92
93
het best gekend hebben, weten dit bij uitnemendheid. Gij hebt veel
tot stand gebracht, en Gij hebt het voorrecht gehad de voornaamste
wenschen en idealen, waarvoor Gij en enkele der ouderen jaren lang
gestreden hebt, in vervulling te zien gaan. De Archiefwet, voor een
groot deel Uw werk, is onder U tot stand gekomen; de Koninklijke
Besluiten, waarbij ons archiefwezen nader is geregeld en georga
niseerd, zijn door U ontworpen; de Archiefwet is door U uitgevoerd.
Wie U daarin hebben gevolgd, weten, met welk een souplesse, maar
ook met welk een vastheid Gij dit werk gedaan hebt. Gij draagt
thans het archiefwezen ondanks de verdrietige maatregelen der laatste
tijden als een vast en welbevestigd geheel over. Het kan zijn, dat
straks nieuwe wegen ingeslagen zullen worden, dat op enkele zijden
van het archivarisambt meer de nadruk zal vallen dan tot dusverre
het geval is geweest, wij zijn er van overtuigd, dat Uw opvattingen
van het archivariaat voorloopig in hoofdzaak gehandhaafd zullen
moeten blijven; wij zijn er verder zeker van ook bij alle voor
zichtigheid, die ons als historici bij dit oordeel past dat het tijdperk
van Uw archivariaat in de geschiedenis van het Rijksarchiefwezen als
één der meest belangrijke zal beoordeeld blijven, en dat met den
naam van Van Wiin, den stichter van ons archiefwezen, met den
naam van Bakhuizen van den Brink, den uitbouwer van ons archief
wezen, steeds de naam van Fruin in één adem genoemd zal worden.
Naast Uw ambtswerk noem ik met een enkel woord Uw ander werk
Uw artikelen en opstellen op gebied van archiefleer, archiefpraktijk,
chronologie en andere wetenschappen, waarmede wij archivarissen
geregeld te maken hebben. Uw belangrijk aandeel in de Handleiding,
Uw commentaren op de Archiefwet en Koninklijke Besluiten; Uw
opstellen en uitgaven op gebied van cud-Vaderlandsch recht, verder
Uw werk in de Vereeniging van Archivarissen, waarvan Gij een der
oprichters en jarenlang bestuurslid en voorzitter geweest zijt. Al dit
werk heeft gestrekt tot den bloei van het Nederlandsche archiefwezen;
het heeft U de exceptioneele plaats gegeven, welke Gij sedert jaren
onder ons hebt ingenomen; het heeft U gemaakt tot de groote
autoriteit in archiefzaken, ook buiten onze grenzen. Het is daarom,
dat buitenlandsche regeeringen Uw advies gevraagd hebben in
archiefzaken, het is daarom, dat op internationale congressen in
internationale commissiën aan U steeds een eerste plaats ingeruimd
werd. Mijnheer Fruin, wij zijn trotsch op U geweest als leider van
ons archiefwezen.
En toch het zijn niet deze gevoelens van ontzag voor Uw
kennis, die ook ver buiten ons archiefgebied ging, het zijn niet deze
gevoelens van bewondering voor Uw scherpzinnigheid en organisatie-
vermogen, welke op dit oogenblik bij ons het meest op den voor
grond komen; bij een afscheid als dit overwegen andere, dieper
menschelijke gevoelens van sympathie en vriendschap, van eerbied
voor Uw persoon, van persoonlijke dankbaarheid jegens U. Gij hebt
onze sympathie gewonnen door zooveel; Gij steldet vertrouwen in
ons en in ons werk, een vertrouwen, dat Gij ook, wanneer wij soms
faalden, lang hebt willen behouden. Gij hebt belangstelling voor ons
gehadGij hebt voor onze belangen naar Uw eerlijk inzicht en naar
Uw vermogen gewaakt; wie naast U stonden, weten, met hoeveel
geduld en hoeveel plooiïngen en schikkingen Gij voor ieder de plaats
trachttet te verkrijgen, die hem naar zijn bekwaamheid en naar recht
vaardigheid toekwam; het is niet steeds Uw schuld geweest, wanneer
enkele billijke wenschen onvervuld bleven. Gij wist een ieder's meening
te respecteeren. Bij de groote strijdlust, die U tot den huidigen dag
kenmerkt, is Uw pen wel scherp, misschien een enkele keer te scherp
geweest; wij weten: Gij hebt nooit willen kwetsen, en na een per
soonlijke discussie maakte een oolijke opmerking dikwijls bij het
scheiden alles goed. Gij waart eenvoudig, wildet nooit meer schijnen,
dan Gij waart; hoewel Uw gezag bij ons allen machtig woog, hebt
gij dit als zoodanig niet zwaar willen laten wegen, noch in een
vergadering van Rijksarchivarissen, noch in andere bijeenkomsteneen
ieder durfde zijn standpunt uiteen te zetten, zonder zich door Uw
gezag al te zeer gedrukt te gevoelen, al verliet hij gewoonlijk Uw
kamer onder den indruk van Uw fabelachtige memorie en Uw kennis
op elk onderdeel van archiefgebied. Door Uw eenvoud en waarheid
hebt Gij ons vertrouwen en ons aller eerbied gewonnen. Mijnheer
Fruin, wij danken U voor wat Gij voor ons geweest zijt, wat Gij voor
ons gedaan hebt. Het zal ons straks vreemd aandoen in de archivaris
kamer de ons zoo vertrouwde verschijning niet meer te zullen zien,
maar wij verheugen ons er toch over, dat Gij in onverzwakte geest
kracht zult heengaan, en dat Gij steeds voor ons bereikbaar blijft.
Wij ambtenaren van het Algemeen Rijksarchief en de Rijksarchieven
in de provinciën zonder één uitzondering bijna alle oud-ambtenaren
der rijksarchieven, en ambtenaren van het Bureau der Rijksgeschied-
kundige Publicatiën hebben de behoefte gevoeld U een herinnering
aan te bieden. Wij hebben gezocht naar iets practisch en dat U tevens
dikwijls aan ons zou kunnen doen denken. In overleg met Uw vrouw
is onze keus gevallen op deze clubfauteuilWij hopen dat
onze keus naar Uw smaak zal zijn, en wij hopen verder, dat gij nog
vele, vele jaren van dezen stoel pleizier zult hebben, hetzij gij van
Uw ochtendwandeling met Uw vrouw thuis komt, hetzij wanneer gij
de eenzaamheid en rust van Uw studeervertrek opzoekten wanneer