154 zijn wensch, in het Algemeen Rijksarchief; eerst vijftig jaar na zijn dood mocht zij geopend worden. Die termijn was, bij de jaarwisseling van 1906 op 1907 verstreken. Toen heeft de Rijksarchivaris H. Brulin haar geordend, beschreven en geinventariseerd. De ingekomen brieven, ongeveer 8000 in getal, zijn, uit piëteit tegenover Hartmansdorff, die ze keurig, jaar voor jaar, rubriek voor rubriek, had gerangschikt, niet op de in het Algemeen Rijksarchief gebruikelijke wijze, naar de namen der correspondenten, alphabetisch geordend, maar wel op die wijze geinventariseerd. Onder zijne papieren, over de levering waarvan het een en ander te doen is geweest, nemen de dagboeken, deels in den vorm van geinterfolieerde almanakken, ook H. C. Andersen placht wel op die manier' dagboek te houden - een belangrijke plaats in. Op zijn vele reizen heeft hij in 1842 ook ons land bezocht. Het zou de moeite waard zijn te onderzoeken, wat deze bijzondere man over ons land in dien tijd te zeggen had. Te betreuren is, dat Brulin aan zijn ordening en beschrijving geen inventaris heeft toe gevoegd. Vellingk is officier en diplomaat geweest. Hij is herhaaldelijk belast met buitengewone zendingen naar Denemarken, Keur-Brunswijk en Polen, waar de koning hem te slim is geweest, en met militaire com mando's in de Duitsche provinciën; na de katastrophe van Pultawa werd hij gouverneur-generaal van Bremen Verden. Zijn laatste levens jaren zijn niet gelukkig geweest. De tijd na 1718, na Karel XII s dood, de „Frihetstid", is in Zweden de tijd van het parlementarisme; niet de koningin, de jongste zuster van Karel XII en haar Hessische man, regeeren, maar de Rijksdag, en in dien Rijksdag de „(slaap)Mutsen Men wil na een eeuw van overspanning, vrede, men wil de tusschen 1718 en 1720 afgestane Duitsche provinciën vergeten, vrede met Engeland-Keur-Brunswijk, Frankrijk en Pruisen, die zich tot behoud van het evenwicht tegen rustverstoorders verbinden. Die rustver stoorders waren, in die streken, Karel Frederik, die zijn hertogdom Holstein Gottorp terug wil hebben, en de Russen. Karel Frederik, zoon van Karel XlI's oudste zuster, zal trouwen met een dochter van Peter I, de Russen zullen hem tot koning van Zweden maken, zij zullen hem een stuk van de in 1721 afgestane Baltische provinciën teruggeven, zij willen een 3en Noordschen oorlog ontketenen, Dene marken vernederen, Keur-Brunswijk en Pruisen van de zee afsluiten, met Spanje en den Keizer de opkomende zeemacht van Engeland, en de Duitsche vorsten benadeelen. Aan de intriges van de Holsteinsche partij tegen de koningin, tegen de vredespolitiek der „Mutsen tegen hun leider Arvid Horn, heeft Vellingk deelgenomen. In 1726 heeft het „Secreet Besogne", een permanente commissie uit den Rijksdag, zijn papieren op het slot Ekenas in beslag doen nemen; hij zelf is 155 gevangen gezet en ter dood veroordeeld. Dit vonnis is ten slotte vet- zacht tot levenslange gevangenisstraf. Op weg naar zijn gevangenis in Jonkoping is hij in 1727 gestorven. Dat hij geld van de Russen heeft aangenomen, zal wel waar zijn. Dat hem, evenals zijn lot- en partijgenoot von Gorz, het verlies van de Duitsche provinciën, waar hij een groot deel van zijn leven gediend had, ter harte ging, is te begrijpen. Van de lotgevallen van zijn schriftelijke nalatenschap doet de Rijksarchivaris L. M. Baath verslag. Een algemeene inventaris der collect ie-Vellingk schijnt nog niet gemaakt te kunnen worden. Zijn papieren zijn versplinterd. Zoowel uit zijn kasteel Ekenës als uit zijn huis te Stockholm zijn stukken gelicht. Hit Ekenës twee groepen. De eerste groep op bevel van het „Secreet Besogne" in 1726, ten behoeve van het onderzoek voor de commissie uit den Rijksdag, deze groep is deels in haar archief, deels in het archief van de Reken kamer bewaard Vellingk werd nl. met den rentmeester Manner- STIERNA ook verdacht van verduistering van staatsinkomsten tijdens zijn gouverneur-generaalschap de tweede groep in 1727 op bevel van den koning, deze groep is onmiddellijk in het Rijksarchief ge borgen. Uit Stockholm één groep. Bovendien zijn er nog in twee familiearchieven stukken van Vellingk bewaard, in de Skoklostersche collectie die in het Algemeen Rijksarchief gedeponeerd is het heeft die papieren niet in eigendom -, en in die Sjösche collectie, die het Algemeen Rijksarchief gekocht heeft. Hoe Vellingk's papieren in de eerstgenoemde collectie beland zijn, is Baath niet duidelijk geworden, evenmin hoe de laatstgenoemde in het bezit van Vellingk's stukken gekomen is; hij vermoedt, dat Vellingk's schoonzoon Baner, kort vóór de tweede groep uit Ekenas werd gelicht, de in Vellingk's huis in Stockholm resteerende papieren in veiligheid heeft gebracht, die op deze wijze dan in het bezit der Baner's zouden geraakt zijn die het kasteel Sjö in eigendom hadden. In deze Siösche collectie bevindt zich - aan en van Vellingk - o.a. een groot aantal brieven van den Zweedschen gezant in den Haag J. F. Preis2) en een voor zijn zoon bestemde autobiographie en „Maximes". - Ten slotte nog enkele woorden over de door den in 1905 gestorven juwelier Chr. Hammer nagelaten verzameling autographen, geordend en beschreven door den Rijksarchivaris Erik Naumann (nr. 62, 192o). Deze verzameling is tusschen 1903 en 1919 bij stukken en brokken geveild. De kans voor Zweedsche archieven en bibliotheken om op die aucties te koopen, was geringmen had geen geld en men had geen overzicht over Zie prof. KERNKAMP's Verslag, blz. 121. U l2] riie.,v??r F- Preis Prof- Kernkamp. Verslag blz. 24-26; in A. Mulder in die Hag he (1913), blz. 93.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1934 | | pagina 27