152
achttiende eeuw verbrand, een gedeelte is door een der erfgenamen
aan een kruidenier verkocht, die er zakjes van plakte. Zij is van
gewicht om de publieke functies, die Dahlberg heeft waargenomen:
hij is „generaalkwartiermeester" geweest in den eersten Noordschen
oorlog, en heeft het plan ontworpen voor den veldtocht in den
winter'van 1657 op 1658 over het ijs, van jutland over de Belten
naar Seeland, was commandant van Kronborg, toen de Nederlandsche
vloot in de Sont doordrong, daarna chef van het vestingwezen, dan
„landshövding" (gouverneur der provincie) te (önköping, gouverneur van
het Zweedsche Bremen-Verden, gouverneur-generaal der Zweedsche
Baltische gewesten. Maar zij is ook van gewicht voor onze kennis
van den mensch, den kunstenaar: hij heeft de plannen ontworpen voor
de uitgave van twee groote werken: Suecia antiqua et hodierna, door
Merian en Zeiller's Topographiae geinspireerd, waarvoor hij zelf tal
rijke teekeningen heeft gemaakt, en in de Nederlanden en in Frankrijk
bij teekenaars belangstelling wekte; en een geschiedenis van Karel X,
waarvoor hij zelf wel de helft der illustraties heeft vervaardigd. De
uitgave van het eerste werk, waarbij prof. Lagerlöf den tekst zou
schrijven, heeft hij nooit beleefd, het is na zijn dood, zonder tekst,
verschenen het tweede, met tekst van prof. S. von Pufendorf,
heeft kort voor zijn dood het licht gezien. Voor ons land is de col
lectie niet zonder belang. Prof. Kernkamp heeft op geen zijner beide
archiefreizen, ook niet op de tweede in 19062), deze collectie, wier
inventaris in ms. gereed lag, onder de oogen gekregen. Ref. noteerde
in Simonsson's extract enkele namen van Nederlandsche correspon
denten: de Staten Generaal, de Magistraat van Amsterdam, de buiten
gewoon gezant J. van Haersolte tot Cranenburg, de teekenaar Willem
Swidde; hun brieven aan Dahlbf.RG zijn, voor zoover ref. bekend, met
uitgegeven. - In het vijfde stuk van Karolinerna (Karel (Xll)'s
mannen), herdenkt Verner von Heidenstamdezen merkwaardigen mensch. -
Ten slotte de collectie Johan Adler - Salvius. Deze man is herhaaldelijk
door de Zweedsche Regeering belast met buitengewone zendingen,
was sinds 1642 gezant van zijn land, met Johan Oxenstierna, des
kanseliers zoon, op het Westfaalsche congres, waar hij, bekwamer
diplomaat dan zijn medeafgevaardigde, door koningin Christina, in
oppositie tegen den invloed van den ouden kanselier en de zijnen,
gesteund, den vrede heeft bespoedigd. De collectie is geïnventari
seerd door Sondën, wiens ms. inventaris prof. Kernkamp op zijn eerste
archiefreis heeft geraadpleegd.3) De „amanuensis Bertil Boëihius
153
heeft daarna in deze mededeelingen (no. 35, 1914) de lotgevallen der
collectie, die thans grootendeels in het Algemeen Rijksarchief berust,
na Salvius dood in 1652, behandeld, en heeft aan het slot van zijn
relaas een extract toegevoegd van Sondén's inventaris, dat zoo beknopt
is, onder II, ingekomen brieven, noemt hij slechts „Skrivelser till
Johan Adler Salvius", dat ref. niet in staat is het getal der door
prof. Kernkamp t.a.p. vermelde namen van Nederlandsche correspon
denten uit te breiden.
b. Dit onderdeel bevat ordeningen en beschrijvingen van twee
collecties: de nagelaten papieren van August von Hartmansdorff en
van Maurits Vellingk, resp. nr. 21 (1909) en nr. 14 (1906). Hartmans
dorff heeft zijn land gediend in lage en hooge staatsambten, hij is
secretaris geweest van de commissies, die de Unie met Noorwegen
in 1814, den afstand van Pommeren aan Pruisen in 1815 regelden,
was secretaris van den Zweedschen stadhouder in Noorwegen, „lands
hövding in Kalmar, president van het „Kammarratt". Maar den grootsten
invloed heeft hij gehad als conservatief staatsman in het „Riddarhus",
waar hij, in een tijd, dat het liberalisme, ook in Zweden, groeide,
sinds 1823, toen hij in den adelstand verheven werd, tot zijn dood
in 1856, als man van traditie en goed vaderlander fel gestreden
heeft tegen leege leuzen en geimporteerde nieuwigheden, eenzaam,
eigenwijs, zeiden de koning, wiens macht hij versterken wilde, zijn
eigen standgenooten, en zijn tegenstanders in den burger- en boeren
stand. Wat beteekenen volksinvloed en geestelijke vrijheid, wanneer
het volk aan den drank is verslaafd en niets weet en zijn waar belang
niet begrijpt? Dronkenschap was een nationale ondeugd in Zweden
Frederik II spotte met de dronken Zweden in de achttiende eeuw, de Noor
Kielland zegt, inde negentiende eeuw, in een zijner romans:T or pander was
in zooverre een merkwaardige Zweed, dat hij niet dronk. De boeren
stand voelt niets voor drankbestrijding; hij vreest, dat, bij sluiting
van distilleerderijen, de prijzen van zijn graan en aardappelen zullen
dalen. Tegen die drankzucht, als oprichter in 1837 van de Zweedsche
geheelonthoudersvereeniging, tegen die onwetendheid, als strijder
voor goed volksonderwijs in 1842 kwam de lager-onderwijs-wet
tot stand en voor een geleidelijke hervorming van den nog steeds in
vier standen vergaderenden Rijksdag, heeft hij zijn leven lang ge
vochten. In de poging tot hervorming is hij niet geslaagd: zij was
den adel te revolutionair, den burgerstand te conservatief. In Maart
van het bewogen jaar 1848 werd, tijdens straatbetoogingen, zijn huis
in Stockholm gesteenigd, en in zijn laatste levensjaren voelde hij
zich eenzamer dan ooit. Zijn schriftelijke nalatenschap berust, volgens
Zie de inleiding van SELMA LaGERLöF S Gösta Ber/ings Saga.
Een nieuwe uitgave is verschenen met beschrijvenden tekst van A. RVDFORS.
2) Zie Baltisclie archivalia (R. G. P. KI. S. 4, 1909T
3) Zie zijn Verslag, blz. 12,.