220 volgt te beschrijven: Pièces qui, faute d'éléments de c I a s- sement, n'ont pu être rattachées a 1'une des rubriques de l'inventaire. I fardé. Ik weet nu over den aard der stukken, dat zij zich halsstarrig tegen de inlijving in de inventarisgelederen hebben verzet, maar de archiefgebruiker, die zich meer voor hun inhoud dan voor hun psyche interesseert, wordt door deze toelichting niet veel wijzer. Zoo lijkt mij ook de beschrijving van de stukken, die betrekking hebben op de bezittingen van het gasthuis buiten Brussel, onvol doende: 34 48 Titres d'a c q u i s i t i o n et de pièces rela tie ves a I'administration des biens sis hors Bruxelles, X111 m e - XVIII me siècles. 13 cartons et 2 liasses. Dit is de methode van de Belgische „inventaires sommaires", maar de inventaris van het St. Jans gasthuis dient zich niet aan als een voor- loopige, beknopte opsomming der aanwezige stukken. De heer Bonen- fant deelt wel in een noot mede, dat men te Brussel de stukken alphabetisch geordend zal vinden volgens de namen der plaatsen, waar de goederen gelegen zijn, maar de inventaris diende van te voren de zekerheid te geven, dat men werkelijk in het archief charters uit een bepaalden tijd en betrekking hebbende op een bepaalde plaats zal aantreffen. Nu is het mogelijk, dat de bewerker den inventaris niet te zeer mocht laten uitdijen en daarom van een beschrijving van ieder stuk afzonderlijk of zelfs van series moest afzien. In dat geval zou de archiefgebruiker ook tevreden zijn geweest met een alpha betisch ingerichte lijst, waaruit af te lezen was, hoeveel stukken er over de in de verschillende plaatsen gelegen eigendommen zijn en uit welken tijd. Iets in die richting heeft de heer Bonenfant trouwens gedaan bij de beschrijving van de eigendomstitels in de „Annexes". In de „Annexes" is ook de inventaris van de St. jANS-kerk onder gebracht. Uit het archief blijkt, dat eigendommen en administratie van gasthuis en kapel steeds gescheiden zijn gehouden. Het feit, dat in 1811 het kerkelijk archief aan den archivaris van het gasthuis werd overgedragen, heeft er waarschijnlijk den heer Bonenfant toe gebracht om dat archief een ondergeschikte plaats in den inventaris te geven; men zou het echter ook als een geheel zelfstandig archief kunnen zien. Tenslotte nog éen opmerking over dezen inventaris, die, ondanks zijn misschien wat al te groote beknopheid, een vooral voor de locale geschiedenis zeer belangrijk archief voor wetenschappelijk onderzoek toegankelijk maakt: was de bewerker verplicht hem in het Fransch te laten verschijnen? Men is geneigd te vragen: waarom koos hij niet de taal, waarin de administratie werd gevoerd? En uit de titels van deelen en stukken als„Rekeninghen van de pachters", „Manuael van 221 de cheynsen die desen gasthuyse is geldende „Metinghe Boeck voor het Sint Jans gasthuys binnen Brussel van de thiende tot Suyvene onder de prochie van Paemel gelegen enz. blijkt afdoende, dat die taal zelfs in de 18e eeuw niet het Fransch was. A. C. KERSBERGEN. Berichten. Algemeen. Bezuinigingsrapport-Welter. - Wij meenen goed te doen door hier in extenso te doen volgen hetgeen dit rapport, dat de gemoederen in de laatste maanden zoozeer heeft bezig gehouden, op blz. 280 over het Archiefwezen bevat „Op de personeelsuitgaven der Rijksarchieven (art. 162 f286.513) en op die van de Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën (art. 168 f30.572), te zamen genomen, achten wij, zij het niet zonder moeite, eene bezuiniging mogelijk van 12 pet. of rond f38.000, door beperking van personeel, combinatie van functies, opheffing van 2 betrekkingen van Rijksarchivaris, wier werkzaamheden zullen moeten worden waargenomen door de archivarissen van aangrenzende provinciën en van 1 betrekking van onderdirecteur. Deze laatste maatregel zal tengevolge hebben, dat het tempo dei- geschiedkundige publicatiën wordt verlangzaamd, waartegen wij geen overwegend bezwaar aanwezig achten." Examens archief ambtenaar. - Voor het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse zijn geslaagd de Heeren Mr. H. hlARDENBERG, te 's-Gravenhage, Mr. H. L. HOMMES, te Groningen en Mr. A. R. M. MOMMERS, te 's-Hertogenbosch; voor dat der tweede klasse de Dames P. BEYDALS, te Rotterdam, G. BRUGMANS, te Groningen, C. COMMI]S, te 's-Gravenhage, en S. M. C. PlPPENGHEGEN, te Hilversum, en de Heer Drs. A. FRANK, te Amsterdam. Rijksarchieven. Rijksarchief in Zeeland. - Aan den commies den Heer ABR. MULDER is bij Kon. Besluit van 3 Augustus wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarbij hij werkzaam is, eervol ontslag als zoodanig verleend. De Heer MULDER is beroepen als Predikant bij de Doopsgezinde Gemeente te Aardenburg en heeft dat beroep aangenomen. Wij maken ook hierom van dat feit in het bijzonder melding, omdat het, terwijl men het omgekeerde wel nu en dan ziet gebeuren, zelden of nooit zal zijn voorgekomen, dat een archiefambtenaar den herdersstaf ter hand neemt. G e m e e n t e— e n at er schapsarchieven. Carbonpapier en inktlint. - De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft een circulaire gericht tot hare leden, waarin zij de gemeenten ver zoekt te helpen bevorderen, dat voor documenten van blijvende waarde gebruik wordt gemaakt van een bepaald door de Vereeniging verkrijgbaar gesteld soort van carbon papier en inktlint, dat door den Rijksvezeldienst is goedgekeurd. Provinciale inspectie in Gelderland. Gedeputeerde Staten hebben met ingang van 1 |uni 1932 den chartermeester (commies) Dr. A. VAN DE VEN bevorderd tot hoofdcommies.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 50