130
Voor de toelichting van deze stelling en nog meer voor het nut,
dat van een dergelijk systematisch onderzoek te verwachten is, meen
ik te mogen volstaan met verwijzing naar het proefschrift,
Maar als vanzelf sprekend, doet zich nu de vraag voor: wat
kan gedaan worden voor het behoud van dergelijke belangrijke, par
ticuliere archieven? Het is een opmerkelijk samentreffen, dat in het
Archivalische Zeitschrift een zeer uitvoerige verhandeling van
Max Stois voorkomt, getiteld: Das Recht des Staates an
privaten Arch iv alien. In verband met de hierboven afgeschreven
stelling verdient een aandachtige lezing van deze verhandeling
bijzondere aanbeveling. Immers de titel doet aan iets anders denken
dan de schrijver klaarblijkelijk heeft bedoeld. Van een recht van den
staat of de overheid op particuliere archieven kan toch zeker geen
sprake zijn, maar wel kan men zich afvragen, welke rechtstoestand
er in verband met die particuliere archieven kan bestaan. De Duitsche
schrijver behandelt dit onderwerp, zooals van zelf spreekt, in verband
met het Duitsche burgerlijke recht, zooals dit neergeschreven is in
het Bürgerliches Gesetzbuch"Het gaat niet aan om hier ter plaatse
zeer uitvoerige mededeelingen uit deze verhandeling te doen. Men
vindt dus hier een zeer beknopt inhoudsoverzicht, of beter een
samentrekking; hun, die er meer van willen weten zij de lezing
nadrukkelijk aanbevolen.
De rechtsverhouding van den staat ten opzichte van particuliere
archieven kan zijneigendom, vruchtgebruik, bruikleen en bewaar
geving.
Eigendom. In dit geval zal de eigendom wel alleen verkregen
worden door testamentaire erfopvolging of door opdracht of levering
ten gevolge van een rechtstitel van eigendoms-overgang. De eigenaar
van een particulier archief kan daarover beschikken door een bepaling
in zijn testament of door een of andere overeenkomst aan te gaan,
die eigendoms verkrijging tengevolge heeft (b.v. verkoop of schenking.)
(B. W. art. 625 en volg.).
Vruchtgebruik. Men zal vooraf de vraag moeten stellen, of
een archief wel vruchten kan afwerpenmen zal eerder moeten
zeggen, dat het onderzoek in het archief vruchten afwerpt. In
zooverre zou men zich dan kunnen voorstellen, dat de staat met
den eigenaar van een particulier archief een overeenkomst sluit om
het archief te onderzoeken en wat daarbij aan het licht komt uit te
geven. (B. W. art. 803 en volg.).
Bruikleen, waarbij de eigenaar den eigendom behoudt, maar
Dritte Folge, Achter Bend, Band 41), blz. 195 v.
131
het archief overdraagt aan den staat met de bevoegdheid, dat
deze het ten behoeve van het publiek openstelt. (B. W. art. 1777
en volg.).
Bewaargeving, waarbij de staat alleen de verplichting op zich
neemt om het archief behoorlijk te bewaren, zonder dat daarmede
eenig recht van gebruik (raadpleging) verbonden is. (B. W. art. 1731
en volg.).
Het spreekt vanzelf, dat op den voorgrond moet staan, hoe de
eigenaar van het archief over dat archief denkt. Niemand kan hem
dwingen op de een of andere wijze daarvan afstand te doen of aan
andere rechten daarop te verleenen. De overtuiging, dat het archief
waard is om behoorlijk bewaard te blijven, beschermd tegen brand
gevaar, vocht of vervuiling, dat het voorts niet alleen voor henzelf
van belang is, maar dat het algemeen belang met de kennis van
den inhoud gemoeid is, kan hem nopen met den staat tot onder
handelingen te komen. Familiezwak zal misschien heel dikwijls daarvoor
een belemmering zijn, maar dit is wellicht te overwinnen met de
overtuiging bij te brengen, dat een familie of een familielid meer
geeerd wordt en tot aanzien komt door overbrenging van de bescheiden,
die op haar of hem betrekking hebben naar een openbare verzameling
dan ze opgesloten achter slot en grendel te houden. Tal van eigenaren
van particuliere archieven hebben reeds ingézien, dat de plaatsing
van een familiearchief of de bescheiden betreffende een belangrijke
persoonlijkheid een soort van openbaar monument voor dezen opricht.
Intusschen is, zooals boven reeds vermeld, de mogelijkheid,
dat de eigendom behouden blijft, niet uitgesloten. Het geval van
vruchtgebruik, zooals ik dit hierboven heb voorgesteld, ver
onderstelt, dat de eigenaar met de bewaring belast blijft, dus alle
maatregelen te nemen heeft voor een behoorlijke bewaring met
beveiling tegen allerlei gevaren van onmiddellijke of langzame
vernietiging of ondergang. Het is echter niet goed denkbaar, dat
de staat of de overheid een dusdanige overeenkomst zal aangaan.
Het zijn ten slotte de onderzoekers, die belang hebben bij den
inhoud van het archief, zoodat men eer mag veronderstellen een
overeenkomst van vruchtgebruik tusschen den eigenaar en den
belangstellenden onderzoeker. (De heer van Hall, die den heer
Suttorp in de gelegenheid stelde zijn familiebescheiden in te zien
en daaruit mede te deelen, wat hem belangrijk voorkwam, sloot
dus, al is dit met niet zooveel woorden tot uitdrukking gekomen,
een overeenkomst van vruchtgebruik.) Toch kan men zich wel voor
stellen, dat de staat, de belangrijkheid van den inhoud van een familie
archief inziende, doch met den eigenaar niet tot een overeenkomst