, archivaris te Madrid, heeft in September 1932 een bezoek gebracht aan het Pruisische Rijksarchief in Berlijn - Dahlem, waar hij door de directie zeer voorkomend ontvangen en uitvoerig ingelicht is en een volledigen indruk van de inrichting van het archief heeft gekregen. Dr. Winter, „Staatsarchivrat am Preuss. geheimen Staatsarchiv", heeft hem de organisatie grondig uitgelegd, zoodat hij geheel beslagen weer naar huis kon trekken en zich, daar aangekomen, haasten ging, om den lezers van zijn tijdschrift zijn indrukken „frisch vom Fasz" mede te deelen. Dit althans zou men verwachten, doch met Spaansche hoffelijkheid heeft de heer Varela zich bescheiden teruggetrokken en Dr. Winter zelf aan het woord gelaten, die nu in het Spaansche tijdschrift in het Duitsch onder bovenstaanden titel verslag uitbrengt van zijn onderhoud met Varela. Hij geeft daarin een helder overzicht van de Pruisische Staats archieven, van hun inhoud, hun indeeling en vooral van hun ordening, waarbij het herkomstbeginsel streng is in acht genomen. „Der Grundsatz der LInvermischbarkeit der einzelnen Fonds - das Provenienzsystem gilt beim geheimen Staatsarchiv natürlich auch innerhalb der grossen Archivabteilungen, Zentralarchiv, Provinzialarchiv der Provinz Branden burg, Heeresarchiv u. s. w. Maar, vervolgt hij dan, het herkomstbeginsel heeft bij het Pruisische archiefwezen nog een ander, specifiek karakter. „Nicht nur als in sich geschlossene Einheit kommt die Registratur einer Behörde im Drs. A, Frank. De archieven berustend onder het Kerkbestuur der NederJandsch-lsraëlietische gemeente te 's Gravenhage. Gestencild 1933. Voor de gebruikers van den inventaris zou het misschien aanbeveling hebben verdiend, indien de schrijver hun er op attent had gemaakt, dat de archieven van die colleges in het Alg. Rijksarchief in Den Haag berusten (Zie Inventarissen van Rijks- en andere archieven III 1930 blz. 128 vlg H. BONDER. Dr. Georg Winter. Das Provenienzprinzip in den Preussischen Staatsarchiven. Sonderdruck aus der Revista de la Bibliotheca, Arch ivo y Museo de! Ayuntamiento de Madrid, /ahrgang X (1933) nr. 38 p. 180-190.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1934 | | pagina 57