206 hoeveel zorg een belangrijk waterschap als Rijnland het goede voor beeld geeft. De indeeling van het geheel berust op het eenvoudige schema op blz. 14 gegeven, nader gespecificeerd in den Inhoud op blz. V VIII en wel A. Archieven van het hoogheemraadschap zelf afkomstig en B. Archieven van lichamen, wier taak op Rijnland is over gegaan C. Stukken die in bewaring genomen, geschonken of gekocht zijn en D. Aanhangsel. A. is wel de grootste en tevens belangrijkste rubriek: en hierin voor alles I Archieven van dijkgraaf en hoogheem raden en van hunne commissiën en ambtenaren, voor zoover gevormd in de secretarie, terwijl daarnaast A II. Archieven van commissiën en ambtenaren van dijkgraaf en hoogheemraden, gevormd buiten de secretarie. Het doet eenigszins zonderling aan dat daarnaast A III Archieven van andere bestuurscolleges, zooals van Hoofdingelanden, vrijwel in het niet valt. In de Noord-Hollandsche waterschappen zijn dijkgraaf en (hoog)heemraden ook de uitvoerende macht, maar laten hoofdingelanden zich toch niet in een hoek duwen; in de geschiedenis van Rijnland schijnt dit een vrij onbeteekend college te zijn geweest, als ik tenminste wel zie. A I. begint met privilegeboeken, dan volgen protocollen en registers en daarna de resolutiën van dijkgraaf en hoogheemraden vanaf 1536. Ook hier bleek het wenschelijk de ruggegraat waarom zich de rest van het geraamte groepeert, niet vooraan te plaatsen. Dit lijkt mij ook in dit geval zeer goed, maar er was een tijd, dat men bij voorkeur de losse privileges als de belangrijkste stukken van een archief vooraan plaatste, en daarna volgde de tijd, dat dit als een groote ketterij werd beschouwd. De privileges zijn dus met het rad van fortuin weer boven gekomenook in ons vak is er dus een relativiteitstheorie op te stellen. Zoo vraag ik mij af, of er veel tegen is, no. 814 Notitie van de privilegiën c, 1630, aangevuld c. 1760 onmiddellijk achter no. 1 en 2. Privilegeboeken te plaatsen Wanneer de Handleiding uitgaat van le respect des fonds, zou het dan zoo dwaas zijn, een klapper onmiddellijk te laten volgen op de deelen waarop hij is gemaakt? Zou het hoogst gebergt van de Handleiding hier instorten? Wel wordt blz. 27 naar no. 814 enz. verwezen. Bij d 16 resolutiën treffen we die een vsn Commissarissen hoocj~ heemraden in het Leidsche kwartier 1818-1857; dit archief is dus gevormd in de secretarie, in tegenstelling tot dat van het Haarlemsche kwartier, dat onder A II later volgt. Sprak ik zoo straks van de hoofdingelanden, wij zien hun resolutiën vanaf 1536 opgenomen in de registers van resolutiën van dijkgraaf en hoogheemraden, dus niet op den voorgrond tredend. 207 Het is mij niet mogelijk, den grooten rijkdom van den inhoud op den voet te volgenhier en daar wil ik een vraag doen, een opmerking maken. Zoo vind ik in A I onder c2 „Uitoefening der bestuurstaak binnen het territoir", de grootste en belangrijkste rubriek, meer dan 100 bladzijden beslaande; hier komen voor onder „Alge- meene waterstaat blz. 59 v. allerlei waarnemingen (en waterpas singen) niet alleen te Gouda, maar ook te Halfweg, Katwijk, Spaamdam veel later onder All in archief landmeter: waarnemingen Katwijk enz.; aldaar in de archieven der Commissarissen enz. in het Haar lemmerkwartier ook weer: waarnemingen te Spaamdam, Halfweg enz. Aangezien de bewerker zelf de archieven van heinde en ver heeft bijeengebracht, wil ik aannemen dat alles volmaakt in den haak is: het is mij alleen maar opgevallen, maar zijn het dan anonymi die in Al hebben waargenomen? Hetzelfde doet zich in beide rubrieken voor met betrekking tot de duinen. Wellicht is het te wijten aan het feit, dat het archief van den toeziener te Katwijk eerst 1804 begint, en zulks vóór dien tijd meer in de algemeene rubriek thuis hoort. Maar nu komt onder A I c2 een rubriek voor: Stukken over bijzondere zaken, ambachten en polders, gerangschikt naar de alpha- betische orde der ambachten", blz. 134-166, een zeer verkorte gedrukte inventaris, waar verwezen wordt naar den minuut-inventaris; hier kan wellicht het oude Alphabetische register van 1871 nog met vrucht worden gebruikt. Echter komt het mij voor, dat het begrip ambachten hier zeer ruim is genomen, maar het gemak dient ook den gebruiker; zie ik nu onder Katwijk, dan vind ik daar over de duinen iets, maar over de uitwatering 1537-1857 zelfs bijna 200 nummers in één zin samengevat (nos. 5020 5205), moet ik nu aan nemen, dat alles onder Belangen van Rijnland nos. 4997-5218 res sorteert onder commissarissen hoogheemraden tot uitvoering der Katwijksche werken, als retroacta bijv. Zoo beslaat de rubriek „Belangen van Rijnland' onder Spaamdam de nos. 7125 7380, alles slechts op de helft van blz. 156 vermeld; maar blz. 222-226 bevat „Stukken betr. het kwartier van Spaamdam" als onderdeel van de „Archieven der commissarissen enz. in het Haarlemmerkwartier". Hier zou een korte noot wellicht veel kunnen ophelderen. Deze opmerkingen gelden volstrekt niet alleen dezen inventaris van Rijnland in elk archief van omvang van een bepaald college of bestuur komen de archieven of archiefjes voor van commissiën of lagere ambtenaren onder het groote college of bestuur, en het spreekt van zelf, dat de goede beginselen van de Handleiding ons hier uit het moeras moeten helpen, willen we niet weer in de oude fout vervallen, alles wat op één onderwerp betrekking heeft, bijeen te brengen, leder die een

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1934 | | pagina 53