Boekbesprekingen. 235 234 in 1932 werden te Zalt-Bommel door Ds. F. S. Knipscheër bewerkt Trouwboeken Arnhem, 1684—1811; Buren, 1619—1636, 1669—1765, 1765—1811. Totaal met 15672 acten. Te 's-Gravenhage zijn op kaarten gebracht: Trouwboeken Arnhem, 1581—1588 met 721 acten, 1608—1623 met 1349 acten, 1623-1630 met 1075 acten. Van de jaren 1630-1637 werden 188 acten bewerkt. In het geheel van 6 Sept..31 Dec. ruim 13300 kaarten. Bovendien zijn voor zoover aanwezig (1637—1794) de trouw boeken van de Sint-Janskerk te Arnhem vergeleken met die van de Groote-kerk. Ter aanvulling zijn nagezien de trouwboeken van de Luthersche, de Waalsche en de Roomsch-katholieke gemeenten te Arnhem, benevens de aanteekeningen van de Huwelijkscommissarissen en de Huwelijksproclamaties aldaar. In den loop van dit jaar is het aantal medewerkers aan ons Bureau gestegen tot zes, terwijl op het oogenblik dat dit verslag wordt uitgebracht dit cijfer acht geworden is. De gebruikelijke toezendingen voor de bibliotheek, vonden ook dit jaar van Rijkswege plaats wat met erkentelijkheid vermeld wordt. Verder kregen wij eene belangrijke verzameling afschriften van doopboeken uit de gemeente Arnhem, benevens een uitgebreide collectie Officiersboekjes ten geschenke. Jammer dat de financieele toestand van het Bureau, mede door de ongunstige tijdsomstandigheden, te wenschen over laat. Moge de toekomst daarin eenige verbetering brengen C. A. VAN FENEMA. Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet. Rijksarchieven in Noord- hol/and. Inventaris der oud-rechterlijke en weeskamerarchieven, 's-Gra venhage, Algemeene Landsdrukkerij, 1932. De Rijksarchivaris in Noordholland mocht de voldoening smaken, dat hij in 1932, dus nog vóór zijn overplaatsing naar Utrecht, den inventaris, waarvan de tekst hierboven is afgedrukt, in druk kon zien verschijnen. Deze inventaris is de tweede, die vanwege het Rijksarchief in Noordholland afzonderlijk in druk is uitgegeven. De eerste was de in 1922 verschenen Inventaris der Doop-, Trouw-, Begraaf- en Succes- sieregisters, berustende in het Rijksarchiefdepöt in Noordholland, door G. VAN Es en H. L. Driessen. Over dat boekwerk is in ons blad destijds: 1923/1924, blz. 101 vlg., terecht opgemerkt, dat dit niet een inventaris in den thans gebruikelijken zin van het woord kan worden genoemd, en dat het, waar het niet meer is dan een overzicht van de aanwezig zijnde Doop- en Trouwboeken enz., feitelijk nog niet in de termen viel om in druk te worden uitgegeven. Dezelfde opmerking kan thans worden gemaakt naar aanleiding van den „Inventaris" der oud-rechterlijke en weeskamerarchieven. Hoe nuttig het werk ook voor de bezoekers van het Rijksarchief te Haarlem is, in het boek, zooals het thans voor ons ligt, mist men noode een uitvoerige inleiding, zooals die in inventarissen van rechter lijke archieven enz. in andere provinciën wordt aangetroffen, be helzende een overzicht van de rechterlijke organisatie van het Noorder kwartier van Holland, en een daarop gegrond zijnde motiveering van de indeeling van den inventaris. In dit overzicht komen alleen twee hoofdrubriekenA. Gewone Rechtspraak en B. Bijzondere recht spraak voor, terwijl met name onder A de verschillende gerechten en groepen van gerechten, verder blijkbaar in geographische volg orde, worden behandeld. Voor de niet in bijzonderheden met de topografie van Noordholland bekend zijnden gebruiker zou een alphabetische plaatsen-index aan het slot geen overbodige weelde zijn geweest. Ik wil naar aanleiding van het onlangs afgekomen zoo teleur stellende bericht, dat publicatie van inventarissen van Rijkswege voor- loopig zal worden stopgezet, nog één opmerking hieraan toevoegen. Wij allen hopen natuurlijk ten zeerste, dat die stopzetting zoo kort mogelijk van duur zal kunnen zijn. Wanneer dan in de toekomst weer eens betere tijden mogen zijn aangebroken en langzamerhand de publicatie van inventarissen zal kunnen worden hervat, zal men ter dege hebben te overwegen, welke der op schrift gereed gemaakte inventarissen het eerst moeten worden in druk gegeven. En dan lijkt het mij aan geen redelijken twijfel onderhevig, dat, afgescheiden al van andere overwegingen, b.v. over het voorgaan van inventarissen van Middeleeuwsche archieven, in de eerste plaats voor de uitgave in druk in aanmerking komen de inventarissen in den eigenlijken zin van het woord met uitvoerige inleidingen en toelichtingen bij de betreffende rubrieken en dat eerst daarna aan het eventueel drukken van andere archiefbeschrijvingen dient te worden gedacht. Van een „inventaris" als de hier besprokene zal in het algemeen met een of meer getypte exemplaren ten bureele van het betreffende Rijksarchief kunnen worden volstaan. Als zoodanig heeft overigens dit overzicht van de oud-rechterlijke en weeskamer-archieven in Noordholland

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1933 | | pagina 26