vSe„ rfcw (',«1 TiT"' ",d ende hofftstede van Ariaen Ghijsbertszoen, dair hij woent; ende van- daen te veltvvert nedergaende van den straet noortoest op nae de huisinge, dair Albert van Kuyl op woent, die nyet verde vaneen ge legen en zijn, zoe leyt tusschen beyde die hofftsteden die hofftstede zoe ick die informacie dairvan gebracht van de monick, te Selwert woen(en)de dat die hofftstede zoude zijn van de abdissa van Elten. Ende zoe ick Peter Aelman van Nairden mitten bode Meyns Keeck die vestigia van deselve hofftstede gevonden en gesien hebbe, zoe heeft die begraven geweest wel mit dre grafften. Oeck soe vynt men dairbynnen zekere puyn offte steenen stucken onder die aarde, dair tschijnt, dat een zware toren heefft gestaen. Oeck soe siet men dair die plaetse, alst schijnt, dat die sael ende ander getymmert heefft gestaen. Ende schijnt wel, dattet een grote starcke hofftstede heefft geweest. Oeck staet daer weynich doren ende wast en zeker hout in de wallen, dat nu an de aerde toe off was gehouden ende wech ge bracht. „Item van de voirs. hofftstede voort tot Goylant wart noortoest opgaende, zoe street dat totten Steenen Camer toe wel een halve mijle lanck, dat al geseyt wart een goet ende heerlickheyt te wesen - die put ende galge voeren mach -, nu toebehorende den monicken van Oestbroeck, die dat noemen aldair het goet offte heerlickheyt Over die Vecht.". Wie wil, mag uit al deze gegevens de plaats der hofdstede trachten te bepalen, „si reperiri possit domistadium abbatisse de Elten"! De tweede, ons bewaarde, kaart van Gooiland - zie afbeel ding II hiernevens is een groote teekening in kleuren op papier, die, omdat de rivieren de Vecht, de Biltsche Grift en de Eem er op voorgesteld zijn als het afgebeelde land cirkelvormig te om sluiten, de „ronde kaart" bijgenaamd wordt De jongste geschied schrijver van het Gooi, die er over spreekt, Generaal Luden, be paalde alleen den terminus a quo, waarnaar men haar dateeren kan, en stelde op na 1500, omdat de molen te Hilversum, waarvoor in dat 'aar octrooi verleend werd2), er op staat 3). Perk, die vrijwel 1 AjgeHe£H Rijksarchief, no. 2580. Men vindt haar onnauwkeurig, maar wel du,deh,k afgebeeld achter PERK a. w„ en naar een moderne copie bi? E. LUDEN Het Gooi en de Erfgooiers (1931 tegenover 68. - Het behoeft geen betoog dat haar benaming volstrekt geen verband houdt met de vroeg-middeleeuwsche wereld- kaarten, die ook zoo genoemd worden. 2) Perk, a. w., 304. 3) Luden, t. a. p. Dat de molen te Blaricum niet op deze, maar wel op een der volgende kaarten staat, kan niet als terminus ante quem dienen, daar die reeds ver- A PfrT i/ T' J Schaarbrief der Erfgooiers, d.d. 13 januari 1455; vgl.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 33