182
183
van het salaris van Dr. VAN DlLLEN zou betalen. Dit betoog had de leden, hier aan
het woord, echter geenszins van de juistheid van zijn standpunt overtuigd, vermits het
Kijk in een ander geval eene dergelijke „vreemde figuur" reeds lang kent. Immers
de province Zuid-Holland vergoedt krachtens besluit van de Staten dier provincie van
1915 af aan het Ri|k ten behoeve van de inspectie der gemeente- en waterschaps
archieven een deel der salarissen van een hoofdcommies en van een assistente, die
beiden ,n s R„ks dienst z,|n en hun salaris uit 's Rijks schatkist genieten. Op de
loopende begrootmg bedraagt die vergoeding f 8822.-. Mitsdien verzochten deleden
hier aan het woord, den Minister de aangelegenheid, welke zij ter sprake hadden
gebracht, nogmaals in overweging te nemen."
Hierop antwoordde de Minister van O., K. en W. als volgt:
"DV" hej V' V' ^meldde hoofdcommies en de adjunct-commies (niet assistente),
ie in s Ri|ks dienst zijn, terwijl de provincie Zuidholland een deel van hun salarissen
zou vergoeden z„n werkzaam aan het Algemeen Rijksarchief. Zij verrichten arbeid uit
sluitend ten dienste van het provinciaal archiefwezen, zoodat het voor de hand zou
liggen dat zi, provinciale ambtenaren waren. Omdat zij hun functie echter dienen te
vervullen m het Algemeen Rijksarchief, d. i. een Rijksinstelling, zijn zij onder het per
soneel van d,t archief opgenomen en dus formeel Rijksambtenaren. Hun salaris wordt
door de provincie volledig aan het Rijk terugbetaald. Met den op 1 (anuari l.l. op
wachtgeld gestelden onderdirecteur van het bureau van 's Rijks geschiedkundige
pubheat,en stond het geheel anders. Deze was, als de andere hieraan verbonden
nachten, met alleen formeel, maar ook naar den aard van zijn werk Rijksambtenaar.
I oen besloten was, dat hg ter bezuiniging ontslagen zou worden, werd door het lid
van de I weede kamer, den Heer l|ZERMAN, op den ondergeteekende aandrang geoefend,
eze beslissing weer ongedaan te maken en hem dus als Rijksambtenaar te continueeren,
wanneer mocht binken, dat de gemeente Amsterdam zich bereid zou verklaren een
deel van z„n salaris aan het Rijk te vergoeden. Een dergelijke bereidverklaring zou
zich dan baseeren op de omstandigheid, dat die onderdirecteur zich bezig hield met
een bronnenpublicatie, die op de stad Amsterdam betrekking heeft. Dit kan voor den
o.g. geen aanleiding zi|n op de beslissing tot personeelsinkrimping en dus op het ont-
^- onderdirecteur terug te komen. Ontslag uit 's Rijks dienst met verleening
van wachtgeld is geheel iets anders dan continueering tegen een verminderd Rijks-
salaris, ook al zou de geldelijke last in beide gevallen voorloopig even zwaar op het
Rijk drukken. Wachtgeld ,s een tijdelijke tegemoetkoming, die gegeven wordt in af
wachting van het oogenbhk, waarop de getroffene in een andere betrekking herplaatst
zou worden, het mag bij de beoordeeling van de zoo noodige inkrimping van Rijks
ban FN 9een 9eWj?i i 'n de SChaal le"en' De m°geiül<heid is geopend, dat Dr. VAN
DILLEN na zijn inmiddels tot uitvoering gebrachte op wachtgeldstelling nog blijft voort
gaan met de publicatie waaraan hij bezig was, en dat dan de gemeente Amsterdam
hem hiervoor een,ge belooning geeft. Over dit denkbeeld is thans overleg gaande."
Het Nederlandsch Instituut te Rome. - Wij willen niet nalaten
te vermelden dat op 29 April l.l. te Rome, in tegenwoordigheid van het hoofd der
Itahaansche Regeering Z„ne Excellentie MUSSOLINI, de inwijding heeft plaats gehad
van de 7^ n T h™T "lnStitUtum Neerlandicum", dat door de, op initiatief
den Heer D. W. H. PATI|N te Baarn opgerichte Vereeniging „Het Huis van
Kunsten en Wetenschappen aan den Staat der Nederlanden is geschonken. De plech-
e TK 9 °°r °nzen gezant Mr. A. N. PATI)N, en het gebouw werd
kTw en Tm T I J eno W' d°°r de" HeCr P' V|SSER' chef van de afdeeling
K. en W„ voor de Nederlandsche Regeering aanvaard.
Willem van Oranje- en andere Tentoonstellingen. Behalve
op van archieven zelf uitgaande tentoonstellingen, van welke enkele reeds in een vorige
rubriek vermeld werden, zijn ook op verscheiden WlLLEM VAN ORANJE-tentoonstel-
lingen in den lande archiefstukken geëxposeerd geweest, onder meer op die van de
Vereeniging „Het Oranje Nassau-Museum", in April l.l. in de lokalen van
dat Museum, te 's-Gravenhage, Prinsegracht 3, gehouden. Eenigszins in aansluiting
daaraan had in de maand Mei de prachtige Ientoonstelling, uitgaande van het Ko
ninklijk Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde in het
Gemeenteraadsgebouw in de lavastraat te 's-Gravenhage, plaats. Ook daar waren
kostbare stukken, onder meer uit het Algemeen Rijksarchief, geëxposeerd. De keurig
verzorgde Catalogus is ook uit archivalisch oogpunt van blijvende waarde en in een
onzer volgende afleveringen hopen wij dan ook opzettelijk op dat fraaie boekwerk
terug te komen.
Afgesloten 16 juni 1933.