i n
188
~£Ld 4 «5
gegeven. Den terminus ante quem levert de mededeeling van den
schrijver, dat hij bij zijn vertrek uit de Wittevrouwenpoort te Utrecht het
klooster Vredendaal nog in vollen luster liggen zag. Dit klooster is
in de laatste dagen van April 1527 door de Gelderschen verwoest
zoodat wij zijn tocht kunnen stellen tusschen einde-Februari en
einde-April 1527.
Nu wij aldus de verslagen van Pieter Aelmanszoon gedateerd
hebben, kunnen wij ons zetten tot een onderzoek van de kaarten zelf
en daarbij gebruik maken van de topografische gegevens, die zijn
rapporten bevatten.
De oudste kaart, die te bespreken valt, zie afbeelding I
hiernevens is een schetsje van de grenzen tusschen Gooiland en
het Sticht, geteekend onder op de achterzijde van een los folio, dat
als opschrift draagt: Relacye int generael capittel anno
LXXII op sinte Pontyaensavont2), welke datum zich overzetten
laat als 13 Januari 1472. Dit blad bevat de minuut van het verslag
van een samenkomst te St. Omer „op sinte Tomesavont'' (20 December)
1471 van Bourgondische en Stichtsche afgevaardigden, waar over de
scheiding der venen van Gooiland en het Sticht werd onderhandeld
en waarvan de Stichtsche heeren hier rapport uitbrengen. Oppervlakkig
lijkt het, dat met de twee genoemde data de tijdsduur, waarin de
minuut en dus ook het kaartje, dat tot haar verduidelijking dienen
moet, ontstaan zijn, bepaald is. Het schetsje zou dan op een drie
weken nauwkeurig gedateerd kunnen worden. Doch wanneer men het
stuk nader beschouwt, blijkt de zaak minder eenvoudig te zijn. In de
relatie leest men„Item anno LXXII opten lesten dach van Februa-
ryus sellen die pertijen van beyden sijden haar aensprake ende ant-
woerde int scryft brengen in handen meister Jan van Haelwiin ende
meister Revnver (van Ethen) ende dan sellen daerbij gaen Geryt van
Assendelf ende d ie Domdeken ende dan op die venen trecken ende
die legentheit syen ende die tugen horen van ouder haercomen ende
alsdan opten XXten dach in Mey int jaer vuers. LXXII int hoge hoef
trecken ende dan centencye te wijsen. met Hollant of Sticht wesen
sel De toekomende tijd, waarin de hier genoemde data vallen, sluit
zich heel goed aan bij de zoo juist gevonden dateering. Doch onmid
dellijk onder deze regels heeft waarschijnlijk dezelfde hand later aan-
geteekend, dat men overeenkwam, „als mijn her van Borgognen onle-
dich was mit et oerloge van Vrancrijc, als dat die sake in alsulken
HENRICAE AB ERP Annales Vernaculi, in: A. MATTHAEUS, Veteris Aevi
Analecta I (1738) 105; vgl. A. VAN DER AA, Aardrijkskundig Woordenboek der
Nederlanden XI (1848) 896.
2) Algemeen Rijksarchief, Grafelijkheid van Holland, Rekenkamer, no. 755 f.