138
Ad II. In het algemeen is de reglementeering der waterschappen
het terrein van den provincialen wetgever (Grondwet art. 192, Pro
vinciale wet art. 138); doch door de invoering van de Archiefwet,
die ook de waterschapsarchieven betreft, is in verband met de
artikelen 141 en 142 der Provinciale wet deze provinciale bevoegdheid
van de waterschapsarchieven geheel buitengesloten. Het voorstel
strekt om de regelingsbevoegdheid voor de waterschapsarchieven
aan de provinciale besturen terug te geven, daar bij de oneindige
verscheidenheid der waterschapsbesturen slechts gewestelijke regeling
doeltreffend en vruchtdragend kan zijn. Er zij aan herinnerd, dat de
voorgestelde aanvulling tevens wijziging van artikel 5 van het K. B.
van 6 Sept. 1919 S. 557 zou meebrengen.
Ad III. Het is twijfelachtig, of artikel 22 naar analogie van de
vroegere artikelen 121 en 122 der Gemeentewet facultatief is, slechts
„publiekrechtelijke" overeenkomsten van waterschappen onderling en
van waterschappen met gemeenten betreft en „privaatrechtelijke"
overeenkomsten of overeenkomsten met anderen vrijlaat, dan wel een
limitatieve bepaling inhoudt en overeenkomsten omtrent waterschaps
archieven niet anders dan in overeenstemming met de daarin gestelde
regels toelaat. In het eerste geval is het artikel overbodig, in het
tweede is het ongewenschthet zou dan overeenkomsten van water
schappen met het Rijk of met provinciale besturen omtrent archief
bewaring geheel uitsluiten en de bestaande overeenkomsten van dien
aard nietig doen zijn. Voor beide gevallen is schrapping van het
artikel de beste oplossing; de bevoegdheid, die het heeft willen
geven, bestaat ook onafhankelijk van dit voorschrift (zie art 19
sub VI der Waterstaatswet 1900 en de provinciale waterschapsregle
menten), en het toezicht van de hoogere gezagsorganen op alle
handelingen van waterschapsbesturen, dus ook op handelingen en
overeenkomsten betreffende de archieven, is door de artikelen 22
en volgende der Waterstaatwet 1900 voldoende gewaarborgd.
Bij de bovengenoemde voorstellen is de vraag, of regeling om
trent de waterschapsarchieven door den Rijkswetgever in het
algemeen gewenscht is, opzettelijk buiten beschouwing gelaten,
als zijnde in 1918 door dien wetgever bevestigend beantwoord.
Ter nadere toelichting van het voorgestelde kan nog worden
verwezen naar het artikel over de waterschapsarchieven in de eerste
aflevering van den XXXIXen jaargang van het Archievenblad."
Nieuwe leden. Het bestuur heeft als nieuwe leden aan
genomen Mej. L. J. Ruys, te 's-Gravenhage, en de Heeren Drs. A. Frank,
139
te Amsterdam, Mr. H. Hardenberg, te 's-Gravenhage en Mr. A. R. M.
Mommers, te 's-Hertogenbosch.
NIET-OFF1CIEEL GEDEELTE.
Tehuis voor Archiefambtenaren.
In een tijd als de tegenwoordige, waarin alles jaagt naar „records"
zou het al heel zonderling zijn als het „Tehuis" achterbleef. Ook in
dit opzicht heeft het dan ook blijk gegeven met den tijd mee te gaan
door van 1931 een record-jaar te maken, wat het aantal gasten be
treft. Nog nooit te voren was het aantal bezoekers zóó groot. Niet
minder dan 24 archief-ambtenaren, met of zonder gezin, in totaal 51
personen genoten voor langer of korter tijd van de gastvrijheid der
Stichting-MoRREN en het bezoek beperkte zich niet, als in vorige jaren,
tot de vacantiemaanden, maar was meer dan ooit verdeeld over het
geheele jaar.
De stijgende lijn van dit bezoek heeft zich in 1932 voortgezet,
in die mate zelfs, dat gedurende de afgeloopen zomermaanden alle
kamers voortdurend bezet waren en het zelfs onvermijdelijk bleek
enkele aanvragen af te wijzen.
Het is daarom zaak aanvragen zoo tijdig als mogelijk is in te
dienen, vooral die voor de zomermaanden. Het zal dan bijna altijd
wel mogelijk blijken met wat passen en meten allen te voldoen.
Aangezien den ondergeteekende gebleken is, dat de voorwaarden
voor een verblijf in het Tehuis bij sommige archiefambtenaren niet of
niet meer bekend zijn, laat hij ze hieronder nog eens volgen:
Logies met ontbijt gratis.
Lunch (koffiedrinken). gratis.
Diner (middagmaal) f 1.— per persoon.
Badf 0.50
Men is niet verplicht de maaltijden in het „Tehuis" te gebruiken.
De Administrateur der Stichting,
E. A. KUIPERS.
Buitenlandsche stemmen over het herkomstbeginsel.
De Zweedsche archivaris de Heer Carl Gustaf Weibull, te Lund,
heeft in het tijdschrift Scandia van 1930, blz. 52 77 een zeer uit
voerig opstel geschreven, getiteld: Beginselen van het ordenen
van een archief. Geschiedkundig overzicht en nieuwe