16
vragen, verplicht zi|n op verzoek archivalia tijdelijk uit te leenen,
geplaatst zijn de te Amsterdam gevestigde bibliotheek van het
Economisch-Historisch Instituut en de bibliotheek der Handelshooge-
school te Tilburg, en dat de Instelling tot indiceering van oude
kerkelijke archivalia omgedoopt is tot Bureau voor Historische demo-
graphie en met ondersteuning der Regeering overgebracht is naar
enkele lokalen van het vroegere Bronovo te s-Oravenhage, dan heb
ik eigenlijk al het vermeldenswaardige, dat er in het laatste jaar
gebeurd is, genoemd, met twee uitzonderingen: de internationale
commissies en de crisis-maatregelen.
Om met de internationale betrekkingen op archiefgebied te be
ginnen, het is zeer te bejammeren, dat in de organisatie dier betrek
kingen zoo weinig eenheid bestaat. Er zijn niet minder dan drie
instellingen, die zich met die internationale verhoudingen bezig houden,
de eerste en de oudste is de in 1910 ingestelde commission perma
nente des congrès internationaux d'archivistes. Sinds het overlijden
van den heer Des Marez is het eenig overgebleven bestuurslid er van
de secretaris-generaal, de heer Cuvelier, Rijksarchivaris te Brussel.
Gelijk gij U herinneren zult, had de commissie besloten, dat het e.v.
congres van archivarissen te Rome zou worden gehouden en wel op
wensch van den heer Casanova in 1934 of 1935, als het nieuwe Rijks
archiefgebouw in die stad gereed zou zijn. Intusschen mocht het
noch den heer Des Marez, noch den heer Cuvelier gelukken de toe
stemming van de Italiaansche regeering schriftelijk te verwerven.
Eerst begreep niemand de reden der vertraging van het antwoord
der Italiaansche regeering, totdat in Juni j.l. de aap uit den mouw
kwam. De voorzitter van het internationale Italiaansche comité voor
intellectueele samenwerking bleek de zaak van het congres geheel
voor zijn comité in handen te willen nemen. Het comité heeft plan
zelf een internationaal congres van archivarissen bijeen te roepen;
intusschen zal het de medewerking van de in 1910 te Brussel inge
stelde commissie zeer op prijs stellen, naar de voorzitter van het
Italiaansche comité voor intellectueele samenwerking Rocco, onlangs
afgetreden als minister van Justitie, maar die een der onderdirecteuren
van het internationale comité voor intellectueele samenwerking te
Parijs gebleven is, verzekerde. In overleg met den heer Cuvelier heb
ik toen voorgesteld - om althans het Italiaansche congres eeniger-
mate in de rij der internationale archiefcongressen te kunnen inlijven
le. den heer Casanova, den directeur der Italiaansche archieven, tot
voorzitter der commissie van 1910 te benoemen; 2e. te bepalen, dat
op elk congres de voorzitter van het volgende in verband met de
17
plaats waar dat congres zal worden gehouden zal worden aange
wezen; 3e. dat de secretaris-generaal daarentegen in functie blijft
en 4e. dat de commissie van 1910 zoo spoedig mogelijk wordt aan
gevuld. Een voorstel in dien geest is aan de leden der commissie
rondgezonden.
Ook het te Parijs in het Palais royal zetelende comité international
de coopération intellectuelle heeft zich het archiefwezen aangetrokken
en in April 1931 een voorloopige bijeenkomst van experts archivistes
georganiseerd, die tot voorzitter den heer Jenkinson heeft gekozen.
Op deze bijeenkomst werd de wenschelijkheid tot instelling van een
comité consultatif d experts archivistes, aan te wijzen door het comité
international de coopération intellectuelle, vastgesteld, welk comité
zich bezig zou houden met die punten, welke de „coordination
internationale des archives" betreffen. In den regel zullen de bijeen
komsten van dat comité te Parijs plaats hebben; als eenig land echter
aanbiedt elders te vergaderen, is daartegen geen bezwaar. In Decem
ber 1931 heeft daarop dit definitieve comité te Parijs onder voor
zitterschap van den heer Casanova vergaderd. Daar ik daartoe ook
uitgenoodigd was, zou ik er U uitvoerige mededeelingen over kunnen
doen. Ik moet mij echter beperken en zal dus volstaan met de mede-
deeling, dat het plan gevormd is een „Guide international des archives"
tot stand te brengen, waartoe aan alle nationale commissies voor
intellectueele samenwerking eene uitvoerige lijst van vragen is ge
zonden. De Nederlandsche commissie heeft mij de vragenlijst voor
Nederland doorgezonden en ik heb haar reeds beantwoord en er,
gelijk ook gevraagd was, eene lijst van alle Nederlandsche gedrukte
archiefinventarissen aan toegevoegd.
Dat Parijsche comité d'experts archivistes kan eenigermate als
de centrale instelling beschouwd worden; want niet alleen is er de
commissie van 1910 in vertegenwoordigd door den heer Cuvelier
en als mijn boven geciteerd voorstel doorgaat, ook door den heer
Casanova ook het derde orgaan voor de internationale betrek
kingen tusschen de archieven, de commission des archives, ingesteld
door het comité international des sciences historiques, is er door de
heeren Nabholz en mij in vertegenwoordigd.
Die commission des archives had eerst den heer Des Marez tot
voorzitter. Sinds zijn overlijden ben ik voor de functie aangezocht
en ik heb haar in plaats van het voorzitterschap der internationale
iconographische commissie aangenomen. De heer Nabholz (in Zurich)
is er secretaris van. Ik heb mij verleden jaar eenigszins spottend over
een door haar rondgezonden vragenlijst uitgelaten, welke vragen
inderdaad zoo onduidelijk waren gesteld, dat, evenals anderen, ook ik