148 behandeling der aangelegenheden door bevoegden worden aangelegd. Zulk een stelsel moest in het bizonder geschikt zijn voor de ver schillende archieven van de Koninklijk Zweedsche kanselarijen, om- daar het best kan worden toegepast tot het bijeenbrengen dat het in een chronologische serie van de uitgaande stukken. Met de hier te geven aanwijzingen zou het stelsel bijzonder geschikt kunnen worden toegepast: aan de eene zijde doorloopende zakenindices over de uitgaande koninklijke brieven en aan den anderen kant de stukken, die aan die brieven ten grondslag liggen, gerangschikt in aansluiting met de groepen van onderwerpen van den index, liefst met bijvoe ging van de copieën der koninklijke brieven. Zoowel bij het dossierstelsel als bij den zakenindex moet de nadruk erop worden gelegd, dat het schema voor de indeelingen naar de onderwerpen met logische gestrengheid moet worden ont worpen, dat de mededinging tusschen verschillende groepen zooveel mogelijk moet worden verhinderd en dat het schema moet worden volledig gemaakt en vervolgens moet worden gedifferentieerd bij het toevoegen van nieuwe onderwerpen en bij het optreden van groote vermeerdering van reeds bestaande onderwerpen. De grond gedachten voor deze samenstelling van groepen van onderwerpen met hunne afdeelingen zijn reeds door de Franschen aangegeven. Men behoort uit te gaan van de verschillende beteekenis der groepen en voort te schrijden in de richting van het algemeene naar het bijzondere, van het belangrijke naar het minder belangrijke. Een in het moderne archiefwezen dikwijls herhaalde stelling is deze, dat de rangschikking van een archief de afspiegeling behoort te zijn van het leven en de ontwikkeling van de instelling, waarop het betrekking heeft: „Archiefgeschiedenis is een stuk geschiedenis der staatinstellingen", heeft men gezegd.2) Deze stelling is in zekeren zin gerechtvaardigd. Echter mag zij niet gaan boven het belang van het navorschend onderzoek. Inderdaad wordt het gestelde doel in hoogere mate bereikt bij een systematische indeeling van de stukken naar de onderwerpen. De afspiegeling dag voor dag van de instel ling, waarop het archief betrekking heeft, is gelegen in de chrono logisch gehouden journalen en protocollen. De afspiegeling wordt eerst volkomen bij het gebruik maken overigens van het dossierstelsel. 149 Dit stelsel geeft een volledig verzamelbeeld van de werkzaamheden op elk gebied." Tot zoover de vertaling van het Zweedsche artikel. Het reeds genoemde artikel van den Duitschen archivaris Georg Winter in het Korrespondenzblatt van April/Juni 1930, waarvan de lectuur ten zeerste is aan te bevelen, bevat een uitvoerige en rijk gedocumenteerden bestrijding van Weibull's opvattingen, speciaal van Duitsch standpunt bezien, met daarbij de voor ons behartigings- waardige opmerking„wir mussen es den Hollandern überlassen Herrn Weibull's Kritik zu entkraften". L. LASONDER. Bijdrage tot de bepaling van vaktermen. I. Bescheiden, archief, document, collectie, verzameling. Twee artikelen in den 39ster. Jg. van het Archivalische Zeitschrift van 1930, het eerste van H. O. Meisner, Elemente der archiva- rische Berufssprache, het tweede van W. Fürst, Zur Frage der archivarischen Fachausdrücke, waren voor mij aanleiding om nader in te gaan op eene vraag, die ik mij reeds meermalen ge steld heb, of namelijk een gemis, dat zij in de Duitsche archieflittera tuur aanwijzen en dat ook hier te lande blijkt te bestaan, niet zou kunnen aangevuld worden. Ik bedoel het verschijnsel, dat verschillende of bijna de meeste vaktermen geen constante waarde blijken te hebben en ook, dat men vaak zich met omschrijvingen of algemeenheden vergenoegt, waar dergelijke vaktermen op hunne plaats zouden zijn. Niet alleen, dat dit tot misverstanden aanleiding geeft, maar het schrikt van principieele uiteenzettingen af en is een bepaalde hinderpaal voor het ontwerpen of verbeteren van het schema van den inhoud van een archiefdepot. Dat dergelijke onzekerheid ook hier te lande bestaat, behoeft niet te verbazen, gezien de evolutie, die de meeste termen doorloopen hebben, en de vrijheid, die de Handleiding in dezen laat. Laat ik beginnen met het woord, dat ons het meest gemeenzaam is en dat in verschillende beteekenissen blijkt gebruikt te worden. Dr. Meisner onderscheidt bij het begrip archief drie ruimere of engere beteekenissen, maar het valt niet moeilijk om het getal nog te ver meerderen. Vooreerst wordt het gebruikt voor archiefdienst of -administratie, bijvoorbeeld als men zegt, dat men ambtenaar bij het Rijksarchief (of de Rijksarchieven) is. Dr. Meisner, om met diens uiteenzetting aan te vangen, wijst er op, dat men met Archiv het gebouw kan bedoelen, waarin een archiefdienst gevestigd is, bijv. als men zegt, dat men zich van huis naar het Rijksarchief begeeft, of enger gesproken, het In de praktijk kan het dikwijls doelmatig zijn om de hoofdgroepen samen te voegen in alfabetische volgorde en in de eerste plaats de onderafdeelingen van deze, met uitgangspunt van het algemeene voortgaande naar het bijzondere. 2) „Het doel van de omvorming der archieven is om zich een voorstelling te kunnen vormen van het orgaan, waarvan de aktestukken afkomstig zijn, in denzelfden toestand als dit verkeerde, toen de aktestukken vervaardigd werden en zich ver zamelden. dus om dit als het ware weer in functie te zien." CASANOVA, a. w. blz. 189.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 7