170
verschillen zij van B I en B II in wijze van uitgaaf en betiteling, niets
anders dan voortzettingen van resp. B I en B II.
Moge het contact tusschen de beide Rijksarchieven bewaard
blijven en de bibliotheek ten onzent spoedig in het bezit geraken
van de ontbrekende werken.
Delft. W. VAN EEDEN.
Een en ander over eenige weinig bekende archieven.
Andorra.
In de Illustration van 12 Augustus 1933 (no. 4719, blz. 493-495)
komt een artikel voor „La révolution dans les valées ou
l'Andorre ancienne et moderne", waarin een en ander ver
haald wordt over de bewaring van een gedeelte der archieven van
het kleine Andorra.
De belangrijkste stukken worden bewaard in de „fameuse armoire
a six serrures, une par paroisse (Canillo, Encamp, Ordino, La Massane,
Andorre-la-Vieille, Saint Julia) qui renferme les parchemins de l'histoire
andorrane et ses „coutumiers", le Manuel Digest et Ie Politar Andorra.
Elle ne peut être ouverte que lorsque sont présent les six représen-
tants des paroisses."
Het artikel is van eenige foto's vergezeld, waarvan er een de
fameuse kast met de zes sloten vertoont.
Venetië.
In het Algemeen Handelsblad van 11 April 1934 lezen wij een
en ander over de Venetiaansche archieven.
Het archief bevindt zich in de oudste wijk der stad, ouder nog
dan die welke gelegen is rondom San Marco, n.l. San Rocco. Deze
wijk bestond reeds voor Venetië deze naam droeg en nog Rialto of
Rivus altus heette. De wijk van San Rocco was eertijds die der
aristocratie, die trotsch was op haar Dom, de Santa Maria dei Frari;
later werd zij de wijk waar de gegoede bourgeoisie woonde en menig
palazzo heeft beroemde courtisanes uit die tijden gehuisvest. Thans
is deze wijk de woonplaats der studenten, die de Kunstnijverheids
school en de Handelshoogeschool bezoeken, van ambtenaren van het
Staatsarchief en van talrijke geleerden.
Het Archivio di Stato grenst onmiddellijk aan de Santa Maria
dei Frari. Het is een vrij onaanzienlijk gebouw met één verdieping
en een Renaissance-toegangspoort, waarvan niemand zou vermoeden,
171
dat zich daarachter een gebouwen-compex bevindt van bijna drie
honderd zalen, binnenplaatsen en tuinen. Het Venetiaansche archief
is het grootste wereldlijk archief en wordt aan rijkdom aan materiaal
alleen door het Vaticaansche archief overtroffen.
De instelling van het archief is echter van vrij recenten datum,
las in 1819 werd met de stichting een aanvang gemaakt toen het
oude r ranciscanerklooster, dat eenige jaren te voren door Napoleon
gesloten was, voor het doel werd ingericht. En in den loop der jaren
werden hier, op het Campo dei Frari, langzamerhand alle Venitaansche
archieven, te zamen zijn het er 2276, bijeengebracht; ongeveer veertien
millioen documenten vonden er een onderdak, maar op lange na zijn
a deze acten van staat en stad, deze pauselijke bullen, oorkonden
van keizers en koningen, manuscripten van kunstenaars en geleerden,
nog niet uitgeplozen.
De belangrijkste bronnen, waarover het archief beschikt en waar
uit kunsthistorici en geschiedvorschers nog steeds putten, zijn de
rapporten der vroegere Venetiaansche gezanten. Voor de studie der
latere middeleeuwen zijn er geen kostbaarder documenten dan deze
rapporten, die melding maken van den aard der betrekkingen van de
republiek Venetië met de hoven, waarbij hare diplomaten geaccre-
diteerd waren. In deze stukken vindt men veel historie en veel
materiaal voor de schildering der zeden in vervlogen tijden.
Een bekende persoonlijkheid in de schilderachtige San Rocco-
wijk, een figuur, die men voor een ras-echte Venetiaan zou houden,
,s eenWeensch geleerde, Prof. Leopold Brosch. Hij woont
reeds meer dan vijftig jaren in Venetië, waar zijn vader journalist was.
Deze wijdde zich voor zijn genoegen aan historische studies en bracht
zijn vacantie grootendeels in het archief door. Op een goeden dag
gaf hij er de journalistiek aan, vestigde zich voor goed te Venetië
om zich geheel aan archief-onderzoek te kunnen wijden. Van zijn
hand verscheen een zeer knappe Geschiedenis van den Kerkelijken
Staat en tal van studies over Venetië's verleden.
Zijn zoon bleef ook te Venetië en ging ook in de journalistiek,
doch maakte vooral naam als kenner der oud-Venetiaansche kunst,
waardoor hij bij museumdirecteuren, antiquiteiten-handelaars en ver
zamelaars als deskundige in hoog aanzien schijnt te staan. Een zonder
linge figuur, die nog steeds woont in het vaderlijk huis aan het
Campo dei Frari, te zamen met zijn kater Menelik en te midden van
de heerlijkste kostbaarheden, schilderijen en beeldhouwwerken. Des
avonds kan men hem vinden in de kleine herbergjes van dit oude
stadsdeel, welker schoonheid door de eeuwen nauwelijks is aangetast.
Een ander Oostenrijksch geleerde, Prof. Kretschmayr, heeft onlangs