88 89 Art. 13 aldus te lezen: herkiesbaar waren, steeds herkozen werden. De Algemeene Verga deringen werden intusschen steeds opgehouden door langdurige stemmingen, welke derhalve grootendeels onnoodig mochten heeten. Het is daarom wenschelijk de bestuursleden onmiddellijk voor langeren tijd te verkiezen, en telken jare slechts één hunner te laten aftreden; de zittingsduur van elk bestuurslid zou daarom op vijf jaren gesteld kunnen worden. Bij wijze van overgangsmaatregel, zal het bestuurslid, dat in 1933 gekozen zal worden drie jaren zitting moeten hebben, de bestuursleden in 1934 te verkiezen resp. drie en vier jaren, de bestuursleden in 1935 te verkiezen resp. vier en vijf jaren. De bepaling van de herkiesbaarheid van den voorzitter, alsmede de bepaling dat de voorzitter door de Algemeene Vergadering zal moeten worden verkozen, zullen afgeschaft en de jaarlijksche verdeeling der bestuursfuncties aan het bestuur overgelaten kunnen worden. Naast deze wijzigingen behooren bij "deze reglementsherziening enkele verbeteringen van technischen aard in het Huishoudelijk Regle ment aangebracht te worden. Reglementswijzigingen. Art. 5, alinea 2, aldus te lezen „Als gewone leden kunnen voortaan door het bestuur worden aangenomen zij, die het radicaal van de eerste of tweede klasse der wetenschappelijke archiefambtenaren volgens Kon. Besluit yan 2 Sep tember 1919 (St.bl. no. 551) bezitten, alsmede die andere archivarissen en archiefambtenaren, die bij besluit van de ter Algemeene Verga dering aanwezige leden met deze worden gelijkgesteld." N.B. Het huidige art. 5 is in strijd met art. 4 van de Statuten, welke de aan neming van leden aan het bestuur opdraagt. De bedoeling van het voorstel is art. 5 in overeenstemming met art. 4 van de Statuten te brengen. Art. 7 aldus te lezen „Zij, die gewoon lid van de Vereeniging wenschen te worden, richten zich schriftelijk tot het bestuur, dat daarop dadelijk besluit of nadat een door het bestuur aan de eerstvolgende Algemeene Vergadering voorgelegd voorstel van gelijkstelling in den zin van art. 5, alinea 2 door deze vergadering is aangenomen." N.B. De bedoeling van deze wijziging is art. 7 in overeenstemming met het gewijzigde art. 5, al. 2 te brengen. Art. 8: de laatste acht woorden te laten vervallen. N.B. De gewoonte wint meer en meer veld de contributies door overschrijving op de postrekening van den penningmeester te voldoenhet verstrekken van quitanties is hierbij een overbodige formaliteit geworden. De bedoeling van de voorgestelde wijziging is den dwingenden eisch tot het geven van quitanties door den penningmeester af te schaffen. Art. 11, alinea 2, aldus te lezen: „De bestuursfuncties worden door het bestuur onderling verdeeld." N.B. De functie van den voorzitter schijnt in een vereeniging als de onze niet zoo overheerschend, dat aanwijzing door de Algemeene Vergadering noodig is. Door dit voorstel zullen een of meer stemmingen tijdens deze vergadering vermeden kunnen worden. Doordat de bestuursleden voor vijf jaren gekozen zullen worden, zal toch voldoende continuïteit in de leiding van de vereeniging gewaarborgd zijn. „De leden van het bestuur hebben voor vijf jaren zitting; zij zijn niet onmiddellijk herkiesbaar. De bestuursleden, welke bij tusschen- tijdsche verkiezing in de plaats van andere getreden zijn, hebben niet langer zitting dan deze laatste zouden hebben gehad. Bij wijze van overgang zullen in 1933 een bestuurslid voor drie jaren, in 1934 een bestuurslid voor drie en een voor vier jaar, in 1935 een bestuurslid voor vier en een voor vijf jaren verkozen worden." N.B. Voor de toelichting leze men de inleidende beschouwingen. Art. 20 aldus te lezen „In de vereeniging bestaan twee afdeelingen, eene tot het behar tigen van de materieele belangen der archiefambtenaren in dienst van Rijk en provincie, en eene tot het behartigen van de materieele belangen van de archiefambtenaren in dienst van gemeente, water schap, veenschap en veenpolder. N.B. De bedoeling van deze wijziging is tweeledig. 1°. Om. volgens de inleidende beschouwing den archiefambtenaren in dienst van de provinciën een plaats in één der beide afdeelingen te gevenwaar de salarisschalen voor archiefambtenaren in dienst van de provinciën hoofdzakelijk vastgesteld zijn naar die van de rijksarchiefambtenaren, schijnt de plaats voor hen het best bij de afdeeling der rijksarchiefambtenaren gekozen. 2°. Om de interpretatie, welke in de Algemeene vergadering van 29 September 1928 van het artikel is gegeven, ook door een duidelijke redactie van het artikel vast te leggen. Art. 21, alinea 2, te lezen: „Stemrecht hebben in de vergadering van de afdeeling van archief- ambtenaren in dienst van Rijk en provincie de leden, die in archief dienst van Rijk of provincie werkzaam zijn, in de vergadering enz." N.B. De bedoeling van deze wijziging is art. 21 in overeenstemming met het gewijzigde art. 20 te brengen. Het Bestuur verzoekt den leden, die amendementen op deze voor stellen of geheel nieuwe voorstellen tot reglementswijziging wenschen in te dienen deze vóór de opening van de a.s. Algemeene Vergadering schriftelijk aan den voorzitter te doen toekomen. Het ligt in de bedoeling, indien ter vergadering tot wijziging der artt. 11 en 13 wordt besloten, de bestuursverkiezing in overeen stemming met de nieuwe bepalingen te doen plaats hebben."

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1933 | | pagina 2