inkomsten van 1597 tot 1609 ingeschreven zijn, werden bladen los gemaakt, die tot een werk van Avicenna, in 1479 in Padua gedrukt, moeten behoord hebben. Een tweetal tevoren niet bekende planodrukken, omstreeks 1483 in de Zuidelijke Nederlanden gedrukt, kwamen te voorschijn uit een der oude boekbanden, die in het Rijksarchief te Maastricht bewaard worden.2) In het bijzonder hebben de onderzoekingen naar het ontstaan van de boekdrukkunst en in verband hiermede het opsporen van het aller oudste drukwerk tot een ijverig onderzoek van de oude boekbanden geleid. Evenals het drukwerk van onzen tijd was het oudste drukwerk in de eerste plaats bestemd om gebruikt te worden. De Grammatica van Donatus b.v. was in de 15de eeuw een veel gebruikt leerboekje, dat gewoonlijk opgebruikt werd. Zoo gebeurde het, dat het perkament, waarop de tekst van deze Grammatica gedrukt was, in strooken werd gesneden en deze strooken dienst deden voor de versterking van de boekbanden. Inderdaad zijn door het losmaken van banden Donaat- fragmenten en andere „Costeriana" voor den dag gekomen. Ook op deze wijze kunnen de Nederlandsche archieven wellicht nog menig oud drukwerk, dat voor de geschiedenis van het ontstaan en de eerste ontwikkeling van de boekdrukkunst van belang is, aan het licht brengen. B. VAN 'T HOFF. Mgr. Dr. A. H. L. Hensen f Geen archivaris, maar een ijverig gebruiker van de archieven is 4 December te 's-Gravenhage overleden. Mgr. Hensen werd geboren den 30sten Mei 1854 te Rotterdam. Zijn studies maakte hij aan de Seminaries van het Bisdom Haarlem, te Voorhout en te Warmond, waarna hij te Rome aan de „Minerva" in 1883 den Doctorsgraad verwierf. In 1886 werd hij hoogleeraar aan het Groot-Seminarie te Warmond. Hij had daar volle gelegenheid om de historische studie te beoefenen. Hij deed dat met evenveel ijver als succes. Zijn leven lang is het zijn trots geweest, dat het laatste opstel van den Leidschen Professor Fruin aan een van zijn eerste werken gewijd was. Van kundig gebruik der archieven spreken zijn hoofdstukken in de Geschiedenis van Rotterdam en tal van opstellen in C)e Katholiek en de Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem. Dr. Hensen heeft zijn gegevens verzameld h Cesamtkatalog 3117. in binnen- en buitenland. Aan speurzin heeft het hem niet ontbroken. Wij werden telkens verrast door zijn uitgebreide kennis op dit gebied. De colleges, die Dr. Hensen aan de Warmondsche studenten gaf, waren minder gericht op de technische scholing van zijn studenten, welke dan ook buiten de Seminarie-opleiding ligt, dan op het mede- deelen van de resultaten van eigen en anderer studie. Zijn groote grondbeginsel daarbij was het woord van Cicero, dat Paus Leo XIII den Katholieken historici had voorgehouden„Nil falsi dicere, nil veri tacere". In het begin van zijn optreden heeft hij daardoor nog wel eens moeilijkheden ondervonden, maar eerlijk als hij was, heeft hij het principe volgehouden en daardoor een niet geringen invloed ten goede uitgeoefend op de beoefening van de geschiedenis-weten schap onder de Katholieken in Nederland. Bij gelegenheid van zijn 25-jarig Professoraat erkende de Kroon zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. In 1915 verliet hij het Seminarie, om aan het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome het werk van Dr. Brom voort te zetten. De omstandigheden zijn hem daar niet gunstig geweest. De wereld oorlog bemoeilijkte niet alleen zijn werk, maar zelfs zijn verblijf in de Eeuwige Stad. Als resultaat van zijn arbeid hebben wij de Romeinsche Bronnen voor den kerke/ijken en staatkundigen toestand der Nederlanden in de 16e eeuw in de Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Tegelijkertijd bewerkte hij in den At/as van Beekman de kerkelijke indeeling van 1559. Den 1 sten Januari 1924 kreeg hij eervol ontslag uit zijn ambt te Rome, bij welke gelegenheid Zijn Heiligheid de Paus hem benoemde tot protonotarius apostolicus a. i. p., dat is de hoogste kerkelijke onderscheiding, die aan priesters gegeven wordt. Mgr. Hensen was ongetwijfeld een man met zeer sterk sprekende eigenaardigheden, die verschillende vrienden van hem vervreemdden. Toch valt niet te ontkennen, dat hij zijn groot aandeel gehad heeft in de bevrijding van het Katholieke volk uit het isolement, waarin de Katholieken door omstandigheden geraakt waren. Zijn nagedachtenis zal in eere blijven. W. NOLET. Boekbespreking. Volgens belofte, in de vorige aflevering onder de Berichten gedaan, 72 2) Mej. M. E. KRONENBERG: Incunabelbijdragen, in Het Boek, 20ste jaargang (1931). 73 The General State Archives and their contents, 's-Gravenhage, Algemeene Landsdrukkerij 1932.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1933 | | pagina 42